© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Bobbie Blommesteijn, Pieters, Maria Alida, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Boesnach [01/05/2017]
PIETERS, Maria Alida, vooral bekend als Mimi Boesnach (geb. Amsterdam 4-11-1899 – gest. Amstelveen 20-4-1982), revueartieste, zangeres en actrice. Dochter van Willebrordus Pieters (1870-?), stoffeerder, en Geziena Eliza Rijnoudt (1872-na 1907), variétédanseres. Maria Pieters bleef ongehuwd.
Maria (Mimi) Pieters was de derde dochter van een ambachtsman en een variétédanseres uit Amsterdam – na haar werden nog een jongen en een meisje geboren. Haar ouders scheidden toen Mimi acht jaar oud was, en omdat de moeder de zorg van de vijf kleine kinderen niet aankon, kwam Mimi terecht in een katholieke inrichting voor halfwezen. Toen haar moeder in 1911 hertrouwde met de goochelaar Gerson Busnac (1876-1943), wiens naam werd vernederlandst tot Boesnach, werd ze er door haar stiefvader weer weggehaald. Aan een journalist vertelde ze later: ‘Hij haalde me dinsdags bij die nonnetjes weg en zaterdags stond ik al op het toneel in de Eerste Van Swindenstraat, met twee liedjes. Dat waren een paar vreselijke dagen, zo rooms opgevoed en dan opeens naar dat Duivelse toneel’ (De Telegraaf , 2-6-1973). Zo trad Mimi al op haar elfde op in café chantants en op de kermis. Ook Mimi’s oudere zus Maud (1894-?) stond op de planken: ze danste in variétévoorstellingen. Voortaan werden de kinderen Pieters aangeduid als ‘de kinderen van Boesnach’.
Bouwmeester Revue
Mimi Boesnach verkocht tijdens haar vroege optredens ansichtkaarten waarop zijzelf stond afgebeeld als ‘Neerlands jongste Soubrette’, een eretitel die overigens ook voor de twee jaar oudere Tilly Kalkhoven werd gebruikt. Van haar stiefvader leerde ze een act met zestien witte gedresseerde duiven, waarmee ze rond 1913 in de grote variétés belandde. In het Floratheater in de Amstelstraat speelde ze een scène met een duikboot: Mimi en haar duifjes moesten als engel op de achtersteven zitten. In 1917 speelde ze in de Flora ook mee in de grote revue Moeder!! hij doet ’t weer. Ze viel op bij Louis Bouwmeester jr., die haar in 1925 vroeg voor zijn net opgerichte revuebedrijf. Aanvankelijk viel Mimi vooral in voor zieke collega’s, maar al gauw werd ze een vast onderdeel van het ensemble en volgens geruchten had ze ook een relatie met haar baas. Dankzij haar knappe verschijning en haar grote toneeltalent groeide ze uit tot de ‘leading-lady’ van de succesvolle Bouwmeester Revue, met Johan Heesters als ‘compère’. Aan dit revuesterrendom bij de Bouwmeesters kwam voor Mimi plotseling een einde toen Louis Bouwmeester jr. in 1933 tijdens de voorbereidingen van de revue Wat doe je in de kou? overleed aan een hartaanval.
Na de dood van Louis Bouwmeester overwoog Mimi Boesnach de revue te verruilen voor het ‘echte’ toneel: tot tweemaal toe kwam het acteursechtpaar Mien en Adriaan van der Horst haar vragen voor hun gezelschap Het Schouwtoneel – ze moest dan wel haar Amsterdamse accent zien kwijt te raken. Mimi twijfelde omdat ze bij de revue goed verdiende en zo financieel voor haar familie kon zorgen. Pas rond 1932, toen haar moeder en een van haar zussen overleden waren en en de anderen voor zichzelf konden zorgen, durfde ze het aan. Cor van der Lugt Melsert, artistiek leider van het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstadtooneel, engageerde haar voor 220 gulden per maand. Dit was een schijntje vergeleken met de bedragen bij de revue, maar ze wilde zo graag bij het toneel dat ze de inkomstenderving voor lief nam. Toen haar contract bij de Bouwmeester Revue afliep, eind 1933, maakte ze haar toneeldebuut in Krontjong van Willy Corsari. Uiteindelijk heeft deze overstap naar het serieuze toneel haar geen windeieren gelegd, want vanaf dat moment heeft ze nooit zonder engagement gezeten.
