Algemeen Weduwenfonds
Gegegevens |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Naam | Algemeen Weduwenfonds | ||||
Plaats | Amsterdam | ||||
Provincie | Noord-Holland | ||||
Aard | commercieel | ||||
Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||
Datum | 1814-1832 | ||||
Jaar van oprichting | 1814 | ||||
Jaar van opheffing | 1832 | ||||
Bestaansduur | 10-20 jaar | ||||
Begrafenisgeld | ja | ||||
Weduwegeld | ja | ||||
Leden |
|
||||
Tekst | Algemeen Weduwenfonds. 1814-1832 Directeur: Frederik Woutman en Jeremias van den Burgh. Het fonds is in 1824 koninklijk goedgekeurd. (NA, Armwezen 1832-1878, inv. 43, 11 febr. 1833). Reglement 1814; 1829; 1819 in werking. De reglementswijziging van juni 1829 had betrekking op het heffen van een hogere contributie, ook voor de weduwen; verlaging van de uitkeringen voor de weduwen en een lagere begrafenisuitkering. (Inv. 1842, 2 okt. 1831, 68H). Voorzieningen: jaarwedde van ƒ250 of 500; begrafenisgeld ƒ100 of 200. Werking: correspondenten in andere steden, oa. door Utrecht gemeld. Opheffing: 1832 besluit tot opheffing, omdat het niet kon voldoen aan KB 1830; S. 308 meldt 1834 in liquidatie. Inv. 14, 5 mei 1832, 152, Lobatto deelt mee dat Woutman heeft gemeld, dat het fonds op het punt staat ontbonden te worden. Hij heeft een verzoek tot oprichting van een nieuw fonds `Doet wel en ziet niet om' ingediend ter vervanging van het Algemeen Weduwenfonds, maar zag daar blijkens een overzichtslijst van 1839 uiteindelijk van af. Woutman was ook betrokken bij de oprichting van een weduwefonds in 1822 (804) en een Kinderfonds in 1825, waarvan niet duidelijk is of dat ooit in werking is getreden. Leden: 1828 1171 en 167 weduwen, die ƒ56074 kregen uitgekeerd. Bezit: 1828 ƒ8098 kas; ƒ227.500 belegd in NWS. Bijzonderheden: bij de inventarisatie wordt naast het reglement ook een voorstel tot wijziging van het reglement ingestuurd gericht op instandhouding van het fonds. Bronnen: Inventarisatie van weduwenfondsen door het departement. NA, Armwezen 1813-1832, inv. 1842, 2 okt. 1829, 68H; S. 308, 1 aug. 1814-nov. 1834 in liquidatie. NA, Staatssecretarie, inv. 2234, 22 mei 1825, 113; Idem, 2254, 20 juni 1825, 111. |