Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Nederlandse Maatschappij van het onderlinge weduwenpensioen

Gegegevens

Naam Nederlandse Maatschappij van het onderlinge weduwenpensioen
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Aard commercieel
Verzekering op het leven weduwen- en wezenfonds
Datum 1825-1831
Jaar van oprichting 1825
Jaar van opheffing 1831
Bestaansduur 02-10 jaar
Weduwegeld ja
Leden
Jaar Aantal
1828 331
1829 339
Tekst

Nederlandsche Maatschappij van het onderlinge weduwenpensioen. 1825-1831

Directeur: Gerhardus Christoffel Schlosser.

Opgericht 1825; aanvrage koninklijke goedkeuring niet gehonoreerd; bij de behandeling van deze zaak kwam naar voren, dat Schlosser al eens een veeverzekeringsfonds had geëxploiteerd, dat 1 mei 1822, 82 koninklijk was goedgeke­urd, maar het niet lang had volgehouden.

Opheffing: Commissaris J. van Lennep trachtte - nadat Schlosser in de zomer van 1829 was afgetreden - de zaak te redden. Schlosser, wiens verblijfplaats hem onbekend was had echter alle papieren in bezit. Al voor het KB was een ledenvergadering bijeengeroepen voor een reglementswijziging om het fonds te kunnen redden. Ivm KB het concept nieuwe reglement voor advies ingestuurd. (Staatssecretarie Inv. 3699, 31 mei 1832, 7). Nog voor het onderzoek door het departement voltooid was, liet Van Lennep weten dat de maatschappij op 20 juni 1831 gedissolveerd was.

Leden: 1828 331 (8 weduwen, die ƒ3500 uitgekeerd kregen); 1829 339 (14 weduwen)

Bezit: 1828 ƒ23.629 in kas, ƒ36.000 belegd; 1829 ƒ23.190 belegd.

Bijzonderheden: 1. Bij de contributie wordt rekening gehouden met de leeftijd. Pensioenen betaald uit de rente. Inleggelden worden belegd en dat kapitaal wordt niet aangeraakt.

2. Het fonds opereerde oa ook te Utrecht.

Bronnen: S. 360, 10 mrt. 1825- , 15r; Staatssecretarie, inv. 1959, 8 mei 1824, 102; idem, 2254, 20 juni 1825, 111; idem, 2507, 10 juni 1826, 126; Inventarisatie van weduwenfondsen door het departement. NA, Armwezen 1813-1832, inv. 1842, 2 okt. 1829, 68H.