Korvezee, Elisabeth Helena (1898-1993)

 
English | Nederlands

KORVEZEE, Elisabeth Helena (geb. Wijnaldum 7-4-1898 – gest. Den Bosch 19-7-1993), eerste vrouwelijke rijksarchivaris van Nederland. Dochter van Willem Korvezee (1858-1913), predikant, en Baukje Andringa (1874-1952). Elisabeth Korvezee bleef ongehuwd.

Elisabeth (Bets) Korvezee werd geboren in het dorpje Wijnaldum bij Harlingen, als oudste van twee in een kunstzinnig, vrijzinnig hervormd predikantengezin. Ze werd genoemd naar haar grootmoeder van moederskant, de jong gestorven Elisabeth Helena Cannegieter (1850-1878). In 1900 legde de vader om gezondheidsredenen zijn ambt neer en het gezin verhuisde naar Den Haag, waar ook overgrootmoeder Cannegieter bij hen kwam inwonen. Zo groeide Bets op in een huishouden van vier vrouwen en één man. Toen ze vijftien jaar was, overleed de vader. Bets had een niet nader genoemd lichamelijk gebrek. Om dit te overwinnen, schaatste, zwom en tenniste ze (Pirenne). Na de lagere school gingen zij en haar één jaar jongere zus Antonia (Toos) naar de driejarige gemeentelijke hbs, bekend als de ‘hbs-voor-jongens’. Beide zusters waren goede leerlingen. Omdat Bets geschiedenis wilde gaan studeren, legde ze in 1918 met goed gevolg een ‘colloquium doctum’ Grieks en Latijn af.

Archivaris

Tussen 1918 tot 1924 studeerde Elisabeth Korvezee Nederlandse letteren en geschiedenis in Leiden, met als hoofdvak nieuwe geschiedenis. Voor haar opleiding tot wetenschappelijk archiefambtenaar liep ze hierna stage op het Algemeen Rijksarchief (ARA) in Den Haag (nu Nationaal Archief). In 1927 haalde ze haar diploma. Na er korte tijd als vrijwilligster te hebben gewerkt werd ze in 1928 benoemd als tijdelijk adjunct-commies, ter vervanging van de langdurig zieke secretaris van het ARA. Daarmee was ze de eerste vrouw in deze functie. Ze maakte verslagen van de bijeenkomsten van rijksarchivarissen en zag toe op de drukproeven van de door het ARA uitgegeven inventarissen. Na anderhalf jaar kreeg ze ook het beheer van de bibliotheek van het archief. In 1931 volgde een vaste aanstelling als adjunct-commies, en in 1936 werd ze bevorderd tot chartermeester bij de afdeling Zuid Holland van het ARA, zij het in de rang van commies; pas in 1939 kreeg ze de rang van hoofdcommies.

In 1949 werd Elisabeth Korvezee rijksarchivaris in Noord-Brabant – een opmerkelijke benoeming voor een (protestantse) vrouw zonder Brabantse ‘wortels’. Ze heeft er veel werk verzet. Als een van de eersten zag zij in dat het veelvuldig gebruik door genealogen van de doop-, trouw- en begraafregisters (DTB) op den duur hun materiële ondergang zou betekenen. Ze zorgde ervoor dat ze zorgvuldig werden gerestaureerd en zette een klapperproject op persoonsnamen op om ze te ontsluiten. Vanaf 1955 speelde ze hiernaast een belangrijke rol bij het begeleiden van stagiairs van de nieuwe Rijks-Archiefschool.

Korvezee leidde een nogal teruggetrokken bestaan. Wel was ze betrokken bij de oprichting van de plaatselijke Soroptimist Club in Eindhoven en onderhield ze vriendschappen met andere vrouwelijke archivarissen zoals Elizabeth Prins, Sophie W.A. Drossaers, Marie A.P. (Meilink-)Roelofsz en Gerda Kurtz – met laatstgenoemde ging ze jarenlang op reis. Na haar pensionering bleef ze in haar flat in Den Bosch wonen. Ze had een huishoudster die haar tot haar dood verzorgde. Elisabeth Korvezee stierf op 19 juli 1993 thuis in Den Bosch.

Betekenis

Elisabeth Korvezee werd in 1963 geridderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ze heeft geen omvangrijke inventarissen op haar naam staan, maar ze gaf leiding aan een project dat voor een groot publiek belangrijk was: klapperen van de Brabantse doop-, trouw- en begraafregisters van vóór 1811. Het resultaat, meer dan een miljoen kaartjes, is tegenwoordig online in gedigitaliseerde vorm beschikbaar. Volgens haar leerling en opvolger Louis Pirenne is ze nooit een ‘echte’ Brabantse geworden: ze bleef ‘een zeer vriendelijke maar toch wat afstandelijke deftige Haagse joffer’ (Pirenne, 327). Ze schreef met een kroontjespen en was een pietje precies. Daardoor werd ze ‘nog al eens als lastig ervaren’.

Naslagwerken

Brabantse biografieën.

Archivalia

  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: dossier Korvezee; Aantekeningen op de naam Korvezee en verwante geslachten [3 dozen, bijeengebracht ca. 1940-ca. 1960].
  • Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: brief aan Maria Elizabeth Kronenberg, 19-2-1954.
  • Rijksarchief in Noord-Brabant, Den Bosch: personeelsdossier Elisabeth Korvezee.

Publicaties

  • [met P. Th. van Herpen], Inventaris van een verzameling kaarten afkomstig van de landmetersfamilie Adan (Den Haag 1962).
  • [met J.A. ten Cate], Inventarissen van de archieven der hypotheekbewaarders te Breda, Eindhoven en ’s-Hertogenbosch, 1811-1838 (Den Bosch 1970).
  • Inventarissen van de archieven van de particuliere verzamelingen Becx, Van Cooth, Van Engelen, Van Strijen, Hultman, Van der Fosse en Van den Bogaerde (Den Bosch 1975).
  • ‘Belastingen in Noord-Brabrant vóór 1648’, Varia Historica Brabantica 4 (1975) 97-163.

Literatuur

  • Ype Brouwers, Geschiedenis van de verschillende families Andringa van 1450 tot heden (Exloo z.j. [1984]).
  • L.P.L. Pirenne, ‘In memoriam Mejuffrouw Drs. E.H. Korvezee 1898-1993’, Nederlands Archievenblad 97 (1993) 326-328.

Illustratie

Ongedateerde foto, Manders Polyfoto (Brabant Collectie, Tilburg).

Auteur: redactie

laatst gewijzigd: 21/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.