Graaf Willem III neemt zijn knaap Scuweloc van Geersdijk, die oud en ziek is geworden, in zijn bescherming samen met al diens goederen in Zeeland, en bepaalt dat Scuweloc alleen nog in opdracht van hemzelf, zijn Raad of zijn gelastigden hoeft te werken en dat alle kwesties die Scuweloc of diens goederen betreffen hem of zijn gelastigde moeten worden voorgelegd.
Scuweloc van Gherloff dijc.
In de marge, door andere hand: Exspiravit.
In de tekst is vermoedelijk een fout geslopen in de datering des zonnendaghes na marte: gezien de chronologische ordening van de omringende oorkonden in het register is het waarschijnlijk dat deze – overigens atypische – formulering incompleet is en moet worden aangevuld tot des zonnendaghes na <onser Vrouwen dach in> marte (vgl. de dateringen van nrs. ZE 415-418 en 420). Wanneer evenwel toch de eerste zondag na maart is bedoeld, dan zou de oorkonde op 5 april 1327 zijn uitgevaardigd, dat is Palmzondag. De graaf was toen nog steeds in Middelburg.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaema graveb c etc. maken cond allen luden. Want omdes wille dat Scuweloc van Gherolfs dijc langhe tijd een goed knape gheweset hevet ende noch es, ende hi out ende cranc word waer bi dat hi hem zelven niet wel ghehelpen en mach bi hem zelven, so hebben wi den voirs. Scuweloc van Gherolfs dijc ghenomen ende nemen in onse zeker hoede ende bescermte hem ende al sijn goed, waer dat gheleghen es in onsen lande van Zeelandd, in zulker manieren dat hi doen zal ende werken ende hem beleden bi ons ende bi onsen Rade jof bi den ghenen dien wijt bevelen zullen van onsen weghen, ende bi anders niemant; ende ware iemant die op heme f te segghene hadde jof op sijn goed, comme voir ons jof voir den ghenen dien wijt bevelen zullen ende thoghe besceyt, ende wi sullen hem al recht ende redene doen ghescyen. Ende hier bi so wille wi dat Scouwelocg voirseyd onghemoyt ende met rusten bliveh; ende waer iemant in onsen lande die hier over Scouweloci moyede jof onruste dede jof ane sinen goede, so ombieden wi ende bevelenj onsen rentemeyster van Bewester Sceltk l dat hi Scouwelocm ende sijn goed van onsen weghen onghemoyt ende met rusten houde.
In orkonden etc. Ghegheven in Middelburcho des zonnendaghes na marte int jaer ons Heren M CCC zes ende twintich.