Haas, Cornelia Agnes Catharina de (1937-2008)

 
English | Nederlands

HAAS, Cornelia Agnes Catharina de (geb. Leiden 3-8-1937 – gest. Arnhem 22-1-2008), schrijfster. Dochter van Cornelius Franciscus Maria de Haas (1890-1968), acteur en stoffeerder, en Catharina Johanna Maria van Nieuwkerk (1892-1948). Agnes de Haas trouwde op 11-2-1964 in Leiden met Theodorus Jacobus van Adrichem (1934-2012), natuurkundig ingenieur. Dit huwelijk, dat op 13-3-1987 eindigde in een scheiding, bleef kinderloos.

Corrie de Haas werd geboren in Leiden, als jongste van zes dochters en nakomertje in een katholiek gezin – met haar oudste zus To (1914-1946) scheelde ze bijna 23 jaar. Moeder de Haas, die diep religieus was, voedde haar dochters strikt katholiek op. In het gezin werd veel waarde gehecht aan zelfstandigheid en studie. Corrie was muzikaal: vanaf haar vroege jeugd speelde ze piano.

Corrie – Ornée – Agnes

Hoewel de zes zussen De Haas onderling een sterke band hadden, was de jeugd van Corrie eenzaam, vooral door het grote leeftijdsverschil. Daarbij waren de omstandigheden van haar jonge jaren niet altijd gunstig. Haar vader, acteur bij onder andere het toneelgezelschap van Eduard Verkade, zat soms zonder inkomsten. Later verdiende hij bij met stoffeer- en behangwerk. De dood van zus To in 1946 maakte diepe indruk op de toen negenjarige Corrie. Een nog grotere slag was het overlijden van haar moeder, twee jaar later. Zus Bep (1917-1997) werd tot voogdes benoemd en een huishoudster nam de dagelijkse zorg voor Corrie op zich. Haar zussen vulden in die jaren het gezinsinkomen aan. Het zal in deze tijd zijn geweest dat Corrie zich Ornée ging noemen, een voornaam die al gauw in de familie was ingeburgerd.

Rond 1950 ging Ornée naar het Agnes Lyceum, een katholieke meisjesschool in Leiden, maar vier jaar later werd ze naar een internaat in Tilburg gestuurd. In 1957 was ze weer terug in Leiden. Als leerlinge van de Meisjes-H.B.S. deed ze dat jaar mee aan een declamatiewedstrijd tijdens een Interscholaire Kulturele Ontmoeting (I.K.O.) en won de eerste prijs met haar voordracht van een gedicht van Annie M.G. Schmidt. Na het behalen van haar hbs-diploma ging ze Frans studeren in Groningen en later psychologie in Nijmegen. Geen van beide studies maakte ze af. In Nijmegen leerde ze Theo van Adrichem kennen, die werkte bij röntgen-diagnostiek in het Sint Radboud Ziekenhuis. Ze trouwden op 11 februari 1964 in Leiden, maar vestigden zich in Nijmegen. Een aantal jaren later noemde Ornée zich Agnes van Adrichem-de Haas.

Autobiografische verhalen

Inmiddels was Agnes de Haas begonnen met schrijven: recensies en vooral autobiografisch getinte verhalen. In 1976 debuteerde ze bij Nijgh & Van Ditmar als Agnes de Haas met Als schilfers van bladerdeeg, een bundel met zes associatieve autobiografische verhalen over haar jeugd, studententijd en huwelijk. Waardering was er vooral voor het persoonlijke karakter van dit debuut. De eerlijkheid, waarmee Agnes de Haas blijk geeft van haar gevoelens, getuigt van een ongelooflijke moed’, schreef Koos Tuitjer in De Gelderlander (8-3-1977). Inmiddels voerde ze met de letterkundige Pierre Dubois, adviseur bij Nijgh & Van Ditmar, een correspondentie die in de loop der tijd steeds persoonlijker werd. In 1977 verbrak Dubois het contact vanwege de in zijn ogen onaanvaardbare wijze waarop ze in gezelschap dingen over hem en anderen insinueerde. Een en ander kan als aanwijzing worden gezien voor de problematische kant van haar persoonlijkheid. Behalve met Dubois raakte ze bevriend met andere schrijvers, onder wie Clara Eggink en Dolf Verroen. Met de 38 jaar oudere Marnix Gijsen had ze in de jaren zeventig enige tijd een intieme relatie.

