Graaf Willem III verklaart dat Gillis van Kralingen met zijn toestemming aan diens echtgenote jonkvrouw Badeloch een lijftocht heeft geschonken bestaande uit alle schuttingen in de Merwede langs het ambacht Kralingen, het derde part van alle veren tussen IJsselmonde en Kralingen, en 17 morgen land in het ambacht IJsselmonde.
Joncfrou Badelogen Gillis wijff van Caylingea lijfftocht.
Het begin van de tekst is doorgestreept.
Het is niet geheel duidelijk wat met de 'schuttingen' in de Merwede wordt bedoeld: met dit woord kunnen waterkeringen, dammen worden aangeduid, maar ook afscheidingen van viswater.
De verkorte datering in onderstaande verwijst naar de in het register voorafgaande oorkonde nr. ZH 441.
b Wic Willaem grave van Heynnegouwend, van Hollande etc. maken cond etc. dat Gillijsf van Craylingheg mid onser hand ghemaect heeft joncfrouwen Badeloghen, sinen wive, toit hoirre lijftocht alle die scuttinghe in die Merewedeh langhes den ambochte van Cralinghei, ende die drie deele van alle den vere tuschen IJsselmonde ende Cralinghej, ende zeventien morghen lands legghende int ambocht van IJsselmondek die Pieter Liefkindl nu ter tijd van Gillise in huerwairden heeft m; ende in deser lijftocht voirscreven gheloven wi te houden joncfrouwen Badeloghen als wi sculdich sien te doene na sede ende costume van onsen lande.
Ghegheven toit Dordrechtn anno et die predictis.