Sociƫteit 'Rust en vrede'
Gegegevens |
|||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Sociƫteit 'Rust en vrede' | ||||||||||||||||
Plaats | Amsterdam | ||||||||||||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||||
Datum | 1836-1863 (laatste vermelding) | ||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1836 | ||||||||||||||||
Laatste vermelding | 1863 | ||||||||||||||||
Bestaansduur | 20-30 jaar | ||||||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||
Tekst | Sociëteit `Rust en vrede'. 1836- Opgericht: 24 jan. 1836 door C.E. Mulder en C. van der Smieden; reglement verbeterd 4 febr. 1846 door C. van der Smieden en J.C. Müller. Opheffing: in de aanschrijflijst over 1859 is de sociëteit doorgestreept en staat er boven geschreven `Zorg in nood', een tot dan toe onbekende sociëteit, met als adres H.J. Oostveen, die apotheker was. Volgens de AZA lijst bestond Rust en vrede nog in 1863. Directie: C.E. Mulder; C. van der Smieden. die de sociëteit hadden opgericht. In 1842 Van der Smieden, Anjeliersstr. NZ en Maas, 1e Lelie Dwrsstr. 1853 V.d. Smieden en Muller. Adres 1855 en 1858 C.W. Sprenger, Nieuwendijk, H 120, die de apotheker van de sociëteit was. Aard: 2 vaste directeuren, 3 bosmeesters, die volgens volgorde in stamboek aan de beurt komen. Alles wordt door de directie geregeld, tenzij bij hoge noodzaak, dan wordt de hulp ingeroepen van de 12 oudste en de 12 jongste leden van de sociëteit. De directeuren en de bosmeesters vrij van contributie, terwijl ook hun kinderen geholpen werden. Zij hadden verder geen inkomsten uit de sociëteit, ook niet volgens de inventarisatie uit 1842. Voorzieningen: reglement 1846 geneeskundige hulp; ziekengeld na 3 dagen 50 cent; begrafenisgeld ƒ40-60 bij meer dan 3 jaar lid; vrouwen ƒ30-50 als zij lid is, ƒ20-30 als zij geen lid is. In 1842 werd ƒ10-40 als begrafenisgeld opgegeven. Leden: volgens het reglement 250 mannen, voorts weduwen en vrijsters. Leden: 1842 140; mrt. 1850 65; 1851 65; 1852 70; 1854 70; 1855 74; 1863 40. Contributie: per 14 dagen 40 cent; vrouwen 20 cent; weduwen/vrijsters 25 cent. Als er niet veel zieken zijn in de winter halve contributie. 1842 alleen 20 cent opgegeven. Bijzonderheden: huisgenoten bediend voor 30 cent, terwijl voor de medicijnen voor hen maximaal 30 cent mag worden gerekend. Verbod op dubbellidmaatschap. Het is de geneeskundige en apotheker verboden gerechtelijke stappen tegen de sociëteit te ondernemen. Vergaderplaats: 1842 wijnhuis hoek Egelantierstr. 1e Dwarsstr. 1853 idem. Bronnen: Begin jaren vijftig in Armverslag; GAA; Calisch, 41. |