1839
January
D Jany 1.
Begin des Jaars
Het begin van den dag vond mij met migraine die Zwaar was. En toch God verhoorde mijn gebed, en ik was hersteld om een uur. Drukte zoo als gewoonlijk. Erkenning van den zegen Gods door V d H.[Van der Houven] die mij genoegen deed. Wensch van Matje & van de Bruin dat ik dit Jaar genade zou mogen ontvangen. Heere zoo ik nog buiten U ben, o maak het mij bekend. Moge ik maar een eenvoudig gelovige zijn, met u vereenigd, wat heb ik dan nog te verlangen.
Fam. d. Br & Z.
'S avonds familledag. Men was regt hartelijk en open. Ik las de Besch. der tijden die er wel in ging. Ook met Hy [Henry] & M [Mimi] sprak ik nog open over de kinderen de opvoeding &C. Toen wij aan tafel zaten, kwam er een mysterieuse boodschap aan Eduard, die veel opzien verwekte.
Toeval Tante Lotje
En ziet het bleek een bericht te zijn dat Tante Lotje een nieuwe toeval had en erg was. Eduard ging er heen; een weinig tevoren had hij nog een goed gesprek met haar. Ik zeide nog een woord over de grote de eenige behoefte dat Gideon wel opvatte & vervolgde.
Br. v Barbe.
Een brief v Barbe was regt goed en frisch. Hij heeft er al dat kwaad niet ingezien, doch kan nu ook voor het oogenblik niet afbreken; hij laat zich daarover openhartig uit en het laat zich ook wel begrijpen. Aan Kohlb.[Kohlbrugge] schreef hij, kom zelve over & zie het.
Thijs & Steven.
Onze kleine Thijs was 's avonds wat bezet op de borst. Ik voel mij zoo innig aan dat kind verbonden. En ook aan Steven. Dat huilen van hem Maandag avond ging mij diep in het hart, hij had het zoo goed gemeend, en dit vond ik zoo een droevig loon. Ik ben in dit jaar 1839 nog al weemoedig gestemd.