Nolte, Agnes Helene (1896-1976)

 
English | Nederlands

NOLTE, Agnes Helene (geb. Amsterdam 26-7-1896 – gest. Amsterdam 29-4-1976), lerares en politica. Dochter van Josephus Gerardus Nolte (1852-1914), handelsreiziger, en Wilhelmina Maria van Haasbergen (1863-1949). Agnes Nolte bleef ongehuwd.

Agnes Nolte was de tweede dochter in een katholiek gezin met vijf kinderen in Amsterdam. Vader was handelsreiziger. Haar twee zusters, Mies en Roos, zouden net als Agnes ongehuwd blijven en werkzaam zijn in het onderwijs. Op de St. Rosaschool was Agnes een zeer goede leerling. Het openbare gymnasium en de hbs waren echter onbereikbaar; haar ouders gaven de voorkeur aan de katholieke mulo en kweekschool.

Lerares

In april 1915 deed Agnes het onderwijzersexamen en in 1917 haalde ze haar hoofdakte. Een jaar later – ze stond toen al een paar jaar voor de klas – slaagde ze voor het lo-examen handelskennis, in 1924 voor het mo-examen geschiedenis. In 1926 werd ze benoemd op het R.K. Lyceum voor Meisjes aan de Amsterdamse Reijnier Vinkeleskade. Aanvankelijk gaf ze vooral in de lagere klassen les. Ze werd een populaire lerares. Met de leerlingen uit de lagere klassen maakte ze wandelingen door het oude Amsterdam.

Op aanraden van de rectrix (Zuster Xaveriana) deed Agnes Nolte in 1928 haar mo-examen staatsinrichting. Het betekende dat ze voortaan ook staatsinrichting gaf, aan de hogere klassen. Met hen ging ze op excursie naar Den Haag, waar het Vredespaleis, het Planetarium en de Staten-Generaal werden bezocht. In het schoolblad Knoppen startte zij in die tijd de artikelenreeks ‘Grote Katholieke Vrouwen’ (onder wie de heilige Lidwina van Schiedam).

Toch kreeg ze het gevoel dat deze staatsinrichtingslessen te saai bleven: ‘Het leeft niet. Ik kan ’t nooit als ik niet van de actuele dingen op de hoogte ben’, zei ze later in een interview in Vrij Nederland tegen Bibeb (ongedateerd knipsel, Atria). Dit gevoel bracht Agnes Nolte bij de politiek. Ze bezocht vergaderingen van de Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP) in Amsterdam en bijeenkomsten van de R.K. Vrouwenbond.

Vanaf 1932 maakte Nolte deel uit van De Sleutelbos, een klein vriendschapsverbond van afgestudeerde katholieke vrouwen dat in eigen beheer brochures uitgaf. Uitgangspunt was dat er een belangrijke rol was weggelegd voor de katholieke, afgestudeerde, ongehuwde vrouw met een zelfstandige positie. De in 1934 door De Sleutelbos uitgebrachte brochure Waarom wij werken werd in het schoolblad van haar school besproken. Drie jaar later schreef ze met Eus Theissing de rondzendbrief De R.K. Staatspartij en de Vrouw: een protest tegen het feit dat geen enkele vrouw op een verkiesbare plaats stond om voor de RKSP in de Tweede Kamer te komen. In diezelfde tijd voerde De Sleutelbos actie tegen het wetsontwerp-Romme, dat beroepsarbeid van gehuwde vrouwen wilde verbieden.

Vanaf 1933 woonde Agnes Nolte met haar moeder en zuster Roos in de Quinten Massijsstraat (nr. 8) in Amsterdam-Zuid. In de lente van 1943 namen ze een onderduikster in huis: Sabine Fröhlich. Het Duitse meisje had bij Nolte in de klas gezeten maar had eind 1941 vanwege haar Joodse achtergrond de school moeten verlaten – ze overleefde de oorlog en emigreerde naar de V.S. Ook Agnes’ zuster Mies, levenspartner van Gezina van der Molen, was actief in het verzet. Na de oorlog kwam Noltes vriendin Lien Grupping ook bij de familie Nolte wonen.

