Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Schoenmakersbeurs

Gegegevens

Naam Schoenmakersbeurs
Plaats Maastricht
Provincie Limburg
Aard werklieden
Datum 1760-1901 (laatste vermelding)
Jaar van oprichting 1760
Laatste vermelding 1901
Bestaansduur > 50 jaar
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1827 285
1845 700
1852 700
1865 430
1891 50
Tekst

Schoenmakersbeurs. 1760-

Reglement goedgekeurd door de Raad, 28 juli 1760.

Beroepsgericht tot begin jaren veertig. In 1844 berichtte de Provinciale Commissie aan de tweede afdeling, dat de beurs de beroeps eis heeft laten vallen en sinds enige tijd mensen uit alle ambachten of arbeiders aannemen. BiZa, 2e afd. inv. 2803, 6 juli 1844, 19.

Voorzieningen: 1827 ziekengeld ƒ1,40, begrafenisgeld ƒ16,80, arts en medicijnen. Fondsenenquête (reglement 1822), idem. 1845 ziekengeld als de ziekte meer dan 8 dagen duurt; 1852 Bij langdurige ziekte, zoals de tering wordt slechts maximaal 3 maanden ziekengeld gegeven. De leden hebben vrije artsenkeuze.

Leden: 1827 285; 1852 700; 1865 430; 1845 700; 1891 50.

Contributie: 20 cent per maand; 1845 idem en 30 cent intree.

Bijzonderheden: 1. Sinds 1852 weer in de statistiek.

2. Tijdens de Fondsenenquête bracht iemand naar voren geen lid van dit fonds te willen zijn, omdat zij er een paar jaar geleden met de kas vandoor waren gegaan. Daarna geeft het fonds alleen nog geneeskundige hulp, geen begrafenisgeld meer.

Bronnen: Armverslag 1827; Begrafenisfondsrapport Nut, 227; Fondsenenquête, 531; Verhoren fondsenenquête, 631; Verhoren Maastricht, 111; Enquête 1845; departementale lijst.