1827
Maandag Jan. 1
Het jaar bij Bosscha genoegelijk begonnen hoewel ik er eerst nog al tegen op zag. Francois zijn Vr Wijnbeek & Kruseman waren daar. Wij zagen zeer interessante schetsen v Rome en Pompeji, die mij een regt goed denkbeeld van deze laatste stad gaven. De klok sloeg. Ik had hoofdpijn & geen lust om te imp. Ik mogt egter den goede Jan Bosscha niet zoo te leurstellen. Ik improv meer voor zijn genoegen dan voor het mijne en ziet het ging Goddank alles regt goed. Het was over het N. Jaar, naar aanleiding van Pompeji. Ik had niet gedacht het de anderen zoo beviel. Kruseman zong & de avond was genoeglijk & niet ontstichtend doorgebragt.
Mijn kerkgang heden mislukte. Een brief van da Costa regt hartelijk deed mij veel genoegen. O God wie mijner vrienden is hartelijker wie heeft ons inniger lief dan hij. Ook een brief v Retr. [Retemeyer]. Ik was gister weemoedig niet met de andere broeders & zusters te Amst Nieuw Jaar te kunnen vieren & ziet nu was hij er tog niet bij geweest.
Met de Jonge[ns] gaat het regt goed. Gerrit is weder veel liever. Als men hem weet te leiden en met zachtheid gaat alles uitmuntend bij hem. Daan is een alleraanvalligst kind. Hij begint alleen te lopen.
Gesprek met Caroline over te grote susceptibiliteit in Vriendschap. Wij hadden hetzelfde gevoeld bij een brief van Let die verhaalde een Cadeau v Margo te hebben