Broederschap van de Levende Rozenkrans
Naam ? | Broederschap van de Levende Rozenkrans |
Plaats | Heemstede |
Provincie ? | Noord-Holland |
Bisdom | Haarlem |
Begindatum | 1841 (oprichting) |
Einddatum | 1950 (opheffing) |
Doelstelling | 'het bidden van den H. Rozenkrans te doen herleven en hun, die wellicht den tijd niet hebben, om dagelijks een' geheelen Rozenkrans te bidden, gelegenheid te geven om het schoone gebed van den H. Rozenkrans gedeeltelijk te kunnen oefenen.' (Verheijen) |
Activiteit | '15 personen vereenigen zich en verdeelen elke maand onderling de vijftien geheimen van den Rozenkrans. Een ieder verplicht zich dan om dagelijks één tientje te bidden en over het geheim, dat hem bij loting gevallen is, eene korte overweging te houden. Aan het hoofd van een of meer vijftientallen staat een ijveraar of eene ijveraarster (Zélateur of Zélatrice), die elke maand de geheimen aan de overige leden uitdeelt en zelf aan den plaatselijken bestuurder ondergeschikt is.' (Verheijen) |
Bronvermelding | Noord-Hollands Archief, archief van het R.K. bisdom van Haarlem 1853-1965, inv. nr. 1760 'stukken betreffende broederschappen en verenigingen ter ere van Maria', 'Levende Rozenkrans'. Bevat correspondentie en financiële gegevens (1857-1887). |
Opmerkingen | Plaats: het betreft de Nederlandse zetel van de in 1826 in Frankrijk opgerichte broederschap. Aanvankelijk was het seminarie Hageveld de hoofdzetel voor heel Nederland; na herstel van de hiërarchie in 1853 alleen voor het bisdom Haarlem. Begindatum: bij goedkeuring van Mgr. Capaccini, vice-superior van de Hollandse Missie. In een brief dd. 5 mei 1888 vraagt H.J.J. Prenger de bisschop in welke betrekking de broederschap staat tot de Franse. Aanwijzing dat die betrekking er is, is gevonden in een brief dd. 2 mei 1845 aan vroeger moderator Hesseveld, waarin gesproken wordt over 'lettres d'affiliation', die hij moet opzenden. Uit een brief dd. 15-5-1845 blijkt dat hij dat gedaan heeft. Einddatum: de promotor van het apostolaat van de Rozenkrans, pater Linnebank, dominicanenklooster Huissen schrijft de bisschop van Haarlem op 21 april 1949 dat de broederschap van de Levende Rozenkrans 'uit de tijd is'. De in het verleden opgerichte broederschappen mogen niet meer als geldig worden beschouwd omdat -de mysteriën niet meer maandelijks wisselen. |
Broederschappen van dit type
Toon broederschappen van dit typeLiteratuur
Toon literatuur over de broederschap
Toon publicaties van de broederschap
Publicaties van de broederschap
Verberg publicaties van de broederschap
- Handleiding der Broederschap van den levenden of voortdurenden Rozekrans (Leiden 1844).
- Handleiding der broederschap van den levenden of voortdurenden rozenkrans (St. Michielsgestel 1846).
- Handboekje voor de leden der broederschap van den levenden rozekrans (Grave 1846).
- Handleiding der broederschap van den levenden of voortdurenden rozenkrans (Leiden/Amsterdam 1852).
- Broederschap ter eere van de H. Maagd, onder den naam van: Levende of voortdurende rozekrans ... voor het Aartsbisdom Utrecht opgerigt ... bij circulaire van 12 October 1853 (Arnhem 2e druk; 1855).
- Hassel, N. van, Rozenkransgids voor den priester. Handboekje voor bestuurders der broederschap van den H.Rozenkrans, van den eeuwigdurenden rozenkrans van den levenden rozenkrans en voor alle priesters, die macht hebben rozenkransen te wijden en leden in te schrijven (Nijmegen 1901).