Mannen- en vrouwenbos 'De Goede verwachting'
Gegegevens |
|||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Mannen- en vrouwenbos 'De Goede verwachting' | ||||||||||||||||
Plaats | Amsterdam | ||||||||||||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||||
Datum | 1828-1860 (laatste vermelding) | ||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1828 | ||||||||||||||||
Laatste vermelding | 1860 | ||||||||||||||||
Bestaansduur | 30-50 jaar | ||||||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||
Tekst | Mannen- en vrouwenbos `De Goede verwachting'. 1828- Opgericht: 27 dec. 1828. Is een afsplitsing van de gelijknamige bus, bestaande uit de directeur en ruim 200 leden. Hernieuwd 1 maart 1835. Opheffing: volgens AZA bestond de sociëteit nog in 1863, met hetzelfde ledental als in 1854. Op de aanschrijflijst 1859 kwam hij nog voor. Voorzieningen: reglement 1835 geneeskundige hulp; ziekengeld 50 cent of ƒ3,50 voor mannen, ƒ1,50 voor vrouwen, ook de bevalling valt daaronder; begrafenisgeld ƒ40-60. Als sociëteit meer dan 400 leden heeft krijgen na 1 jaar ziekte mannen ƒ32, vrouwen ƒ16 pensioen. Leden: 1828 ruim 200; 1842 443; mrt 1850 300; 1851 225; 1852 250; 1854 234; 1855 200; 1863 234. Na 1855 werden geen opgaven meer verstrekt. (150 mannen en 150 vrouwen als trekkend lid, niet trekkend onbepaald). Contributie: trekkende man 30 cent, trekkende vrouw 25 cent, niet trekkend 22½ cent per 14 dagen. Op grote bosdag (4 keer per jaar) trekkende 45 cent, niet trekkende 35 cent als dodegeld en 5 cent voor de kastelein voor huur ed. Vergaderplaats: 1828 gevestigd op hoek Kloveniersburgwal en Koestr. in de herberg De Gouden Voet. 1842 Slijpsteenen. 1850 op de N. Markt. Directeur: reglement 1835 T. Malgo; 1842 Mol, op de hoek van de Kapelstg. en Zeedijk; 1850-1855 D. Malgo. Adres 1855 en 1858 P.L. Gude, Kalverstr. Gude was de apotheker van de bos. Bronnen: Armverslag 1828; GAA; Calisch, 37. |