Algemeen Onderling Ziekenfonds 'Door en voor werklieden'
Gegegevens |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Algemeen Onderling Ziekenfonds 'Door en voor werklieden' | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | Amsterdam | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Provincie | Noord-Holland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Aard | werklieden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Datum | 1877-1984 (fusie) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Jaar van oprichting | 1877 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Fusiedatum | 1984 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Fusieresultaat | ZAO Zorgverzekeringen (Ziekenfonds voor Amsterdam e.o.) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Ziekengeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Ziektekosten | ja | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Overlijden | ja | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Leden |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Tekst | Algemeen Onderling Ziekenfonds `Door en voor werklieden' (AOZ). 1877-1984 fusie met Ziekenzorg (1153) en AZA (12508) tot Ziekenfonds voor Amsterdam e.o. (99067)/ZAO Zorgverzekeringen. Opgericht: 17 juni 1877. Initiatief van het ANWV in samenwerking met leidende figuren uit RK vakbeweging. Erkend in kader van Ziekenfondsenbesluit; aangesloten bij de landelijke federatie. Voorzieningen: ±1892 medische zorg en medicijnen; kraam ƒ3,-; ziekengeld tegen verhoogde contributie 80 cent, na 5 jaar lid ƒ1,- per dag (120 dagen; in 1893 wordt een uitkering bij overlijden van de man van ƒ20 ingevoerd mits man en vrouw beiden 5 jaar lid zijn. Contributie: 1891 10 cent volwassenen; 2 cent voor kinderen jonger dan 16 jaar (maximaal 5 kinderen contributie); ziekengeld 12 cent. Leden: 1877 79 volwassen leden; 1878 1023 (waarvan 416 kinderen); 1890 5125 (3062 leden en 2063 kinderen); 1892 3650; 1898 13.770 (MVK); 1907 40.000; 1915 30.000; 1927 65.323 (44.360 volwassenen, 20.963 kinderen); 1929 72.450; 1936 71.224; 1938 85.278; 1940 83.337; 1947 108.788; 1951 146.898 (106.738 verplicht; 40.160 vrijwillig); 1955 152.068; 1958 169.686; 1960 165.612; 1981 135.000. NB 1: de Verzekeringsbode meldt voor 1890 3052 leden en 2070 kinderen in afd. ziekenbehandeling; 680 in afd. ziekengeld. NB 2: over 1946 wordt vermeld, dat 59% verplicht, 41 % vrijwillig is verzekerd); 1981 ongeveer 135.000. Salaris administrateur in 1891 ƒ15 voor full time. Afd. ziekengeld: in 1890 gedaald van 680 naar 660 leden. Overnames: 1906 `Vriendenkring' (1147); 1950 Algemeen ziekenfonds De Nederlanden (1158) ongeveer 26.000 verzekerden; 1957 helft van ledenbestand NAZ (ongeveer 19.000 verzekerden). Bijzonderheden: Het fonds kreeg in het begin vooral tegenwerking van de directiefondsen, die hun artsen verboden voor AOZ te werken. Nu (1927) vooral tegenwerking van de apothekers, waarbij de artsen zich aansloten. Bronnen: Verzekeringsbode 10(1890/1) 419; NMG, Amsterdam, 32; Fondsenenquête, 39; Verhoren, 448 ev; CCS, 1894; Ziekenfondsrapport Nut, 18; departementale lijst; NMG-rapport, 356; CBS 1936; Gedenkboek Centrale Bond; Adresboek Ziekenfondsen 1952; J. van Meeuwen, G. Nijssen, Arbeidersbeweging; Het Ziekenfonds, o.a. 1927, 1947; (1955). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||