Verzekeringsfondsen

Maatschappij van Onderlinge Levensverzekering. 1848-1902 portefeuille overgedragen aan verschillende maatschappijen.

Goedgekeurd volgens KB 1830 bij KB 8 juni 1847, 90; 28 jan. 1848, 16; 10 jan. 1849, 67; 25 juni 1871, 17; 11 juni 1874, 7; 29 febr. 1876, 3.

Directeur: 1848 J.W.T. Matthes (assuradeur), A.S. Tobias (commissionair in effecten); in 1876 waren P. Ludwig en W.A. Tobias directeur, een M. Matthes toen commissaris; Wiebes geeft als directeur P. Ludwig. Idem ttv Begrafenisrapport Nut.

Leden: ±1890 5-10.000

Opheffing: Wiebes Leemans, Geschiedenis, 8/9 en 33. Portefeuille kapitaal- en renteverzekering (817 contracten) overgedragen aan `Eigen Hulp'. Enkele agenten brachten hun volksverzekeringsportefeuille over naar `Victoria', de overigen brachten hun portefeuille in in de daartoe opgerichte NV Maatschappij van Levensverzekering, waarvan de portefeuille in 1922 door de Oude Haagsche werd overgenomen.

Financiële gegevens: De Maatschappij had in 1901 een verzekerd kapitaal van bijna ƒ1,1 miljoen. Premie reserve per 31 dec. 1898 ƒ159.955.

De maatschappij verzekerde 1. kapitaaluitkering bij overlijden; 2. overlevingskapitaal (NB als de begunstigde eerder overlijdt vervalt het kapitaal aan de maatschappij); 3. overlevingsrente; 4. doorlopende lijfrente.

Bijzonderheden: agenten o.a. Haarlem. In 1884 bestond er ook al ongerustheid over de maatschappij. De Verzekeringsbode liet toen weten, dat hier geen reden voor was, omdat P. Ludwig de gelden onder zijn beheer had. (17 mei 1884, no. 33).

Bronnen: S. 843, 8 juni 1847-? Begrafenisrapport Nut, 7; Fondsenenquête, 50; departementale lijst.