© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Marloes Huiskamp, Drabbe, Marie Jeannette Sophie Lucie, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Drabbe [07/06/2018]
DRABBE, Marie Jeannette Sophie Lucie, vooral bekend als Mies Elout-Drabbe (geb. Utrecht 4-3-1875 – gest. Rheden 24-5-1956), tekenares, schilderes. Dochter van Johan Drabbe (1839-1916), beroepsofficier, later schoolopziener, en Louisa Helena Boogaert (1836-1915). Mies Drabbe trouwde op 21-5-1902 in Domburg met Paulus Johannes Elout (1873-1956), ‘horticulteur’, later directeur van de Domburgsche Zeebadinrichting. Uit dit huwelijk werden 2 zoons geboren, van wie er 1 jong stierf.
Mies Drabbe werd als jongste van vier (twee jongens, twee meisjes) geboren in een uit Bergen op Zoom afkomstig patriciërsgeslacht. Haar moeder was de dochter van een Zeeuwse koopman. Haar vader was militair, wat veel verhuizingen met zich meebracht: Mies bracht haar kinderjaren door in Utrecht, Maastricht, Gorinchem en Amsterdam. In 1890 ging het gezin naar Arnhem, waar Mies de mms bezocht en ze Bine de Sitter, vriendin voor het leven, leerde kennen.
De jonge Mies Drabbe speelde piano, las veel, en tekende en schilderde, net als haar broer Johan. Haar zus Henriëtte zou als dichteres bekend worden. In 1895, na de pensionering van vader Drabbe uit het leger, vestigde het gezin zich in Domburg. Zij hadden daar al veel zomervakanties doorgebracht omdat grootmoeder Boogaert er woonde. Vader Drabbe ging aan de slag als schoolopziener in het arrondissement Middelburg. Mies nam in diezelfde stad les bij de schilder Willem Schütz, bij wie zij vooral stillevens aquarelleerde. Op haar wandelingen in en rondom Domburg maakte zij schetsen van het landschap. Haar grootste talent lag echter in de portretkunst.
Toorop en Domburg
In 1898 leerde Mies Drabbe bij broer Johan, die in Arnhem woonde, de schilder Jan Toorop kennen. Dit was het begin van een vriendschap die tot Toorops dood in 1928 standhield. In 1898 stelde Toorop zichzelf en Drabbe voor in een erotisch getinte tekening die hij haar vervolgens stuurde, maar van een liefdesrelatie lijkt geen sprake te zijn geweest. Tot 1922 kwam Toorop vele malen naar Domburg om er te werken. Ook met vader Drabbe was hij goed bevriend. Tijdens wandelingen en in brieven gaf hij Mies Drabbe allerlei adviezen: bijvoorbeeld hoe de natuur te observeren, wat te lezen en welk materiaal te gebruiken. Drabbe nam zijn adviezen zeer ter harte. Mede door Toorops toedoen volgde zij in de jaren 1899-1901 twee wintercursussen schilderen naar model aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten.
In mei 1902 trouwde Mies Drabbe met Paul Elout, zoon van een voormalige Domburgse burgemeester. Na een aantal maanden in Sint-Amandsberg (België) te hebben gewoond, vestigden zij zich in maart 1903 definitief in Domburg, waar Elout directeur werd van de Domburgsche Zeebadinrichting en in april hun eerste zoon François Johan geboren werd. Deze stierf in april 1904, twee maanden voor de geboorte van de tweede zoon, François Henri Johan (Frans).
Mies Elout-Drabbe leerde in Domburg veel schilders, schrijvers en componisten kennen. Haar beste vrienden, onder wie Toorop, Piet Mondriaan en de schrijver Arthur van Schendel, kwamen regelmatig bijeen in haar atelier, of in het huis van Bine de Sitter, die in 1910 ook in Domburg was komen wonen. Daar hadden zij lange gesprekken over kunst, literatuur en theosofie. Ook schreven zij elkaar veel brieven. Deze vriendschappen boden Elout-Drabbe de geestelijke diepgang die zij zocht – en bij haar echtgenoot miste – en waren een aangename afleiding van de zorg die zij had voor haar gezin en ouders.
Voor Mies Elout-Drabbe was haar teken- en schilderwerk een eerste levensbehoefte. Bovendien was haar werk een welkome bron van inkomsten. Zij exposeerde af en toe op (verkoop)tentoonstellingen, vooral op Walcheren, maar ook daarbuiten. Van 1909 tot en met 1911 deed ze als buitenlid mee aan ledententoonstellingen van kunstenaarsvereniging St. Lucas in Amsterdam. Van 1911 tot en met 1921 zat Elout-Drabbe in de organisatie van de jaarlijkse Domburgse zomertentoonstellingen, een initiatief van Jan Toorop. Schilders als Ferdinand Hart Nibbrig, Piet Mondriaan, Jacoba van Heemskerck, Charley Toorop, Lucie van Dam van Isselt (een nicht van Elout-Drabbe), en natuurlijk de organisatoren zelf namen meermaals deel.
