L00317
13-09-1965
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
De Block stuurt een brief en nota met betrekking tot het memorandum van de Commissie inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid - eigen middelen van de Gemeenschap - uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees parlement.
De nota is interdepartementaal opgesteld en door de CoCo op 6 september aangevuld en goedgekeurd. De nota gaat vooral in op de technische merites van het Commissiememorandum inzake de financiering van het landbouwbeleid. De kwestie inzake de bevoegdheid van het EP en overwegingen van tactische aard worden niet behandeld. Het voortzetten van de onderhandelingen tussen de Vijf werd door de CoCo nadelig geacht. De Vijf zullen proberen te komen tot uniforme standpunten die dan wellicht aan Frankrijk als discussiebasis worden voorgelegd. Op die manier zou de Vijf gedwongen worden tot een dubbele onderhandeling en Nederland dwingen tot verdergaande concessies dan gedacht. Tegelijkertijd was men van mening dat dit nadeel niet opwoog tegen het politieke belang dat de Vijf nu een gezamenlijk standpunt formuleren om Frankrijk daarmee te confronteren. De bijvoegde nota behandelt de volgende punten: de plaats van het Commissiememorandum naast de oorspronkelijke commissievoorstellen van april 1965; de financiering door de Gemeenschap van de restituties die betrekking hebben op uitvoeren welke plaats vinden in het kader van internationale overeenkomsten; de uitgaven van het landbouwfonds; de ontvangsten van het Landbouwfonds; de perequatie van douanerechten en heffingen; harmonisatie van omzetbelastingen; de Kennedyronde; het concurrentiebeleid in de landbouw.
De nota is interdepartementaal opgesteld en door de CoCo op 6 september aangevuld en goedgekeurd. De nota gaat vooral in op de technische merites van het Commissiememorandum inzake de financiering van het landbouwbeleid. De kwestie inzake de bevoegdheid van het EP en overwegingen van tactische aard worden niet behandeld. Het voortzetten van de onderhandelingen tussen de Vijf werd door de CoCo nadelig geacht. De Vijf zullen proberen te komen tot uniforme standpunten die dan wellicht aan Frankrijk als discussiebasis worden voorgelegd. Op die manier zou de Vijf gedwongen worden tot een dubbele onderhandeling en Nederland dwingen tot verdergaande concessies dan gedacht. Tegelijkertijd was men van mening dat dit nadeel niet opwoog tegen het politieke belang dat de Vijf nu een gezamenlijk standpunt formuleren om Frankrijk daarmee te confronteren. De bijvoegde nota behandelt de volgende punten: de plaats van het Commissiememorandum naast de oorspronkelijke commissievoorstellen van april 1965; de financiering door de Gemeenschap van de restituties die betrekking hebben op uitvoeren welke plaats vinden in het kader van internationale overeenkomsten; de uitgaven van het landbouwfonds; de ontvangsten van het Landbouwfonds; de perequatie van douanerechten en heffingen; harmonisatie van omzetbelastingen; de Kennedyronde; het concurrentiebeleid in de landbouw.