(Graaf Willem III verzoekt een ieder wiens landen of rechtsgebieden) Hendrik Nicolaasz., (poorter van Zierikzee, op diens reizen bezoekt, om hem met zijn gezelschap, schepen en koopwaar gedurende twee jaar vrijgeleide te verlenen.)
Deze notitie en de volgende hebben in het register één volgnummer.
Deze notitie heeft in het register geen eigen volgnummer.
In deze notitie wordt, evenals in de volgende nr. ZE 120, verwezen naar de in het register direct voorafgaande oorkonde van 8 december 1321, waarin graaf Willem III verzoekt een Zierikzeese koopman niet lastig te vallen voor de duur van twee jaar (nr. ZE 118). In AGH 304 zijn die notities opgetekend door dezelfde scribent die die oorkondetekst schreef, maar in AGH 303 zijn ze later door een andere hand tussengeschreven.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Item eodem anno et die predictis habuit litteram simile Henricus filius Nicholaia.