Eelsingh, Christiana (1903-1964)

 
English | Nederlands

EELSINGH, Christiana (geb. Zwolle 1-9-1903 – gest. Meppel 18-6-1964), schilderes. Dochter van Jan Anthonie Eelsingh (1866-1949), huisschilder, later (hof)fotograaf, en Christiana Scheuermann (1867-1949). Christiana Eelsingh trouwde op 5-2-1941 in Amsterdam met Roelof Frankot (1911-1984), kunstenaar en fotograaf. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.

Stien Eelsingh woonde in haar vroege jeugd met haar ouders en haar acht jaar oudere broer Wilhelm in Zwolle boven de fotozaak van haar vader. In 1912 verhuisde het gezin naar het huis Linquenda in het nabijgelegen Spoolde, waar haar vader zijn fotoatelier vestigde. Al in haar jeugd tekende Stien graag. Ook speelde ze piano en zwom ze. Stiens ouders waren gereformeerd en verboden haar aanvankelijk op zondag te zwemmen. Toen ze prijzen ging winnen, werd het zwemmen op zondag toch oogluikend toegestaan. Na de middelbare school werkte Stien als pianolerares en pianiste, omdat haar ouders niets in een kunstenaarsloopbaan zagen. Een tijdlang speelde ze in het Zwolse damesorkest The Pick Pockets.

Ook al had Stien Eelsingh geen schildersopleiding gevolgd, rond 1924 koos ze toch voor het schildersvak. Ze werd bestuurslid van de in dat jaar opgerichte Zwolsche Kunstkring. Daar werkte ze naar levend model en deed ze mee aan exposities. In die tijd maakte ze veel stadsgezichten, portretten en bloemstillevens – zonnebloemen waren een tijdje haar favoriet. Voor haar portretstudies koos ze karakteristieke types, die ze vooral zocht onder ambachtslieden. In september 1929 kocht ze van haar vader een pand aan de Ossenmarkt in Zwolle en vestigde daar haar atelier. Ze werkte samen met Jo Koster – ze gaven beiden schilderlessen. Voor de tekening ‘Schoenmaker’ ontving Eelsingh in 1932 de Koninklijke subsidie. Ook in 1933 en 1934 kreeg zij deze subsidie toegekend.

Amsterdam en Staphorst

In 1935 verruilde Stien Eelsingh Zwolle voor Amsterdam. Ze ging wonen in de Jodenbreestraat (nr. 23), werd lid van kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae en kreeg les van Henk Meijer en David Bautz. Ook raakte ze bevriend met de kunstenares Else Berg en met leden van kunstenaarsvereniging De Ploeg, zoals Jan Wiegers en Johan Dijkstra. In 1940 en 1941 exposeerde ze met kunstenaarsvereniging De Brug in het Stedelijk Museum.

Op 5 februari 1941 trouwde Eelsingh in Amsterdam met de Drentse kunstenaar en fotograaf Roelof Frankot, die ze nog uit Zwolle kende. Met bevriende kunstenaars reisde ze regelmatig naar Staphorst om daar te gaan werken. Ze huurden dan kamers in het café van de familie Zielman.

Toen de gevolgen van de bezetting in Amsterdam steeds meer voelbaar werden – veel Joodse vrienden, onder wie Else Berg en haar echtgenoot Mommie Schwartz, werden weggevoerd – besloten Stien Frankot-Eelsingh en haar man de stad te verlaten en zich definitief in Staphorst te vestigen. In 1942 huurden ze er voor honderd gulden per jaar een bouwvallige boerderij. Ze schilderden het pand van buiten wit – vandaar de latere naam 'De Witte Boerderij' – en knapten het van binnen heel kleurrijk op.

In hun boerderij vingen Stien en Roelof Frankot-Eelsingh onderduikers op. Ook verzorgden ze voedseltransporten naar het westen. Ze maakten kleding van zelf gesponnen en geverfde schapenvachten. In 1944 werd dochter Margreet geboren. Ze werd veelvuldig getekend door moeder Stien en vader Roel. In 1947 was Stien Eelsingh betrokken bij de oprichting van kunstenaarsvereniging Het Palet in Zwolle, waar ze samen met vakgenoten vanaf 1949 schilderlessen verzorgde. Rond die tijd woonden de schrijver/arts H.P. Schönfeld Wichers (Belcampo), die in Staphorst een huisarts verving, en zijn gezin een tijdlang op de boerderij.

