January (1838)
1 M. Preek v Krumm. [Krummacher] Indr. op Gerrit
Vermoeid, door weinig slapen verhit & zenuwachtig opgestaan. Wij bleven te huis & ik las ook aan Gerrit de preek v Krumm over het gaan van Naaman in het huis Rimmons voor. Dezelve beviel mij uitmuntend. Het verband wegens de heiligmaking is hier krachtig en heerlijk. Ik wist niet of ik ziek zou worden. Alles was mij wonderlijk dit wist ik met mijn gehele ziel dat er maar een ding nodig was & dat dit nodige waar was. Met Gerrit sprak ik toen nog door zeggende dat zelfs al die dingen die wij hem toe lieten op zich zelve afval v God waren. Treffen kon het hem niet, want hij zag alles bestreden wat hij lief heeft en zeide dat die man de vrijheid naar het Evangelie niet gekend heeft en geheel Israelitisch denkt. Verder liep alles deze dag in de gewone woeling doch alles was nog al stil in mij.
Vis Bähler
Bähler kwam met d C [da Costa] was alles nu geheel eenstemming weder. Hij had hoop om Kamerling nog voor Belgie te behouden. Mijn briefje had hem wat gedrukt.
Av. V d H [Van der Houven] Maria W [Westendorp], Thijs Pauly.
Ik was bij V d H waar alles zeer los kwam en wij ook over de rigting in Gelderland spraken.
Wanneer men boeken als de Madonna van Th Mundt als voorwerp v onderzoek beschouwt, moet er een zonderlinge begocheling bestaan. Mijne lieve zuster West. was nog al zeer neergedrukt naar het ligchaam. Zij schijnt verzwakt. Thijs had er veel mede te doen. Bij Py was ik ook, maar de stemming van de ogtend was vergeten, en ik kon niets dan al zeer gewone dingen zeggen.
Met Freyss is de positie moeilijk. Couvreur houdt geensints de belofte die hij telkens doet. Overal spreekt men over mazelen. De overgang v het Jaar onderscheidt zich door gene gebeurtenis van eenig belang.