© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Lanen, Maria Sophia Louisa, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Lanen [16/11/2017]
LANEN, Maria Sophia Louisa (geb. Den Haag 26-12-1899 – gest. Rotterdam 27-10-1999), directrice Instituut Schoevers. Dochter van Johan Charles Lanen (1870-1950), opticien en horloger, en Cornelia Clasina Maria Johanna van der Ark (1870-1925). Mies Lanen bleef ongehuwd.
Mies Lanen was de jongste van vijf kinderen in een deftig katholiek Haags middenstandsgezin. Zelf stelde ze later dat koningin Emma tot haar vaders klantenkring had behoord (gecit. De Haan, 345). Ze ging naar een particuliere middelbare meisjesschool en kreeg daarna een baan op het ministerie van Onderwijs via een neef, die daar werkte als referendaris. Bij haar sollicitatiegesprek maakte ze indruk op de minister door feilloos achteruit de kamer uit te lopen – dat had ze thuis geoefend. Toen de in 1913 opgerichte particuliere opleiding voor machineschrijven, stenografie en boekhouden van de Amsterdammer Adriaan Schoevers in 1920 een Haags filiaal kreeg, werd ze daar vanwege haar keurige verschijning als jongste bediende aangenomen.
Schoevers
In haar eerste jaar bij Steno-Dactylo Instituut Schoevers leerde Lanen steno en typen. Daarnaast trad ze op als receptioniste en af en toe als kindermeisje bij Schoevers thuis. Nog voor ze zelf haar diploma had, gaf ze al typelessen. Ze moest haar leerlingen steeds één les voorblijven. Lanen voelde zich thuis bij het voor die tijd vooruitstrevende instituut – de ‘school’, zei ze zelf – dat al snel naam kreeg als ‘passend milieu’ voor meisjes uit de ‘betere kringen’. Vooral de opleiding tot particulier secretaresse, die vanaf 1921 werd aangeboden, was gewild en de Haagse adel vormde een voorname doelgroep. ‘Ze deden het om wat te doen te hebben, anders gingen ze de hele dag gebakjes eten bij Krul’, aldus Lanen in 1988 (gecit. De Haan, 168).
Mies Lanen klom in de jaren twintig op van lerares machineschrijven tot plaatsvervangend directrice van het Haagse Schoeversfiliaal, dat ook veel cursisten van buiten Den Haag trok. Toen Rotterdamse cursisten in 1928 klaagden over de lange reistijd, zette Lanen met geleend geld van haar vader en een oom een filiaal op in een oud woonhuis aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam. De directie stond aanvankelijk op naam van Schoevers, maar in 1930 benoemde hij Lanen officieel tot filiaaldirectrice.
Toen Rotterdam in de jaren dertig op alle gemeentelijke ulo-scholen typeles wilde geven, bood Lanen aan dit te verzorgen. Omdat de gemeente de lessen niet alleen in het centrum maar ook in Rotterdam-Zuid wilde aanbieden, huurde Lanen daar een benedenhuis waarop ze een ‘Schoeversbord’ schroefde. Met deze bliksemactie haalde ze de in de crisistijd zeer welkome gemeentelijke opdracht binnen. In reactie op de maatregelen van het confessioneel-conservatieve kabinet-Colijn om vrouwen van de arbeidsmarkt te weren deed Lanen mee aan feministische initiatieven om dit beleid tegen te gaan. Zo was ze in 1935 medeoprichtster en eerste presidente van de Rotterdamse afdeling van de Bond van Vrouwen Werkzaam in Beroep en Bedrijf. Op haar instituut organiseerde ze lezingen van feministes als Welmoet Dyserinck en Heleen Ankersmit. Ze zette haar personeel in om een en ander te ondersteunen.
Vrouwen in Beroep en Bedrijf
In 1936 bezocht Lanen met Schoevers en de andere filiaaldirecteuren enkele vooraanstaande opleidingsinstituten voor secretaresses in Boston en Philadelphia. Terug in Rotterdam besloot ze dat ze een modern gebouw met een meer professionele uitstraling nodig had. Schoevers liet haar de vrije hand, maar investeerde zelf niet in dit project. Lanen richtte daarom in 1937 met kapitaal van haar familie een exploitatievennootschap op. Een goede vriendin, de Amsterdamse stedenbouwkundige Ko Mulder, adviseerde haar en een zwager, de architect Herman Lelie, ontwierp een multifunctioneel gebouw aan de Mathenesserlaan. In aanwezigheid van Schoevers werd in januari 1938 de eerste paal geheid en in juli kon Lanen het opvallende gebouw officieel openen. De begane grond had ze verhuurd aan een winkelier in kantoorartikelen en de flats erboven aan Instituut Schoevers en aan medewerkers, onder wie haar secretaresse, hartsvriendin en opvolgster Trijntje (‘Okke’) Hellendoorn. Zelf woonde Lanen helemaal bovenin ‘gebouw Schoevers’.
