Willem van Henegouwen, graaf van Zeeland, benoemt na overleg met zijn gemene Raad en met toestemming van heer Floris, Nicolaas en Filips van Borsele Boudewijn van Yerseke tot voogd van diens tante jonkvrouw Catharina, dochter van heer Jan Mulard; voorts verklaart hij dat ten overstaan van hem in de vierschaar te Middelburg Boudewijn die voogdij voorlopig heeft overgedragen aan diens vader heer Nicolaas Kervink van Reimerswaal.
Onder de tekst in de marge, door andere hand: Concordatus.
Monbairs joncfrou Katheline.
Rechts in de ondermarge de custode alse wise Boudijn bevolen hebben. In orconde etc. – Links in de ondermarge, door andere hand: Concordatus.
Willaema van Heynnegouwenb, gravec van Zelandd, maken cond allen luden dat wi bi raede ons ghemeens Raeds ende bi goeddencken heren Florijse van Bersselenf, Claysg van Bersselen ende Philips van Bersselen ende anders joncfrouwen Katelinen vriende, sheren Jans Mulairtsh dochter, bevolen hebben Boudwijni van Ieerseke, herej Niclays Kervincsk ouste sone van Reymmers walel, die mombairscip van joncfrouwen Katalinen voirscreven, siere moeyen, ende van al haren goede, in manieren dat hi se niet onterven en sal moghen ten sie bi horen ghemienen maghen dair hi se van rechte in mach onterven. Vort is voir ons ghecomen in die vierscaren in Middelburchm Boudwijnn voirscreven ende hevet desen voirscreven voghedye up ghedraghen heren Niclayso Kervinc, sinen vader, durende tote sinen weder segghen toe, te verwaren in allen manieren alse wise Boudwijnp bevolen hebben.
In orconde desen brieve beseghelt mid onsen zeghelq. Ghegheven in Middelburchr des donresdaghes na sinte Margrieten dach int jair ons Heren M° CCC° vier ende dortich.