Bouma, Maya Sylvia (1933-1998)

 
English | Nederlands

BOUMA, Maya Sylvia (geb. Groningen, 17-10-1933 – gest. Den Haag, 18-5-1998), (stem)actrice en cabaretière. Dochter van Siebe Jan Bouma (1899-1959), architect en museumdirecteur, en Harmina Anna Wolters (1899-1989). Maya Bouma trouwde op 27-10-1956 in Amsterdam met Franciscus Petrus Johannes Vasen (1930-1995), acteur. Uit dit huwelijk, dat in 1965 werd ontbonden, werden 2 dochters geboren.

Maya Bouma groeide op als een na jongste in een gezin van vier dochters en een zoon, de latere quizpresentator Bob Bouma (1929-2009). De vader was stadsarchitect in haar geboorteplaats Groningen. In 1942, toen Maya nog op de lagere school zat, verhuisde het gezin naar Arnhem, waar haar vader directeur van het Openluchtmuseum werd. Toen hij in 1948 werd aangesteld als directeur van het Zuiderzeemuseum, verhuisden de Bouma’s naar Enkhuizen, waar Maya van naar de rijks-hbs ging. Later stapte ze over naar de mms in Bergen (N-H). Daar deed ze veel aan toneel en cabaret en won ze enkele voordrachtwedstrijden. In juli 1952 gaf ze een optreden met proza en poëzie voor leerlingen van de Amsterdamse kweekschool voor de detailhandel: de groep van tachtig studenten en de verslaggever van de Leeuwarder Courant waren diep onder de indruk.

Komisch-kordate types

Meteen na haar eindexamen (1953) wilde Maya Bouma aan het toneel. Ze schreef sollicitatiebrieven aan de prominente cabaretiers Wim Sonneveld, Toon Hermans en Wim Kan, die indertijd optraden met een ensemble van jonge artiesten, en aan cabaretproducent Wim Ibo, die in zijn radioprogramma’s ruimte bood aan opkomend talent. Alleen Wim Kan reageerde: hij nodigde haar uit om een liedje te komen zingen in Diligentia in Den Haag, waar hij toentertijd optrad. Dat was in vocaal opzicht geen succes, zei ze er later zelf over, maar toch vroeg Kan haar een paar maanden later nogmaals. In de tussentijd kreeg ze lessen in voordracht, beweging, ademhaling en spraak bij de door Kan aangeraden cabaretière Hetty Blok. De lessen wierpen hun vruchten af, want in het najaar van 1953 werd Maya Bouma gecontracteerd door het ABC Cabaret, het ensemble van Kan en zijn vrouw Corry Vonk. De eerste voorstelling waarin ze meespeelde, heette De Bedriegertjes. Als nieuwe aanwinst blonk Bouma vooral uit in komisch-kordate types, waarbij het Groningse accent uit haar jeugdjaren goede diensten bewees.

Het eerste half jaar reisde Maya Bouma na afloop van iedere voorstelling met de laatste trein terug naar het ouderlijk huis in Enkhuizen. ‘Hard werken, volhouden en jezelf veel opoffering getroosten’, luidden haar motto’s, aldus de Enkhuizer Courant over deze veelbelovende plaatsgenote. In 1956 trouwde ze met de acteur Frans Vasen, met wie ze in Amsterdam ging wonen en twee dochters kreeg. Bouma – zelf niet-religieus opgevoed – besloot het katholieke geloof van haar echtgenoot aan te nemen. Door haar entree bij het ABC Cabaret, waar ze zeven seizoenen lang zou blijven werken, werd ze al snel ontdekt door de radio en de pas begonnen televisie. Haar tv-debuut maakte Maya Bouma in de zomer van 1956 in een registratie van De kat van huis. Twee jaar later behoorde ze, op uitnodiging van producer Wim Ibo, tot de vaste kern van de tv-comedyserie Pension Hommeles van Annie M.G. Schmidt. De rol van de doortastende, maar tevens snel ontregelde secretaresse Paula Metz werd bepalend voor het beeld dat voortaan van haar zou bestaan: een pronte gestalte met een doeltreffende voordracht.

