Verzekeringsfondsen

Het fonds ter ondersteuning van zieken en ter uitkeering van begrafenisgeld ` Eendragt maakt magt'. vóór 1780-1857.

Op het reglement is vermeld voor 1780 bestaand, 2 febr. 1801 opnieuw georganiseerd, 20 maart 1831 opnieuw verbeterd.

Opheffing: volgens de AZA lijst tussen 1854 en 1863. Op de gemeentelijke aanschrijflijst 1858 is de bus doorgestreept onder de mededeling ontbonden.

Aard: onderling, directie uit de leden benoemd.

Doelgroep: gehuwde en ongehuwde mannen van 18 tot 46 jaar. Vrouwen van leden kunnen lid worden. Weduwen kunnen lid blijven, maar moeten naast hun contributie 10 cent extra voor het begrafenisfonds betalen.

Voorzieningen: (volgens reglement) arts, medicijnen (uitdrukkelijk bepaald geen rechten voor kraam en gevolgen); ziekengeld 50 cent per dag; begrafenisgeld ƒ20-50 bij 8 jaar lidmaatschap.

Leden: 1827 130; 1842 200; mrt. 1850 100; 1851 90; 1854 100.

Contributie: gehuwden 75 cent, ongehuwden 70 cent; vrouwen 35 cent per 4 weken.

Bestuur: volgens reglement J.H. Steinmetz, J.D. Hohoff en C. Meijer; in 1842 L.D. Steinmetz, schoenmaker (N. Lombardst.), Meijer, id. (Singel bij Heiligenweg) en Hohoff, tuinmansknecht (L.L. Dwarsstr. bij Kruisstr.); in 1850 en 1853 Steinmetz (hoek Utr. str.) nog steeds directeur.

Vergaderplaats 1842 Sl. (slijterij?) Jansje; 1853 hoek Prinse en Leliegracht.

Bijzonderheden: lidmaatschap vervalt bij opname in godshuis of liefdegesticht; dan wordt wel een vrijwillige gift van ƒ6,- gegeven. Ook bij dit fonds bestond de plicht te verteren bij de contributiebetaling.

NB: In 1827 bestonden er twee fondsen van die naam. (11700)

Bronnen: Armverslag 1827; GAA; Calisch, 3.