Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Eendragtige liefde en vriendschap

Gegegevens

Naam Eendragtige liefde en vriendschap
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Aard onderling
Datum 1823-1861
Jaar van oprichting 1823
Jaar van opheffing 1861
Bestaansduur 30-50 jaar
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1826 57
1827 128
1842 825
1850 500
1851 490
1854 490
Tekst

Eendragtige liefde en vriendschap. 1823*-1861.

Opgericht 1823. Verbeterd reglement 1841.

Opheffing: AZA lijst 1854 nog vermeld, 1863 niet meer. In 1861 op de aanschrijflijst aangetekend, dat Dr. Godschalk verzocht heeft hem geen formulieren meer te zenden.

Voorzieningen: 1827 en reglement 1841 ziekengeld na drie dagen 50 cent per dag (1 jaar); arts en medicijnen; begrafenisgeld mannen ƒ30 oplopend tot ƒ80 bij meer dan 20 jaar lidmaatschap, vrouwen ƒ20-60, ook als de vrouw geen lid is.

Leden: 1826 57; begin 1827 63 (52 mannen en 11 vrouwen); eind 1827 128 (109 m. en 19 vr.); 1842 825; mrt. 1850 500; 1851 490; 1854 490. De bus reageerde niet op de aanschrijvingen.

Contributie: volgens brief 1827 40 cent man, 32 vrouw; 30 vrijers/sters.

Bestuur: 1842 M. Meyer, aardappelboer, 2e boomdwarsstr.; H. Manckroot, Schippersgracht. 1850 idem.

Adres: 1855 en in 1858 doorgestreept I.E. Holberg, Laurierstr. bij de Prinsengr. FF7; in 1858 nieuw adres: Dr. Godschalk.

Vergaderplaats: 1827 W. Haarman, Dam 18; (NB: in 1842 werd de sociëteit Troost in Lijden (12101) gehouden bij een kastelein Haarman op de Dam); 1842 Bloemstr. 1e Dwrsstr. 1853 idem, wijnhuis.

Bijzonderheden: reglement 1841 de bus is toegankelijk voor mannen en vrouwen, ook vrijsters. Maximale ledental 800 mannen, 200 vrouwen. De vrouwen kunnen geen ziekengeld krijgen, en betalen lagere contributie. Huisgenoten worden door de bosarts voor ½ geld bediend.

Medewerking samenstelling statistiek: bij de opgave over 1827 deelde de directie mee, dat zij alles `uit menschenliefde' deden en geen `loontrekkende dienaren' waren. Daarom wilden zij zich in het vervolg van opgave excuseren, tenzij de overheid aantoonde, dat zij er zelf belang bij zouden hebben. De kastelein moet een borg stellen voor de kist.

Bronnen: Armverslag 1827; GAA; Calisch, 20*.