In de vroege jaren zestig vormde Maya Bouma het middelpunt van tv-shows voor de VPRO. Ze zong cabareteske liedjes, speelde parodieën op bestaande tv-figuren, deed interviewtjes en ontving collega’s. Een van hen was haar vijf jaar jongere zus Annelies, die eveneens via het ABC Cabaret voor de kleinkunst had gekozen. Ze stelde die shows eigenhandig samen en koos zelf tekstschrijvers als Guus Vleugel om haar ideeën uit te werken. In 1965 vroeg de VARA haar toe te treden tot het team dat maandelijks het satirische tv-programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer maakte. Ze zou de plaats innemen van Yoka Berretty, maar de dag na de mondelinge eerste afspraken leverde ze in Het Parool kritiek op het omstreden Zo is het-nummer ‘Beeldreligie’, waarin de tv-verslaving in bijbelse bewoordingen was bespot. Bouma zei dat ze die scène ‘te beledigend’ had gevonden: ‘Ik zou het op een heel andere manier hebben gebracht’ (Het Vrije Volk, 21-10-1965). Die uitspraken getuigden volgens het Zo-is-het-team niet van de juiste mentaliteit voor satire. Haar medewerking ging niet door, evenals een beloofd engagement bij de succesvolle cabaretgroep Lurelei, dat te elfder ure sneuvelde wegens onenigheid over het contract.

Tante Pollewop

In 1965 scheidden Maya Bouma en Frans Vasen. De zorg voor de kinderen kwam daardoor helemaal op haar schouders. Omdat er minder aanbiedingen kwamen, voelde ze zich gedwongen naar ander werk om te zien. Ze ging in Den Haag wonen, volgde een opleiding als schoonheidsspecialiste, werkte als bejaardenverpleegster, leidde als gids toeristen rond op het Binnenhof en was verkoopster in een souvenirwinkeltje in Madurodam, het mini-Nederland dat naar een architectonisch ontwerp van haar vader was gebouwd. ‘Ik wil werken, weer cabaret doen’, zei ze in 1972 in Het Vrije Volk. ‘Ik heb me overal gek gesolliciteerd’.

Incidenteel was Maya Bouma als actrice nog actief. Zo speelde ze de rol van de barones in een Swiebertje-theatervoorstelling en verder in een klucht met Joop Doderer, een kleine revue, een kindermusical en de film Op de Hollandse toer (1973) van Wim Sonneveld. Met de rol van Tante Pollewop in een tv-bewerking van de Pa Pinkelman-strip van Godfried Bomans, in 1976, maakte ze haar come-back. Ze werd alom geprezen als de ideale Pollewop-vertolkster, maar de serie zelf werd geen succes. Zo verdween Maya Bouma allengs uit de belangstelling. Als actrice had ze graag willen groeien naar de statuur van ‘een gekke dikke tante’, zoals de matrone-achtige Mien Duymaer van Twist, zei ze in 1976 in Het Parool. Maar de stukken en de rollen waarin een dergelijke toneelspeelster van klassiek allooi excelleerde, werden niet meer gespeeld, laat staan geschreven. Wel regisseerde ze in de jaren zeventig en tachtig nog enkele voorstellingen voor amateurtoneel- en operetteverenigingen in en om Den Haag.

Toen Maya Bouma op 18 mei 1998 in Den Haag overleed, slechts 65 jaar oud, was al goeddeels vergeten hoe populair ze eens was geweest. Met haar flegmatieke, droogkomische speelstijl was ze een opvallend cabaretière en comédienne wier loopbaan echter niet lang genoeg heeft geduurd om tot volle bloei te komen.

Naslagwerken

Coffeng; Honig.

Literatuur

  • Leeuwarder Courant, 5-7-1952.
  • Enkhuizer Courant, 23-6-1954.
  • Het Parool, 26-5-1998 [necrologie].

Illustratie

Maya Bouma, door onbekende fotograaf, 1960 (ANP Photo).

Auteur: Henk van Gelder

laatst gewijzigd: 15/08/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.