Serieus acteerwerk
Naast haar toneelwerk speelde Mimi Boesnach in enkele films, zoals de rol van Jannekee in Merijntje Gijzens Jeugd (1936). Toch hield ze eigenlijk niet echt van het genre: ze speelde liever in één stuk door op het toneel. Van 1939 tot 1944 maakte ze deel uit van het Residentietoneel en in 1945 sloot ze zich aan bij het nieuwe gezelschap Toneelgroep Comedia. Toen de kern van dit gezelschap zich in 1950 afsplitste om verder te gaan als De Nederlandse Comedie, ging ze mee. Tot 1968 bleef ze bij dit gezelschap en hiermee speelde een aantal van haar meest bekende rollen. Zo oogstte ze tot twee keer toe (1950 en 1954) veel lof als Olga in De Drie Zusters van Tsjechov en sprak ze twaalf keer als Pieternel de nieuwjaarswens uit in De bruiloft van Kloris en Roosje. Het hoogtepunt van haar carrière was de rol van Kniertje in Herman Heijermans’ Op hoop van zegen (1963). Boesnach had een voorliefde voor het werk van Heijermans omdat ze het zo menselijk vond, en met haar pure en eenvoudige spel wist ze zijn werk bijzonder goed te spelen. Toch was ze aanvankelijk wat huiverig voor de rol van Kniertje omdat ze er naar eigen zeggen ‘te levenslustig’ voor was en ook omdat de beroemde vertolking van Esther de Boer van Rijk haar nog helder voor de geest stond. Pas toen ze hoorde dat Han Bentz van den Berg zou regisseren, stemde ze toe.
Mimi Boesnach is nooit getrouwd – een relatie vond ze belemmerend voor haar werk. Vanaf 1961 woonde ze op een etage in de Valeriusstraat, boven haar (peet)nichtje Sonja en haar partner, Hilda Bongertman. In 1973 speelde ze haar laatste voorstelling, als tante Bettina in De Meid van Heijermans, waarvoor ze een staande ovatie kreeg. Ze kon maar moeilijk haar draai vinden in de theaterwereld van na ‘Aktie Tomaat’, en wilde haar nadagen liever doorbrengen in een huisje met een tuin. Mimi Boesnach overleed op 20 april 1982 in haar woonplaats Amstelveen.
Betekenis
Mimi Boesnach werd geroemd om haar eenvoudige acteerstijl en kreeg lovende kritieken. Lange tijd bleef het ‘lieve’, meisjesachtige imago uit haar revuetijd aan haar kleven. Ze vond het lastig om zichzelf op de voorgrond te dringen. Ondanks haar onzekerheid en bescheidenheid kreeg ze verschillende blijken van erkenning, waaronder de Bronzen Theo d’Or (1957) voor Aparte Tafels van Terence Rattigan en de Albert van Dalsemprijs (1963) voor haar rol in Uitkomst van Heijermans. Ook zijn er meerere straten en pleinen naar haar genoemd, onder andere in Leiden, Heerhugowaard en Zaandam.
Naslagwerken
Coffeng; Honig; Theaterencyclopedie.
Archivalia
- Gemeentearchief Den Haag: gezinskaart Maria Alida Pieters.
- Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: echtscheidingsaankondiging Willebrordus Pieters en Geziena Eliza Rijnoudt.
Literatuur
- Edw. Katan, ‘Actrice Mimi Boesnach. Zo mooi, net de hemel!’, in: Achter het masker. Gesprekken uit de toneelwereld (Amsterdam 1960).
- De Telegraaf, 18-6-1960; 24-12-1963; 2-6-1973; 4-6-1973.
- Algemeen Handelsblad, 1-11-1963.
- De Waarheid, 22-4-1982.
- Jacques Klöters, 100 jaar amusement in Nederland (Amsterdam 1987).
- Mariëtte Wolf, Een plek om lief te hebben. Geschiedenis van Carré (Amsterdam 2012).
Illustratie
Mimi Boesnach als Pieternel in De bruiloft van Kloris en Roosje, door Ander van den Heuvel, 1964 (ANP Photo).Auteur: Bobbie Blommesteijn
laatst gewijzigd: 01/05/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.