Nederlandsch onderling weduwen-, wezen- en begrafenisfonds 'Bereid uw huis, want ook gij zult sterven'
Gegegevens |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Nederlandsch onderling weduwen-, wezen- en begrafenisfonds 'Bereid uw huis, want ook gij zult sterven' | ||||||
Plaats | Amsterdam | ||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||
Aard | commercieel | ||||||
Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||||
Datum | 1825-1829 | ||||||
Jaar van oprichting | 1825 | ||||||
Jaar van opheffing | 1829 | ||||||
Bestaansduur | 02-10 jaar | ||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||
Weduwegeld | ja | ||||||
Wezen | ja | ||||||
Leden |
|
||||||
Tekst | Nederlandsch onderling weduwen-, wezen- en begrafenisfonds `Bereid uw huis, want ook gij zult sterven'. 1825-1829 Directie: Valk en Spohler Oprichting: koninklijke goedkeuring aangevraagd in 1824, maar dit werd geweigerd. Begin 1825 in werking. Zij dienen een nieuwe aanvrage in, want anderen waren ook al begonnen voor zij koninklijke goedkeuring verkregen. Zou hen veel schade opleveren, want al veel kosten gemaakt en weigering van autorisatie `zelfs grootelijks (zoude) hinderen aan hunne Eer en goede name en fame en voor hun een mistrouw van de inwoonders (zoude) kweeken'. Zij noemen het zelf een weduwe- en wezenfonds. Reglement herzien in 1828. Opheffing: 1829 gedissolveerd (NA, Armwezen 1813-1832, inv. 1893, 3 dec. 1830H). Over het niet nakomen van de verplichtingen kwam o.a. een rekest binnen van een Haagse weduwe. Voorzieningen: weduwenuitkering ƒ300 oplopend tot maximaal 4 aandelen; contributie ƒ6,25-17,50 bij 65-70 jaar. Begrafenisuitkering ƒ50 tot maximaal 125 bij 4 aandelen. Bij reglementswijziging 1828 maximum leeftijd van 65 ingevoerd en maximum beperkt tot 2 aandelen (ƒ600). NB: Uit de rekening 1827 blijkt, dat er ook aandelen van ƒ150 waren, zij het slechts 3. Leden: 1827 2107 (37 trekkend); 1828 5125 (222 trekkend waaraan ƒ84.300 wordt uitgekeerd). NB: Uit de rekening 1827 blijkt, dat 2107 ingeschreven personen 4148 leden opleveren. Het ging om 3 deelnemers voor ƒ150; 3136 voor ƒ300; 814 voor ƒ600 en 79 voor ƒ900. Het getal voor 1828 betreft evenmin personen. Over 1827 werden 75 begrafenisuitkeringen gedaan ad ƒ4475 en 112 pensioenen uitgekeerd ad ƒ26643. Bezit: 1827 ƒ83.000 NWS; 1828 ƒ2653 kas, ƒ75.000 belegd. Winst voor de onderneming: in het dossier administratiekosten genoemd per aandeel, toegepast op alle aandelen zou dat voor 1827 neerkomen op maximaal ƒ28.690 terwijl de directeur jaarlijks ƒ100 voor reglementen ed. mag gebruiken. Het bedrag moet lager gelegen hebben, omdat kosten voor alleenstaanden lager zijn. Het blijft echter nog zo onwaarschijnlijk hoog, dat de administratiekosten waarschijnlijk voor de hele looptijd golden. De directeuren moesten een cautie stellen van ƒ1000. Bijzonderheden: Ondanks het fiasco van het voorgaande fonds dient een Jacob Spohler in april 1830 een plan in voor een nieuw levensverzekeringsfonds. Nadat hij dit heeft aangepast aan de berekeningstabellen van Lobatto, houdt Lobatto nog slechts enkele bedenkingen over tegen de administratiekosten, die een percentage zouden moeten zijn, niet een vast bedrag, waardoor duurdere verzekeringen een geringer aandeel betalen.(2 aug. 1834, 133; inv. 284, 28 mrt. 1838, 158). In 1838 trekt hij zijn aanvrage in omdat hij inmiddels te oud is geworden. Bronnen: S. 361, 1 april 1825-?, 15 v.w.; NA, Staatssecretarie, inv. 2162, 14 febr. 1825, 78; idem, 2227, 13 mei 1825, 14; idem, 2242, 1 juni 1825, 46; Inventarisatie van weduwenfondsen door het departement. NA, Armwezen 1813-1832, inv. 1842, 2 okt. 1829, 68H; inv. 1792, 1830; inv. 1893, 3 dec. 1830, 31H. |