Verzekeringsfondsen

Ziekeninrichting afdeling `Hulpverleen'. 1843*-1887 samengegaan met `Hulp voor lijden'-1892 opgegaan in Algemeen Ziekenfonds voor Rotterdam.

Opheffing: volgens het NMG-rapport is dit fonds voor enige jaren opgeheven, een merkwaardige uitlating, omdat het wel een beschrijving en ledental geeft. Bovendien is er volgens hen een reglement uit 1898. Ook op de departementale lijst komt deze nog voor. Volgens GAR en Archiefgids Z-Holland in 1892 opgegaan in Algemeen Ziekenfonds Rotterdam. Het kwam wel vaker voor, dat na fusie fondsen afzonderlijk geregistreerd bleven.

Aard: burgerlijke instelling, vereniging van bijzondere personen: dit duidt op een liefdadigheids initiatief.

Voorzieningen: medicijnen, arts, verloskundige hulp.

Leden: 1852 1452; 1855 1557; 1861 1762; 1865 1689; 1870 Hulpverleen 1317, Hulp in Lijden 452; 1875 Hulpverleen 951, Hulp in Lijden 891; 1880 afdeling Hulpverleen 709; Hulp voor lijden 1167; 1886 504; 1892 2414 (beide samen); 1901 350.

Directeuren Hulpverleen en idem Hulp voor lijden: 1852/3 G. Eshuijs; 1875 G.H. Eshuys (apotheker); H. Hopman; J. Wieck; 1875 idem. Verzekeringsbode (1885) no. 4, idem behalve W. Hopman. 1901 G.W. Spruijt.

Bijzonderheden: men vindt dat de instelling aan doel beantwoordt, nl. minder bemiddelde klasse geneeskundige hulp geven en spaarzaamheid en het zichzelf helpen bevorderen. J. Wieck, die de inzending ondertekent, tekent ook voor `Zonder Baatzucht'.

Bronnen: Armverslag; Beide worden nog vermeld in de Verzekeringsbode (1885) no. 4 en bijlage 10 (directeur J. Wieck) en adresboek 1889. Fondsenenquête, 262; Ziekenfondsrapport Nut, 452, Hulp voor Lijden, 500-1000 leden; Ziekenfondsrapport Nut, 465, Hulpverleen, opgericht 1843*, minder dan 100 leden; NMG, 598; Archiefgids ZH, archief 1871-1892.

Armverslag 1852.