Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Algemeen Ziekenfonds voor Amsterdam

Gegegevens

Naam Algemeen Ziekenfonds voor Amsterdam
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Aard dokters fonds
Datum 1847-1984 (fusie)
Jaar van oprichting 1847
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1984
Fusieresultaat ZAO Zorgverzekeringen
Splitsingsdatum 1925
Resultaat van splitsing AZA NV
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1847 8147
1850 6461
1852 8959
1853 11644
1854 13775
1857 20402
1859 24073
1861 25190
1865 31164
1866 31173
1867 33979
1870 37728
1876 49153
1877 50300
1887 59624
1893 71305
1897 83050
1925 118052
1929 133148
1936 138672
1951 233879
1953 241247
1958 342982
Tekst

Algemeen Ziekenfonds voor Amsterdam 1847-1925 afsplitsing van begrafenisdeel (NV AZA 1925 - 1942 overgenomen via een Duitse maatschappij door de Centrale Levensverzekerings- en Depositobank -1990 Reaalgroep.

Het Algemeen Ziekenfonds fuseerde in 1984 met Ziekenzorg (1895, nr 1153) en het Onderling Ziekenfonds door en voor werklieden (1877, nr 1166) tot ZAO zorgverzekering (Ziekenfonds Amsterdam e.o.).

Opgericht: 25 febr. 1847. 15 maart start inschrijving leden, 1 april in werking.

Voorzieningen: arts; medicijnen; ziekengeld 50 of 25 cent, tegen contributie van 10 of 5 cent; begrafenisgeld, mits lid tussen 11 en 80 jaar ƒ50 of ƒ25; uitkering van 25 cent verviel in 1868, in 1874 ziekengeld op 75 cent gebracht. ±1892 geneeskundige zorg; ziekengeld ƒ0,75 per dag, in 1878 tijdelijk op 60 cent; begrafenisgeld, mits lid tussen 5 en 80 jaar van ƒ25-, 50, 75 of 100 (in 1875 ingevoerd).

Verzekerden voor ziekengeld: aanvankelijk alleen mannen; 1852 weduwen toegelaten tot verzekering van 25 cent, 1855 idem voor ongehuwde vrouwen. In 1868 vrouwen weer buitengesloten, wat tot 1917 duurde.

Leden: 1847 8147; 1850 6461 (waarvan 2659 kinderen); 1852 8959 (waarvan 3632 kinderen); 1853 11644 (waarvan 4646 kinderen); 1854 13.775 (waarvan 5561 kinderen); 1857 20.402; 1859 24.073 (waarvan 9.366 kinderen); 1861 25190; 1865 31164; 1866 31.173 (waarvan 11.999 kinderen); 1867 33.979; 1870 37.728 (waarvan 14.122 kinderen); 1876 49.153 (waarvan 18.341 kinderen); 1877 50.300; 1887 59.624; 1893 71.305 (waarvan 27.000 kinderen); 1897 83.050; 1925 118.052; 1929 113.148; 1936 138.672; 1951 233.879 (166.126 verplicht; 67.753 vrijwillig); 1953 241.247; 1958 342.982.

Bezit: uº dec. 1876 ƒ248.876; reservekapitaal ziekenfonds uº 1897 ƒ102.736.

Bijzonderheden: In 1854 had de afdeling ziekengeld 1421 leden, begrafenisgeld 2607. In 1857/8 had het fonds volgens NTvG 2(1858) 463, 21.212 (12.776 leden en 8436 kinderen) personen verzekerd in de afdeling ziekenbehandeling, 1985 voor ziekengeld en 3434 in de begrafenisafdeling.

Erkend in het kader van het Ziekenfondsenbesluit.

Overname: 1 juli 1946 Ziekenfonds van de NV Algemene Verzekeringsmaatschappij Victoria.

Bronnen: Armverslag 1853; S. 541, 1 april 1847-9 nov. 1925 NV*, afd. begrafenisgeld, S, NV 959; Nederlandsch Weekblad voor geneeskundigen, o.a. dl. V, 219; W.L. Leclerc;Rapport Ziekenfondsen Amsterdam, 19 ev.; Calisch, 69; Fondsenenquête, 58; Begrafenisrapport Nut, 19; Ziekenfondsrapport Nut, 12; CBS 1936; Lijst oude fondsen; Verslag Commissaris Ziekenfondsen 1946/7; Schreven, Congres Sociaal Hygiene.