Verzekeringsfondsen

Sociëteit `De goede hoop'. 1818-

Opgericht 21 sept. 1818, verbeterd 12 okt. 1823.

Opheffing: in het armverslag van 1878 wordt opheffing gemeld. Aangezien deze sociëteit nog op de aanschrijflijst voor 1880 stond moet de opheffing betrekking hebben op de gelijknamige sociëteit uit 1827 (12283).

Aard: directiefonds. Directie mag reglement aanpassen; de leden moeten daarin berusten.

Voorzieningen: ziekengeld (1 jaar); arts, medicijnen, begrafenisgeld afhankelijk van de duur van het lidmaatschap ƒ40-60 mannen, ƒ30-40 vrouwen. Volgens de opgave van 1842 bedroeg het ziekengeld 60 cent per dag.

Leden: volgens reglement 200, mannen en vrouwen jonger dan 45 jaar; 1827 65; 1842 260; mrt. 1850 150; 1851 250; 1854 230; 1855 258; 1859 156; 1863 145; 1865 132; 1870 110; 1875 50; 1876 40; 1877 28.

Contributie: mannen ongehuwd 20 cent; gehuwd 22½ cent; vrouwen van leden 10 cent; alleenstaande vrouwen 12½ cent.

Vergaderplaats: op de hoek van Prinsestraat (?) en Rozegr. 1853 boshuis op hoek Roozengracht.

Bestuur: 1842 V. Welt, kleermaker, Enge Kapelsteeg; Paardekoper, melkboer, Kolksteeg; 1850 De Welt en Essing; 1853 A. van Welt en Esserich; in 1854 Esscherich, Rozenstraat als adres; 1855 A. van Welt, kastenmaker in de Kolksteeg; 1858 A. Honig, Rozenstr. bij 2e Dwstr. Hij tekende ook in 1865 de opgave en stond in 1880 nog op de aanschrijflijst.

Bijzonderheden: 5 cent verteren bij contributiebetaling; vrouwelijke leden moeten de kastelein 5 cent per kwartaal betalen. De leden moeten gebruik maken van de bosaansprekers. Men mag maximaal 1 jaar op kosten van de bos liggen. De arts moet huisgenoten tegen 30 cent per visite bezoeken. Premie gedifferentieerd naar geslacht en burgerlijke staat. Voor een bezoek aan de arts/chirurgijn moet men eerst een lootje halen.

Bronnen: Armverslag 1827; GAA; Calisch, 13.