Graaf Willem III geeft de abt van Ter Doest toestemming diens kloosterlingen te berechten, en gelast zijn onderzaten daaraan medewerking te verlenen.
Die abt vander Does.
Deze tekst is in C twee maal gekopieerd, de tweede maal temidden van een reeks per ongeluk gedubbelde afschriften, welke naderhand werden doorgestreept. Zie de kopnoot bij nr. ZE 83. – In de onderstaande editie worden de variante lezingen van de doorgestreepte versie geannoteerd met het sigle C'.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. maken cond etc. dat onse wille es etc hebben oirlof ghegheven enen religiosen prelait den abt van der Does dat hi ald sijn convent, beyde monike ende broders wonende in sinen cloister, berechten ende corrigiren moghe van zulken stucken daer si in misdadich worden zullen, na der costume ende ghewoente van der abdien; ende ghebieden onse luden ute onsen lande voerscreven dat si hem daer in helpen als hijs te doen hevet. Dit sal gheduren toet onsen wedersegghen.
In oirkonde etc. Ghegheven te Brosele des donresdaghes op sinte Gregorijs dach int jaer ons Heren M CCC ende twintich.
e Per dominum comitem.