Tweede Kamerlid

Naast haar werk op het R.K. Lyceum voor Meisjes ging Agnes Nolte na de bevrijding ook een paar uur per week lesgeven op de R.K. School voor Maatschappelijk Werk. Verder werd ze opnieuw actief in de politiek en de katholieke vrouwenbeweging. Ze werd lid van de KVP en was vanaf december 1945 secretaris van de KVP Kamerkring Amsterdam en presidente van het Katholieke Vrouwengilde Amsterdam. Begin 1947 kwam ze in het bestuur van het mede door Marga Klompé opgerichte Katholieke Vrouwendispuut. Ze hield voordrachten over het belang van actieve politieke deelname van de katholieke vrouw en sprak als eerste vrouw op een KVP-congres. Haar rede, De vrouw in de maatschappij, kwam als brochure uit.

Op 27 juli 1948 werd Agnes Nolte gekozen in de Tweede Kamer. Ze bezette de ‘kwaliteitszetel’ voor vrouwenzaken, waarbij onderwijs en jeugdzorg haar speciale aandacht hadden. In de jaren 1949/1950 was ze voorzitter van de begrotingscommissie voor Sociale Zaken. Toch trad de zestien jaar jongere Marga Klompé, vanaf 1948 fractiegenoot en vertrouwelinge van Romme, steeds meer op de voorgrond, ondanks het feit dat juist Nolte, niet Klompé, door de vrouwenorganisaties vaak ‘onze vrouw in de Kamer’ genoemd werd (Mostert, 2011, 207). Bij de verkiezingen van 1952 kwam Agnes Nolte zelfs niet op een verkiesbare plaats terecht. Er werd een speciaal kies-comité Agnes Nolte opgericht, maar de actie AGNES NOLTE MOET TERUG had geen succes.

Agnes Nolte ging terug naar het lyceum en werkte verder aan de politieke bewustwording van de katholieke vrouw. Ze schreef stukjes (tegenwoordig zouden we het ‘columns’ noemen) in de bladen Beatrijs en Boer en Tuinder en Opmars en ze verzorgde op zondag voor de KRO de radiorubriek ‘Onder Ons’. In 1956 keerde ze terug in de Tweede Kamer. Onderwijs zou haar belangrijkste werkterrein worden. Met Netty de Vink – Marga Klompé was minister geworden – stemde ze als enige van de KVP-fractie vóór een amendement dat duidelijkheid moest geven over het niet ontslaan van gehuwde onderwijzeressen. Ze speelde een belangrijke rol bij de voorbereidingen van de Mammoetwet, die ze in 1962 bij de behandeling verdedigde. Bij die gelegenheid stemde zij met een minderheid van haar fractie vóór het behoud van beide klassieke talen in de b-afdeling van het gymnasium, maar dat amendement werd verworpen. In 1963, bij haar afscheid van de Tweede Kamer, werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Agnes Nolte overleed op 29 april 1976 in Amsterdam, op 79-jarige leeftijd. Agnes Schipper, de oudste dochter van Sabine Fröhlich en als petekind vernoemd naar Agnes Nolte, schonk in 2014 het persoonlijk herinneringsalbum van haar peettante aan Atria.

Betekenis

Voor de emancipatie van de katholieke vrouw is Agnes Nolte van grote betekenis geweest. Haar leven stond door onderwijs, lezingen en artikelen in het teken van de politieke bewustwording van de katholieke vrouw. Daarnaast speelde ze met – maar soms ook in de schaduw van – Marga Klompé een belangrijke rol in de katholieke partijpolitiek. Ze was meer dan tien jaar Tweede Kamerlid voor de KVP, waar vooral sociale zaken en onderwijs haar aandacht hadden.

Naslagwerken

PDC.

Archivalia

Atria, Amsterdam: Archief Agnes Nolte, knipselmap Agnes Nolte.

Publicaties

  • [met anderen] Ons Amsterdam. De historische ontwikkeling van Amsterdam (Amsterdam 1949).
  • De vrouw en de maatschappij (Den Haag z.j. [ca. 1950]).
  • Arbeid van de vrouw. Rapport van de commissie Nolte (Den Haag 1951).
  • De regels van het politieke spel (Oosterbeek 1956).

Literatuur

  • Mieke Aerts, De politiek van de katholieke vrouwenemancipatie (Amsterdam 1994).
  • Gerard Mostert, Marga Klompé, 1912-1986 (Amsterdam 2011).
  • Aad Streefland, Bronnen van leven. Fons Vitae Lyceum 1914-2014 (Bussum 2015).

Illustratie

Agnes Nolte, door onbekende fotograaf, ongedateerd  (Collectie IAV – Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis).

Auteur: Aad Streefland

laatst gewijzigd: 24/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.