Graaf Willem III bevestigt de lijftocht die Jan heer Gillisz. van Sabbinge heeft geschonken aan diens echtgenote jonkvrouw Maria, bestaande uit zowel de ambachten en tienden die Jan zelf bezit als die welke hem aan zullen komen uit de nalatenschap van zijn broer Colijn van Sabbinge na overlijden van diens weduwe, welke lijftocht zal vervallen wanneer Jans kinderen meerderjarig worden.
Joncfrou Marie Jan sheren Gillijsa z. wijff.
In de marge, door andere hand: Lijftocht.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaemb grave van Heynnegouwenc etc. maken cond allen luden dat Jan sheren Gillijsd sonee van Sabbinghe met onser hand ghemaect heeft joncfrouwe Marien sinen wive te hore lijftochte al dat ambocht ende tiende die hi selve heeft, ende al dat ambocht ende f tiende dat hem op comen mach van Colijn van Sabbingheg sinen broeder na joncfrouwen h Natelyeni doet, die sijn wijf was, durende toter tijd dat Jans kindre voirs. hore daghe hebben; wilke lijftocht voirseyt wi hoir verliet hebben ende verlien j na sede ende custume van onsen lande in der manieren dat voirscreven esk, sonder archlist.
In oirkonde etc. Ghegheven in Middelburchl op den Witten donresdach int jaer ons Heren M CCC zesm ende twintich.
Per dominum comitem, Egidium Balduwinin, Willaemo Jans sone et alios.