Graaf Willem III belooft de echtgenote van heer Jan heer van Arkel dat, mocht heer Jan sterven vóór diens oudste dochter meerderjarig zou zijn, zij tot dat tijdstip de voogdij over de laatste op zich zal nemen alsmede het beheer van het huis te Gorinchem en de daartoe behorende goederen en heerlijkheid.
Jan van Arcle.
Door de tekst is een kruis getrokken.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Wi Willaema grave etc. maken cond etc. dat wi omme bede wille heren Jans here van Arcle, ons lieves neven, hebben gheloift ende loven onser nichten sinen wive, wair dat sijns ghebrake voir dat sine outste dochter die hi nu heeft hare jare hadde, te houden alse verre als wi moghen in der monbairscip van siere dochter voirs. ende op den huse te Ghorichem ende in den goede ende in der heerscip dat dair toe behoirt, toter wilenb dat sinen dochter voirs. hore daghe hadde alse selve mondich te wesen; sonder alrande archlist.
In oerkonde etc. Ghegheven tote Valenchijnc des woensdaghes voir Midvasten int jaer ons Heren Mo CCCo XXIXo.