De standvastige eendragt
Gegegevens |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | De standvastige eendragt | ||||||||||||||
Plaats | Amsterdam | ||||||||||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||
Datum | 1827-1856 | ||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1827 | ||||||||||||||
Jaar van opheffing | 1856 | ||||||||||||||
Bestaansduur | 20-30 jaar | ||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||
Tekst | De standvastige eendragt. 1827-1856 Oprichting: In 1828 werd op de lijst van fondsen, die opgave weigerden deze bus vermeld als onvindbaar. In juli 1828 was meegedeeld, dat besloten was de bus te splitsen in een trekkend en een niet trekkend deel. Op 14 okt. 1827 gesepareerd. De vrouwenbus moet dus dezelfde zijn als de door Calisch en de AZA lijst gemelde bus, hoewel de toevoeging voor vrouwen niet werd gegeven. Uit de gegevens over 1842 blijkt de oorspronkelijke bus een vrouwenafdeling te hebben behouden, aangezien daar een afzonderlijk adres wordt gegeven voor de vrouwenbus, wat niet met deze bus overeenkomt. Het ging dus in 1827 niet om een afsplitsing van de vrouwenbus. Reglement van 27 sept. 1841, ging per 1 nov. in. Registratie en mogelijke opheffing: vanaf 1852 tbv het armverslag. In 1856 stond als adres op de aanschrijflijst J. Berman, die apotheker was van het in 1775 opgerichte fonds. In 1857 werd dit adres op de aanschrijflijst doorgehaald met de mededeling, dat de bus niet meer te vinden was. Toch wordt de bus nog in het AZA overzicht over 1863 genoemd, zij het met hetzelfde ledental als in 1854. Voorzieningen: arts, medicijnen; begrafenisgeld. Leden: 1842 56; mrt. 1850 40; 1851 32; 1852 42; 1854 38; 1855 39. Contributie: 1842 20 cent trekkend, 12½ overigen. Bijzonderheden: men mag een keer een specialist raadplegen op kosten van de bos; huisgenoten moeten door de bosarts geholpen worden voor 30 cent. Boekhouder: 1842 en nog steeds 1854 De Graaf, kantoorbediende, 2e Weteringdwarsstraat; 1842 tevens L. Muller. Vergaderplaats: 1842 in een wijnhuis in de Vijselstr. bij Pilla. In 1854 bij C. Haanepen, Vijselstr. bij de Munt, wat ook in 1855 als adres werd opgegeven. Bronnen: Armverslag 1828; GAA; Calisch, 34. |