Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Sociƫteit 'De goede hoop'

Gegegevens

Naam Sociƫteit 'De goede hoop'
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Aard commercieel
Datum 1827-1877
Jaar van oprichting 1827
Jaar van opheffing 1877
Bestaansduur > 50 jaar
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1827 90
1842 900
1850 1100
1851 1236
1853 1025
1854 1200
1863 1000
1869 114
Tekst

Sociëteit `De goede hoop'. 1827-1877.

Opgericht: 11 maart 1827 na afsplitsing van een gelijknamige sociëteit. Reglement herzien 23 febr. 1840; reglement nader herzien 7 april 1848.

Opheffing: in Armverslag 1878 opheffing van sociëteit gemeld.

Aard: directiefonds; er zijn vaste directeuren, die volgens opgave 1842 5% van de kunstbeoefenaars genieten.

Directie: reglement 1848 vaste directeuren. C.L. de Vries, J. Deurman, G. van Soest en J. Cremoes. 1842 Heiligers, Komenij(?) Oostenburgerstr.; Deurman en de Vries, Regulier bij Anjelierstr. boven schoenmaker; 1851: J. Deurman, G.van Soest en J. Cremoes. 1853 tekenden Deurman (St. Jansstraat) en Heiligers.

Doelgroep: mannen en vrouwen, jongmans en jongdochters; trekkend en niet trekkend, aantal onbepaald.

Voorzieningen: 1827 geneeskundige hulp; ziekengeld ƒ3,50; begrafenisgeld ƒ50; volgens reglement 1848: ziekengeld 50 cent per dag na 3 dagen; arts; medicijnen; begrafenisgeld in 1851 afhankelijk van duur lidmaatschap ƒ15 tot ƒ50 na 5 jaar lid, ƒ5-25 voor vrouwen, volgens Calisch was dit in 1851 ƒ10 tot ƒ40 voor zijn vrouw.

Leden: 1827 83 1e klasse, 7 2e klasse; 1842 900; maart 1850 1100; 1851 1236 (AZA en Calisch 1221); 1853 1025; 1854 1200; 1863 1000; 1869 114. In 1852 vroeg Deurman verschoning voor het doen van opgaven. In incidentele gevallen werden opgaven verstrekt.

Contributie: trekkend 40 cent, in de winter 30 cent, niet trekkend 25 cent per 14 dagen. 1842 idem.

Vergaderplaats: 1842 in de Stoofsteeg. 1853 in de Roemer.

Adres 1855 en 1858 W.P. Nobbe, Rusland B 156, die de apotheker van de sociëteit was.

Bijzonderheden: 1. per 12 weken 10 cent extra voor kamerhuur; de kastelein moet zo nodig borg stellen. Als man en vrouw beide lid zijn hebben de kinderen jonger dan 10 jaar recht op de arts, geen medicijnen ed. De leden mogen voor huisgenoten over de busarts beschikken tegen betaling van 30 cent voor de doctor, 25 cent voor de chirurgijn; de apotheek moet de geneesmiddelen zo billijk mogelijk leveren. 2. In 1856 werd melding gemaakt van het feit, dat door toenemende ouderdom het aantal zieken en sterfgevallen hoog was. 3. In 1869 werd melding gemaakt van een nadelig saldo.

Bronnen: Armverslag 1827; GAA; Calisch, 31.