De Witte Boerderij

Toen haar echtgenoot in 1950 zijn eigen weg ging, besloot Stien Eelsingh haar activiteiten uit te breiden. Zo ging ze steeds meer les geven. Ook kinderen en jongeren wist ze goed te motiveren tot vrije expressie. Ze gaf bijvoorbeeld les in De Dreef in Wapenveld, een instelling voor moeilijk opvoedbare jongeren. Haar pedagogische kwaliteiten werden geroemd. Natuurlijk bleef Stien Eelsingh ook zelf schilderen. Vaak koos zij voor huiselijke en ambachtelijke taferelen in een stijl die steeds expressionistischer werd, maar die ook verwantschap had met het primitivisme. In De Witte Boerderij organiseerde Eelsingh zomerexposities die landelijk bekend waren en die konden worden bezocht tegen een entreeprijs van 0,50 cent. Niet alleen haar eigen werk was daar te zien, maar ook dat van andere kunstenaars, zoals bevriende leden van De Ploeg, onder wie Jan Altink, Jan Wiegers en Hendrik Werkman. Bij de feestelijke openingen traden bekendheden op, zoals Simon Carmiggelt en Hetty Blok.

Fascinatie voor het orthodoxe

Stien Eelsingh maakte verschillende reizen. Vooral een reis naar Israël in 1960 maakte een diepe indruk op haar en was aanleiding voor veel werken. Ze bezocht Tel Aviv, Jeruzalem en Haifa, en maakte een trektocht door de woestijn, waar ze kennis maakte met een zeer orthodoxe joodse gemeenschap. Hierin zag zij overeenkomsten met 'haar' Staphorster bevolking. Opvallend is de fascinatie van Eelsingh voor deze orthodoxe geloofsrichtingen. Zelf had zij zich al vroeg losgemaakt van haar gereformeerde achtergrond - ze noemde zichzelf niet-gelovig. Tegelijk is het opmerkelijk hoe Stien Eelsingh, met haar onorthodoxe levenswijze, feesten, exposities en kunstenaarsvrienden, werd geaccepteerd in de Staphorster gemeenschap.

Toen Stien Eelsingh op haar zestigste verjaardag, werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau, werd daaraan een tv-uitzending gewijd. In Zwolle kreeg zij in datzelfde jaar 1963 een eretentoonstelling. Ze was toen al ziek, maar ze schilderde en tekende gestaag door. Op 18 juni 1964 stierf Stien Eelsingh in een ziekenhuis in Meppel. De bevolking van Staphorst gaf haar een traditionele begrafenis op een boerenbrik, waarbij ook veel vrienden aanwezig waren.

Werk van Stien Eelsingh is te vinden in veel openbare collecties, en bij particulieren in binnen- en buitenland. Ze kan worden beschouwd als een van de bekendste expressionistische vrouwelijke kunstenaars in Nederland. In 2000 werd de Stien Eelsingh Stichting (SES) opgericht, die zich inzet voor het behoud van haar culturele erfgoed in de meest brede zin. In 2016 was in het Voermanmuseum in Hattem de tentoonstelling ‘Sterke Vrouwen’. Jo Koster en Stien Eelsingh te zien.

Naslagwerken

Jacobs; Jacobs (2000); Saur; Scheen.

Archivalia

Zwolle, Historisch Centrum Overijssel (archief van de Stichting Stien Eelsingh).

Werk

Werk van Stien Eelsingh bevindt zich onder andere in:

  • Amsterdam, Stedelijk Museum; Amsterdam/Rijswijk, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed; Gemeente Staphorst; Zwolle, Collectie Provincie Overijssel; Stedelijk Museum Zwolle.
  • Zie ook URL http://www.stieneelsingh.nl/ [geraadpleegd 31-10-2016].

Literatuur

  • Jan Willem Stolk, Stien Eelsingh: de schilderes van Staphorst (Staphorst 1990).
  • Roel H. Smit-Muller, Stien Eelsingh: 1903-1964 (Zwolle 1998).

Illustraties

  • Stien Eelsingh, zelfportret, 1933 (Stien Eelsingh Stichting / Stedelijk Museum Zwolle).
  • Stien Eelsingh, Groene tafel, vijf vrouwen, ongedateerd (ca. 1950-1960) (Coll. Margreet Frankot). 

Auteur: Anna C.Mulder

laatst gewijzigd: 05/07/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.