Toen de echtgenoot van Agnes de Haas in 1977 algemeen directeur werd van het Sint Antonius Ziekenhuis in Sneek, verhuisde het paar naar Makkum. Daar bewoonden ze de voormalige pastorie, het mooiste huis van het dorp. In 1979 publiceerde ze Laten wij het onder ons houden, over het verlangen van een nogal depressieve vrouw met de naam Agnes naar liefde en warmte. Een jaar later kwam ze met Een waanzinnig feest, waarin een vrouw tijdens een feest uiteenlopende herinneringen en gedachten heeft. Op beide boeken kwam de nodige kritiek. Wim Sanders (Het Parool, 8-6-1979) sprak naar aanleiding van Laten wij het onder ons houden van een ‘holderdebolderstijl’ en Alfred Kossmann (Het Vrije Volk, 28-4-1979) van ‘een chaotisch geschrift’. Het wáren ook moeilijke jaren: Agnes de Haas kon niet goed opschieten met de dorpsgenoten in Makkum en haar echtgenoot had problemen op zijn werk. In 1985 werd hij op non-actief gesteld en later ontslagen vanwege een vertrouwensbreuk met het bestuur van het ziekenhuis. Huwelijksproblemen leidden ertoe dat op 13 maart 1987 de echtscheiding werd uitgesproken. Ondanks de scheiding bleef Agnes zich in het dagelijks leven mevrouw van Adrichem noemen.

In de jaren na de echtscheiding zwierf Agnes de Haas van de ene plaats naar de andere. Zo woonde ze onder meer in Groesbeek (1993), Valburg (1997), Overbetuwe (2001) en Renkum (2007). Daarbij leefde ze in grote armoede, ondanks financiële steun van familie en vrienden. Enige tijd mocht ze een vakantiehuisje van een vriendin gebruiken, omdat ze geen geld had om zelf woonruimte te huren. Psychisch ging het in deze jaren eveneens niet goed. Verschillende keren werd ze opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen.

Agnes de Haas stierf op 22 januari 2008 na een lange periode van geestelijke en lichamelijke aftakeling in psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze bij Arnhem. Tekenend voor de anonimiteit aan het eind van haar leven was de door niemand ondertekende rouwadvertentie in de Volkskrant van 2 februari 2008, waarin is vermeld dat de crematieplechtigheid in besloten kring had plaatsgevonden.

Betekenis

In de periode 1976-1980 schreef Agnes de Haas drie autobiografische boeken, waarvan het eerste redelijk positief is ontvangen. Haar naam als schrijfster is daarna echter volkomen in de vergetelheid geraakt.

Archivalia

  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: persoonslijst.
  • Letterkundig Museum, Den Haag: collecties H01462; PHD omslag A. van Adrichem-de Haas (correspondentie); GAvO / Adrichem-de Haas, A. van.

Publicaties

  • Als schilfers van bladerdeeg (Den Haag 1976).
  • Laten wij het onder ons houden (Den Haag 1979).
  • Een waanzinnig feest (Den Haag 1980).

Literatuur

  • J.K., ‘Interscholaire Kulturele Ontmoeting ’57’, Leidse Courant, 16-2-1957.
  • Willem M. Roggeman, ‘Agnes de Haas’, Kunst en Cultuuragenda. Weekblad van het Paleis voor Schone Kunsten 10 (1977) nr. 12, 23.
  • Alfred Kossmann, ‘Exhibitionistische krompraat’, Het Vrije Volk, 12-2-1977.
  • Margaretha Ferguson, ‘Agnes de Haas: weinig ordening, wel originaliteit’, Het Vaderland, 19-2-1977.
  • Koos Tuitjer, ‘De weg naar het debuut is lang’, De Gelderlander, 8-3-1977.
  • Alfred Kossmann, ‘Het chaotisch geschrift’, Het Vrije Volk, 28-4-1979.
  • Wim Sanders, ‘Holderdebolderstijl’, Het Parool, 8-6-1979.
  • Helga Ruebsamen, ‘Het huilen van Urgje’, Het Vaderland, 11-8-1979.
  • Hannah Ludwig, ‘“Makkumer terreur” drijft schrijfster Agnes de Haas in het nauw. De zin en onzin van “Een waanzinnig feest”’, Friesland Post (1980) nov., 21-23.
  • Ab Visser, ‘Nieuwe roman van Agnes de Haas. Waanzinnig feest’, Leeuwarder Courant, 14-11-1980.

Illustratie

Agnes de Haas, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Literatuurmuseum, Den Haag).

Auteur: Janneke van der Veer

laatst gewijzigd: 04/09/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.