Graaf Willem III, die aan de jonkvrouwen Harburch Tasse en Aleid, kinderen van heer Jan van Brandenburg, in totaal 2.500 pond Tournois schuldig is en hun jaarlijks een erfleen van 250 pond Tournois heeft toegekend uit de tol van Ammers totdat hij de schuld zal hebben afbetaald, schenkt met hun toestemming en met die van hun oom Gijsbrecht van Brandenburg deze jaarrente als een lijftocht aan hun moeder vrouw Jutte, vrouwe van Brandenburg.
Rechts in de ondermarge, door de schrijfhand, de custode: Sequitur van allen porters erve legghende onder den here van Arcle ende Janne sinen brouder in Berchambochta niet bescermt sal wesen. – Links, door andere hand: Concordatus. – In het midden, door een derde hand, en uitgeveegd: Wi Will. grave van den db.
Joncfrou Harburch Tassen ende Alliden, heren Jans kinder vam Brandenburch.
Aan het einde van de tekst in de marge, door andere hand: Concordatus.
Wi Willaemc grave etc. maken cond etc. dat wi sculdich sien joncfrouwen Harburch Tassen ende Aleyden, heren Jans kinderen van Brandenburch ridders, een ende twintich hondert pond zuarter Tornoysed, den groeten over XVI d. gherekend, dair si onse opene brieve of hadden ende onser borghe, die si ons nu op leverden ende ghescoert sien; voirt sien wi hem sculdich IIIIC lb. Tornoyse, die wi hem bewijst hadden over scoud ende wi selve in deden nemen heren Janne onse capellane; dit coemd in somme XXVC lb. Tornoyse, den groeten over XVI d. gherekent. Over wilc ghelt wi hem bewijst hebben van ons in een erfleen te houden II½Ce lb. Tornoyse sjaers, payments voirscreven, tontfaen jaerlix ute onser tolne van Ammersf, die ene helfte te sente Martijnsg misse in den winterh ende die ander helfte te sente Pieters daghe in den lenteni, in manieren: so wilke tijd wi hem dese XXVC lb. gheven voirs.j, so sullen dese II½Ck lb. Tornoyse sjaers quite wesen ende si sullen ons desen brief ende onsen brief van hore moeder lijftocht dair op ghemact weder gheven, want wi bi horen goeddenken dese II½C lb. Tornoyse sjaers, ende bi Ghisebrechtsl van Brandenburch horen oem, te lijftochte ghemact hebben veren Jutten der vrouwen van Brandenburch. Ende ombieden onsen rentemeester van Zuithollandm die nu es of na wesen sal dat hi veren Jutten voirs. alle jare also langhe als si levet ende horen dochteren na hoire doit dit ghelt voirs. uyt reken ende betailen te tijd toe dat wijt ghequit hebben, alsen voerscreven es.
In orkonde etc. Ghegheven toit Sente Gherdeno berghe op sente Marcus avond int jaer XXXIop.
- graaf Willem III
- jonkvrouw Harburch Tasse, dochter van heer Jan van Brandenburg
- jonkvrouw Aleid, dochter van heer Jan van Brandenburg
- heer Jan van Brandenburg, ridder
- heer Jan, grafelijk kapelaan
- Ammers
- Gijsbrecht van Brandenburg
- vrouw Jutte, vrouwe van Brandenburg
- rentmeester van Zuidholland
- Geertruidenberg