Graaf Willem III gelast heer Hendrik de parochiepriester en de goede lieden en zijn 'vrienden' van Poortvliet dat zij hun onderlinge geschillen bijleggen; degenen die zich aan dit bevel niet houden, zullen worden gestraft.
Her Henric prochipaep ende den goeden luyden van Pontvliet.
In de marge, door andere hand: exspiravit. — In de benedenmarge, door weer andere hand: Concordatus.
In de marge, door andere hand: Concordatus.
Voor de term 'vrienden' in dit verband zie de aantekening bij nr. ZE 81.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaem grave van Heynnegouwena b etc., heren Heynric denc prochipape ende den goeden luden ende onsen vriende van Poirtvlietd saluyt. Want ons dicke wilee moyenesse ende parlement te voren coemt van alrehande tuystelikenf saken g die ghi onderlanghe te ghader hebt, die ons leet sien, dair omme ombieden wi ju dat ghi onderlangheh met payse ende met rusteni weset; ende wair yemand van juwen luden die die ene den anderen hier boven onruste dede, dat ware ons leet, ende die ghene die dat doen soude dien souden wijt so doen ontghelden datsj hem een anderk hoeden soude.
Ghegheven tel Reymerswalem des dinxendaghes na sente Andries dach int jaer ons Heren Mo CCC een ende twintichn.
[¶ Per]o dominum personaliter, dominum de [C]runing et dominum Nycholaump [K]ervinc.q