Tijdens de Duitse bezetting was de Bond van Vrouwen Werkzaam in Beroep en Bedrijf noodgedwongen niet actief, maar in 1946 wist Lanen met behulp van Hellendoorn, Mulder en andere vriendinnen weer een bestuur te formeren. Het Rotterdamse – en tevens landelijke – secretariaat van de herrezen Bond werd gevestigd aan de Mathenesserlaan. Het landelijk bestuur vergaderde daar in juni 1949 op het zonnige dakterras van Mies Lanen. Voor de organisatie reisde ze onder meer naar Engeland, Frankrijk en Finland en in de zomer van 1952 naar Amerika, waar ze lezingen hield voor een zusterorganisatie en werd ontvangen door president Truman.
Toen Adriaan Schoevers in 1951 al zijn vestigingsdirecteuren mede-eigenaar maakte, kreeg Mies Lanen vijf van de honderd preferente aandelen in het bedrijf. Ze bleef zeer bevriend met hem. Toen hij in 1965 op 74-jarige leeftijd overleed, zat ze aan zijn sterfbed. Vijf jaar later gaf Mies Lanen – zeventig jaar oud – haar Rotterdamse directiezetel over aan Okke Hellendoorn. Ze bleef lid van de landelijke Raad van Bestuur. Na Hellendoorns pensionering verhuisden de vriendinnen naar twee gerieflijke appartementen aan de Kralingseweg. ’s Zomers verbleven ze in Noordwijk of Heino, waar ze buitenhuizen bezaten. In 1986 maakten ze de beursgang van ‘Schoevers’ mee en in 1988 het 75-jarige jubileumbal. In hetzelfde jaar gaven ze een uitvoerig interview aan de historica Francisca de Haan. Kort daarna werd duidelijk dat ‘Schoevers’ in de opzet van de oprichter niet meer levensvatbaar was. In 1990 werd het instituut overgenomen door uitzendorganisatie Content. Lanen had zich toen al uit de openbaarheid teruggetrokken. In haar laatste jaren werd ze thuis verzorgd door Hellendoorn, die toen bij haar inwoonde. Haar overlijden in 1999, twee maanden voor haar honderdste verjaardag, werd stilgehouden. Alleen Hellendoorn, executeur-testamentair Henk Sigtermans en diens vrouw woonden haar begrafenis bij (De Waard en Van den Brink, 186).
Betekenis
Francisca de Haan onderzocht in het kader van haar proefschrift Sekse op kantoor (1992) Lanens betekenis voor de vrouwenbeweging. Zij stelt dat Mies Lanen het niet eens was met de bevoorrechting van mannen, maar deze praktijk ook onder haar leiding als vanzelfsprekend gold (De Haan, 180). In een interview met Opzij noemen de journalisten Peter de Waard en Petra van den Brink haar niettemin een ‘feministe pur sang’: ‘Ze heeft haar hele leven gelijk loon voor gelijke arbeid bepleit, maar het zelf niet gekregen’ (gecit. Opzij 20-1-2013). Het gebouw Schoevers aan de Mathenesserlaan in Rotterdam kan gezien worden als een ‘lieu de mémoire’ voor Mies Lanen.
Archivalia
Stadsarchief Rotterdam, fotografisch document 4031_P-006101 (met handgeschreven curriculum).
Literatuur
- ‘In gesprek met de directrice van Schoevers’, Nieuwe Rotterdamse Courant, 20-12-1952.
- ’Francisca Maria de Haan, Sekse op kantoor. Over vrouwelijkheid, mannelijkheid en macht, Nederland 1860-1940 (Hilversum 1992) [met uitvoerige bronnenverantwoording].
- H. van Velzen, Bouwhistorische verkenning gebouw Schoevers, Mathenesserlaan 145 (Rotterdam 2011).
- Peter de Waard en Petra van den Brink, De meisjes van Schoevers (Amsterdam 2013).
- ‘De meisjes van Schoevers’, Opzij 20-1-2013.
Illustratie
Mies Lanen, door C. van Os, ca. 190-1955 (Stadsarchief Rotterdam).
Auteur: Kees Kuiken
laatst gewijzigd: 16/11/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.