Ook op andere manieren was Mies Elout-Drabbe actief in het culturele leven op Walcheren. In 1912 werd ze lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, dat haar in 1919 aanstelde als conservatrice van de schilderijen. Uit een advertentie in de Middelburgsche Courant van 28 maart 1914 blijkt dat ze een cursus schilderen en tekenen naar model ging geven. Ook werd zij in de jaren twintig lid van Kunstkring Het Zuiden in Vlissingen en was ze van 1919 tot 1952 bestuurslid van de Vereeniging Voor de Kunst in Middelburg.
Teruggetrokken leven
Buiten het hoogseizoen leidde Mies Elout-Drabbe een tamelijk teruggetrokken leven, zeker toen er in de loop van de jaren twintig minder vaak vrienden naar Domburg kwamen. In deze stille maanden werkte ze veel, onder andere aan de nodige portretopdrachten. Soms bezocht zij vrienden en familieleden in de rest van het land, maar zij ging ook naar Mondriaan in Parijs en naar Van Schendel en zijn vrouw in Italië. Eind 1926 reisde zij naar Singapore, waar haar zoon Frans woonde. Het briefcontact met haar vrienden, vooral met Toorop, Van Schendel en vanaf begin jaren twintig met kunstenaar Richard Roland Holst, was erg belangrijk voor haar. De laatste was net als Elout-Drabbe betrokken bij het Arthur van Schendelfonds, in 1921 opgericht om de schrijver financieel te ondersteunen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het isolement van Elout-Drabbe nog toe toen iedereen die niet in Domburg werkte in augustus 1942 het stadje moest verlaten. Daarmee vertrokken ook Bine de Sitter en Piet, de broer van Elout-Drabbe. Zijzelf en haar man, plaatsvervangend burgemeester van Domburg, bleven achter.
Na de oorlog kreeg Mies Elout-Drabbe steeds meer problemen met haar gezondheid. Zij ging slechter horen en zien, maar werkte zoveel mogelijk door. Nog steeds kreeg zij portretopdrachten. In het jaar voor hun dood verhuisden Elout-Drabbe en haar man naar een kliniek in Ellecom, die werd geleid door de dochter van haar zus Arre. Mies Elout-Drabbe stierf daar op 24 mei 1956, drie dagen na haar man, op 81-jarige leeftijd. Zij werden begraven in Domburg.
Werk
Mies Elout-Drabbe maakte vooral portretten, landschappen, zeegezichten, stillevens en figuur- en dierstukken in olieverf, potlood en pastel. Haar zorgvuldig uitgewerkte portretten verraden de invloed van Jan Toorop. Van hem nam zij het pointillisme/divisionisme over, terwijl soms ook zijn symbolisme in haar werk herkenbaar is. In andere werken, vooral in sommige voorstellingen van bomen en van de zee, is de invloed van Mondriaan zichtbaar. Waar genoemde invloeden minder sterk aanwezig zijn, is het werk van Elout-Drabbe doorgaans naturalistisch te noemen. Dat werk is zeer wisselend van kwaliteit, of, zoals een recensent in 1968 schreef: ‘heel sterk, minder sterk en bepaald zwak’ (D.O. 1968). Met haar portretten oogstte zij de meeste lof. In 2004 werden een tentoonstelling (Marie Tak van Poortvliet Museum, Domburg) en een publicatie gewijd aan Mies Elout-Drabbe, haar werk en haar vriendenkring.
Naslagwerken
Jacobs (2000); Nederland’s Patriciaat; RKD; Sauer; Scheen; Waller.
Archivalia
Zie Van Vloten (2004) 168.
Werk
Werk van Mies Elout-Drabbe is onder andere te vinden in: Amsterdam, Koninklijk Instituut voor de Tropen/Tropenmuseum; Den Haag, Gemeentemuseum; Domburg, Marie Tak van Poortvliet Museum; Middelburg, Zeeuws Museum; privébezit.
Zie ook RKDimages.
Literatuur
- ‘Kunst en Wetenschappen’, Middelburgsche Courant, 4-4-1919.
- D.O., ‘Treffend gezicht op ’n leven voor de kunst. Expositie werken mevr. Elout-Drabbe’, Provinciaal Zeeuwse Courant, 16-11-1968.
- Francisca van Houtum-van Vloten, ‘Eeuwige wisseling en het streven naar harmonie. Een schets van Mies Elout-Drabbe’, deel 1, Zeeuws Tijdschrift 36 (1986) 224-230; deel 2, Ibidem 37 (1987) 20-29.
- Francisca van Vloten, Heimwee houdt ons gevangen, kunstenaarsbrieven aan Mies Elout-Drabbe in Domburg (Middelburg 1990).
- Francisca van Vloten, Moen! Tussen Toorop en Mondriaan. De kunstenares Mies Elout-Drabbe 1875-1956 (Vlissingen 2004) [met uitgebreide literatuurvermelding].
Illustratie
- Mies Elout-Drabbe te Domburg, door Jan Toorop, 1907 (Gemeentemuseum Den Haag).
- Mies Elout-Drabbe, Jan Toorop, tekening, 1907 (RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag).
Auteur: Marloes Huiskamp
laatst gewijzigd: 07/06/2018
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.