Weduwenfonds
Gegegevens |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Weduwenfonds | ||||||
Plaats | Amsterdam | ||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||
Aard | commercieel | ||||||
Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||||
Datum | 1822-1832 | ||||||
Jaar van oprichting | 1822 | ||||||
Jaar van opheffing | 1832 | ||||||
Bestaansduur | 10-20 jaar | ||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||
Weduwegeld | ja | ||||||
Leden |
|
||||||
Tekst | Weduwenfonds 1822-1832 Directeur: Fred. Woutman, J. v.d. Burgh, die door G. Samuels wordt opgevolgd. Reglement: 1822, 1827. Opheffing: mei 1832 wordt meegedeeld, dat het fonds op het punt staat ontbonden te worden, omdat het niet kon voldoen aan het KB 1830. Volgens het rapport van Lobatto 5 mei 1832 was het een onderdeel van het Algemeen Weduwenfonds. Het voorzag in de behoefte aan verzekering voor mensen, die vanwege een te groot leeftijdsverschil niet aan dat fonds deel konden nemen. Leden: 1828 246 (38 weduwen, die 13.048 uitgekeerd kregen); 1829 237 (49 weduwen.) Uitkering: weduwegeld ƒ250 of 500 en begrafenisgeld. Bezit: 1828 ƒ1004 in kas, ƒ111.900 belegd. Bronnen: Inventarisatie van weduwenfondsen door het departement. NA, Armwezen 1813-1832, inv. 1842, 2 okt. 1829, 68H; S. 336a, 1822- ; NA, Armwezen 1832-1878, inv. 10, 2 april 1832, 183. NB: In 1830 vroeg Woutman goedkeuring aan voor `Doet wel en zie niet om’, dat de andere fondsen zou moeten vervangen. Omdat Lobatto er enorm veel kritiek op had trok hij zijn voorstel in. Hij was tevens een van de oprichters van het Algemeen Kinderfonds, waarvan niet duidelijk is of het ooit in werking kwam. |