Lijfrentefonds bij onderlinge waarborging der deelnemers
Gegegevens |
|
|---|---|
| Naam | Lijfrentefonds bij onderlinge waarborging der deelnemers |
| Plaats | Amsterdam |
| Provincie | Noord-Holland |
| Aard | commercieel |
| Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds |
| Datum | 1824-1833 |
| Jaar van oprichting | 1824 |
| Jaar van opheffing | 1833 |
| Bestaansduur | 02-10 jaar |
| Weduwegeld | ja |
| Ouderdom | ja |
| Tekst | Lijfrentefonds bij onderlinge waarborging der deelnemers. 1824-1833 Koninklijke goedkeuring 19 juni 1824, 91. Directie: J. Borneman, P.H. Kemp. In 1833 zijn Van Dragt en Hulters directeur Opheffing: `indertijd' was men overgegaan tot heffing van een hogere contributie en een hoger inleggeld om de solvabiliteit te vergroten, maar daardoor daalde het ledental. Gaat over tot `dissolutie'. NA, Armwezen 1832-1878, inv. 77, 31 okt. 1833, 117. Nog in 1864 wordt een correspondent van het Lijfrentefonds te Amsterdam odv J. Borneman en P.H. Kuyper vermeld in de Almanak voor Noord-Brabant. Bronnen: NA Armwezen, 1832-1878; NA, Staatssecretarie, inv. 1987, 19 juni 1824, 170. |