Verzekeringsfondsen

Nederlandsche Algemeene Levensverzekeringscompagnie. 1823-1847 in liquidatie

Oprichting: 1823, geauthoriseerd door de Koning bij KB 13 sept. 1823, 23. Oprichtings acte 1 dec. 1823 gepasseerd bij notaris Adam Huidekoper; acte verlenging met 25 jaar gepasseerd bij notaris Matthijs C. van der Moolen, 14 aug. 1833 (namen aandeelhouders genoemd).

Goedkeuring volgens KB 1830 volgt na de nodige strijd. Bestrijden onder het KB te horen, zijn karig met het verschaffen van informatie en willen Lobatto's kritiek op de totdantoe gevoerde politiek niet accepteren. In dit verband werd in 1833 zelfs overwogen te stoppen. Correspondentie en mondeling overleg sinds 1834. In 1837 adviseert het departement ietwat kregel zich bij een volgend overleg te laten vergezellen door een deskundige `(waaronder ik bedoel een wiskundige die met de theorie der levensverzekering grondig bekend zij)'. (NA, Armwezen 1832-1878, inv. 243, 30 mei 1837, 102 Minister aan commissarissen en directeur). Tenslotte na aanpassingen in 1840 toch op lijst goedgekeurde maatschappij­en.

Opheffing: de maatschappij verkeerde in 1846 in moeilijkheden en er was een aandeelhoudersvergadering geweest. Als alle verplichtingen werden nagekomen, zal de ƒ300.000 die nog niet is volgestort snel verdwijnen. Herhaaldelijk had de Maatschappij toestemming gekregen om de termijn, waarbinnen het aandelenkapitaal geplaatst moest zijn te verlengen, zo ook nog in 1845. (NA Armwezen, 1832-1878, inv. 728, 13 juli 1846, 109). In een departementaal stuk uit sept. 1847 wordt gesteld, dat de maatschappij ontbonden is. Bij het departement kwamen ook verschillende klachten binnen van gedupeerden (1846 en 1847). De maatschappij doet lagere uitkeringen dan toegezegd, wat zij rechtvaardigt met verwijzing naar het te hoge niveau van de uitkeringen in het verleden. De klagers worden doorverwezen naar de gewone rechter. Zie o.a. NA, Armwezen, 1833-1878, Inv. 758, 11 jan. 1847, 104; inv. 760, 19 jan. 1847, 118; inv. 803, 23 aug. 1847, 112, klacht dat de uitkering van ƒ287 sinds een jaar niet meer betaald wordt. (inv. 804, 27 aug, 1847, 118; inv. 809, 25 sept. 1847, 192) Volgens de Verzekeringsbode was er een tekort van meer dan ƒ1.3 miljoen en kregen de rechthebbenden nog geen 14%.

Directeur: H. Meyer Cluwen, P. Guy de Coral, die rond het midden van de eeuw trachtte een landelijk werkende ziektekostenverzekeringsmaatschappij op te richten, wat door de artsen geboycot werd. J.H. Eickhoff volgt Guy de Coral op. In 1846 directeuren A.L. Krook van Harpen en S. Wildschut.

Bijzonderheden: 1. Bij de oprichting neemt de Staat/Koning voor 20 aandelen van ƒ1000 deel, waarvan ƒ4000 gestort wordt. (Staatssecretarie, inv. 1943, 20 april 1824, 96).

2. Verlenging met 25 jaar meegedeeld. (Inv. 90, 31 jan. 1834, 95). Tot op het moment van de vergadering zijn 443 van de 500 aandelen geplaatst. Volgens de oprichtingsacte uit 1823 slechts ƒ200 per aandeel van ƒ1000 volgestort. Het salaris van de directeuren wordt bepaald door het aantal geplaatste aandelen.

Bronnen: NA Armwezen, 1832-1878; S. NV, 45; Wiebes Leemans, Geschiedenis, 21; Verzekeringsbode 35 (1915/6) 60-61.