Verzekeringsfondsen

De algemeene bos. 1747-.

Opgericht: 22 april 1747, vernieuwd 29 sept. 1782.

Opgeheven: AZA overzicht 1854 tussen 1842 en 1851. De bos kwam ook al niet meer voor in het overzicht uit 1850.

Aard: onderling, de bosmeesters kiezen bij vacature nieuwe uit de leden; in geval van geschillen bemiddelen de drie oudste leden.

Voorzieningen: ziekengeld na drie dagen ƒ3,50 per week oftewel 50 cent per dag, na 26 weken de helft, na een jaar stopt het; de zieke kan dan nog wel voor 4 stuivers voor arts en medicijnen verzekerd blijven; arts, medicijnen; begrafenisgeld bij minder dan 2 jaar lid ƒ20; erna als de bos 100 leden heeft ƒ30, met het ledental oplopend tot ƒ50 bij meer dan 200 leden. Voor vrouwen idem.

Leden: volgens reglement bos voltallig als er 200 leden en 6 bosmeesters zijn: 1826 180; 1827 200; 1842 150.

Contributie: 15 cent.

Vergaderplaats 1842 hoek Achterburg en Hoogstr.

Directeuren: 1842 Besseling, Bergstr.; Leper, O. Kerkplein; Janson, Dikstr. boven no. 10.

Bijzonderheden: als gevolg van de ziekte van 1826 en 1827 zijn er tekorten, die door de bosmeesters zijn voorgeschoten en terugbetaald moeten worden. Voor bezoek aan arts moet eerst lootje gehaald.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 451, geeft gelijknamig fonds, maar opgericht ±1840, die alleen een begrafenisvoorziening kende.