Graaf Willem III bepaalt dat allen die poorter zijn, waar dan ook, en die geërfd zijn in de ambachten 's-Heer-Aartsberg en Bergambacht, Nieuwe Kadijk, Koolwijk, Stolwijk en Het Beiersche, eerst dan onder de bescherming van het recht zullen vallen dat hij de buren van die ambachten gegeven heeft wanneer zij de heer van Arkel en diens broer Jan hetzelfde betaald hebben als die buren hebben gedaan.
In de bovenmarge, door andere hand, het opschrift Zuythollanda.
Den here van Arkelb.
In de bovenmarge, door andere hand, het opschrift ¶ Zuithollandc. – Het begin van de tekst is doorgestreept.
Vgl. nr. ZH 387. Deze twee oorkonden, uit juni en juli 1330, staan in het register tussen oorkonden van 24 april en 7 juli 1331. Aangezien zij aan het begin van een katern staan, is het goed mogelijk dat zij daarin kort na de uitvaardiging zijn gekopieerd, waarna pas een jaar later het betreffende katern in gebruik werd genomen voor verdere registraties in het primaire register.
Wi Willaem grave etc. doen te wetene allen luden die desen brief zullen zien of horen lesen dat wi ghegheven hebbend ende gheven onsen lieven neve den here van Arkel, Janne sinen broeder ende horen nacomelinghen dat alle die ghene die poirters sijn, oec waer dat sie poirters sijn, dief hoer erve ligghende hebben in den ambochte van Berghen ende Berch ambocht, van den Nuwen caedijc, van Coelwijc, van Stoelwijcg ende van Beyers roeden alsoe verre niet bescermt noch bevreet wesen en sullen onder den rechte dat wi ghegheven hebben onsen luden van den ambochte voerscreven, ten si dat si den here van Arkel onsen neve vorscreven, sinen broeder ende horen nacomelinghen van horen erve gheven ghelike dat anders die ghebure van den voerscreven ambochte doen ende ghedaen hebben eer zi voldaen hebben; welch voerzeyde recht roert van borchtochtei, van doetslaghe ende van lemtenj, dat die van den ambochte quite ghecocht hebben teghens ons ende quite hebben zullen ende vri, ende behouden in allen manieren alse hoer hantveste begrijpt die si van ons dair op hebben open beseghelt.
Ende om dat wi willen dat dit vast ende stade si ende wel ghehouden worde van ons ende van onsen nacomelinghen, soe hebben wi hem desen brief open besegheltk met onsen zeghele. Ghegheven op sente Bonefaesl dach int jaer ons Heren dusent driehondert ende dertich.