Schrijnwerkersbus
Gegegevens |
|||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Schrijnwerkersbus | ||||||||
Plaats | Maastricht | ||||||||
Provincie | Limburg | ||||||||
Aard | werklieden | ||||||||
Datum | 1737-1909 | ||||||||
Jaar van oprichting | 1737 | ||||||||
Jaar van opheffing | 1909 | ||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||
Ouderdom | ja | ||||||||
Leden |
|
||||||||
Tekst | Schrijnwerkersbus. 1737-1909 Opgericht: 11-2-1737; CCS 1894, idem. Reglement extract Raad 1737. Opheffing: Kasboek aanwezig in GAM loopt tot en met 1909. (Wishaupt, 100). Doelgroep: zieke, gebrekkige en oude knechten van het schrijnwerkers en timmerlieden ambacht. Bazen kunnen ook lid worden. In 1844 berichtte de Provinciale Commissie aan de tweede afdeling, dat de beurs de beroeps eis heeft laten vallen en sinds enige tijd mensen uit alle ambachten of arbeiders aannemen. (BiZa, 2e afd. inv. 2803, 6 juli 1844, 19) Voorzieningen: ziekengeld ƒ1,25, bij invaliditeit ƒ1,-; genees- en heelkundige hulp; begrafenisgeld ƒ13,75; ouderdomsuitkering alleen voor hen, die sinds hun 35e jaar tenminste 20 jaar lid zijn geweest. In ±1892 wordt de hoogte van het ziektegeld steeds opnieuw bepaald en is het begrafenisgeld gestegen tot ƒ15. Volgens het CCS 1894 alleen medische zorg en ƒ10 begrafenisgeld. Leden: 1827 98; 1845 108; 1892 90. Contributie: 20 cent per maand. 1845 idem en 30 cent entree; ±1892 25 cent per 4 weken. Deze bus was aangemeld voor het Armverslag 1827, maar komt in de opgaven sinds 1840 niet meer voor. Bronnen: Armverslag 1827; Enquête 1845; Fondsenquête, no. 532; CCS 1894, no. 1014; departementale lijst, onder toevoeging St. Joseph. |