Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Vrouwensociƫteit 'Standvastige hulp in tegenspoed'

Gegegevens

Naam Vrouwensociƫteit 'Standvastige hulp in tegenspoed'
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Aard vrouwenvereniging
Datum 1815-1856
Jaar van oprichting 1815
Jaar van opheffing 1856
Bestaansduur 30-50 jaar
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1826 48
1827 52
1851 90
Tekst

Vrouwensociëteit `Standvastige hulp in tegenspoed'. 1815-1856.

Opgericht 2 april 1815; reglement verbeterd 24 juni 1838. Reglement Genabeek verbeterd 26 bloeimaand 1823.

Opheffing: in 1829 werd op de lijst voor de inzameling van gegevens vermeld, dat het verblijf van de sociëteit onbekend was. Volgens gegevens uit het midden van de eeuw bestond zij nog. In de aanschrijflijst over 1856 is de sociëteit doorgestreept met de vermelding vervallen. De AZA lijsten voeren de bus nog op, zij het als eenheid met de Verbroederde standvastigheid. Standvastige hulp was hiervan de vrouwenafdeling.

Voorzieningen volgens tabel 1827: geneeskundige hulp; begrafenisgeld ƒ10-30; volgens reglement ƒ10-50 bij meer dan 5 jaar lid.

Doelgroep: de vrouwen van de leden van de Verbroederde standvastigheid, jonger dan 45 jaar; jonggezellen mogen hun meisje inschrijven, vaders hun dochters ouder dan 18 jaar, mits bij hen inwonend.

Leden: 1826 48; 1827 52; 1851 90. zie voorts `De verbroederde standvastigheid'.

Adres: 1855 B. Batelt, OZ Voorb. bij de Lange Niezel. Batelt was de apotheker van het fonds.

Bijzonderheden: Als er geen familie is moet de directie de begrafenis verzorgen. De leden van de mannensociëteit verplichten zich te dragen. N.B. in vrijwel geen van de gegevens over de Amsterdamse sociëteiten is er sprake van een draagplicht, ook niet in het reglement van de Verbroederde standvastigheid. De bepaling uit het vrouwenreglement lijkt er op te wijzen, dat de draagplicht een vanzelfsprekendheid was.

Bronnen: Armverslag 1827; GAA; Calisch, 10.