Graaf Willem III bepaalt welke inkomsten jonkvrouw Meine, die gescheiden leeft van Jacob Geroncsz. van Overbordene, voor haar levensonderhoud zal genieten, en stelt de erfenis van hun kind veilig.
Seggen tuysschen Jacob Gerijts z. ende joncfrou Mayne.
Zie voor deze zaak ook nr. ZE 84.
De onderstaande tekst is in C twee maal gekopieerd. Nrs. ZE 70-83, ingeschreven op f. 33v-36r, werden vervolgens per ongeluk nogmaals genoteerd, op f. 36r-38v. Toen de kopiist (of een ander) deze vergissing bemerkte, zijn de verdubbelingen doorgestreept, met dien verstande dat in het geval van nr. ZE 83 het eerste afschrift (op f. 35v-36r) is doorgestreept en de verdubbeling (op f. 38r-38v) ongemoeid is gelaten. De moderne hand die in dit register de teksten nummerde, heeft deze doorgehaalde verdubbelingen noodnummers gegeven, en wel 82a - 82o (waarbij het nummer 82j niet is gebruikt). – In de onderstaande editie worden de variante lezingen van de doorgestreepte versies geannoteerd met het sigle C'.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Henegouwena etc. maken cond etc. dat dit onse segghen es tusken Jacob Gheroncs sone van Overboerdeb op die ene zide ende joncfrouwe Maynen sinen wive op die ander zide, die malc van anderen bi hem zelvenc ghesceyden sien, ende si vand beyden ziden an ons bleven sien alse wat zi tote horer noturstee hebben sal. In denf eirsten segghen wi dat joncfrouwe Mayne voers. behouden sal de tiende terg Westkerkeh die hore anequam van Janne den Ries horen broeder, ende hout tieghens tien ghemete; ende desen tiende en zal sii noch vercoepen noch versetten moghen langher dan zi leeft, waer bij dat haren kinde dat si bi Jacob horen manne heeft yetk ontverret mochte wesen. Voird zal hoir Jacobl voirscreven bewisen ende gheven in goeden zekeren renten vijftien pond zuarterm Tornoysen sjaers, alse langhe alse joncfrouwe Katelineo van der Westkerke hore moeder leeft; ende na der moeder doet so sal sip hebben alse vele als ons goed denkenq zal, meer dan si nu heeft, eist dat ons orbaer denket. Ende hier bi sal Jacob voers. alle andre renten van horen goede op boren ende ghebruke; ende waer dat zake dat hi enighe erve vercofte jof ontgronde, soe soude hi die rechte helfte van dien ghelde dat daer of quame legghen inr goeden zekerens erve tote des kints behoef ende sinen erfnamen. Ende Jacob voers. die en zal metten kinde ghien huwelic doen, ten zie bi rade van tkintst maghen van der moeder wegheu, jof bi onsen rade. Ende ditv segghen wi altoes op onse verbeteren. Ende storve tkint voers. sonder wittachtighe boirdw voir Jacob sinen vader voers., soe soude joncfrouwe Mayne jof hore erfnamen van Jacob delen ghelike alse jof joncfrouwe Mayne voers. sonder hoir doet ware.
In orkonde etc. Ghegheven ende gheseyt in Middelburchx op den Witten donresdachy int jaer ons Heren M CCC ende twintich z.
Per dominum Zudensema', dominum de Middelburchb', Symonemc' de Bentemd', Gherardume' de Raphorstf', Danielemg' de Merewedeh', milites, eti' alios.
- graaf Willem III
- Henegouwen
- jonkvrouw Meine, echtgenote van Jacob Geroncsz. van Overbordene
- Westkerke
- Jan de Ries, broer van jonkvrouw Meine
- jonkvrouw Catharina van der Westkerke, moeder van jonkvrouw Meine
- Middelburg
- bisschop van Zuden
- abt van Middelburg
- Simon van Benthem, ridder
- Gerard van Raaphorst, ridder
- Daniel van der Merwede, ridder