© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Redactie, Ankersmit, Heleen, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Ankersmit [09/08/2017]
ANKERSMIT, Gerharda Johanna Helena (geb. Deventer 20-10-1869 – gest. Rhenen 21-8-1944), socialiste, feministe, secretaris van de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenpropagandaclubs. Dochter van Hendrik Jan Ankersmit (1834-1905), textielfabrikant, en Anna Maria Elisabeth Werle (1842-1902). Heleen Ankersmit bleef ongehuwd.
Heleen Ankersmit was het vierde kind in een groot fabrikantengezin in Deventer. Van de dertien kinderen – acht jongens en vijf meisjes – overleden één broertje en drie zusjes in hun vroege kindertijd. Zo groeide Heleen op als oudste meisje in een gezin met zeven broers en één zus. Zolang haar ouders leefden, bleef ze thuis wonen. Na de dood van haar vader kwam ze in contact met de sociaal-democraat Frank van der Goes, die in 1905 en 1906 regelmatig in Deventer optrad en volgens zijn agenda op 8 februari 1906 met ‘juffr. H. Ankersmit studieplannen’ besprak. Dit was een kleine drie maanden nadat haar vader was gestorven. Zelf was ze inmiddels 36 jaar. In 1907 werd zij als eerste vrouw lid van afdeling Deventer van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP).
In 1908 verhuisde Heleen Ankersmit naar Amsterdam om te gaan werken op het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen. Ze kwam in huis bij de SDAP’ers Henk en Willy Wegerif, evenals zijzelf leden van de Sociaal-Democratische Studieclub (SDSC). Na de scheuring van de SDAP op het congres van Deventer in 1909 volgde Heleen Ankersmit de uitgetreden communiste Marie Mensing tijdelijk op in een aantal bestuursfuncties, onder meer in de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs (BSDVC). Ze schreef artikelen in het BSDVC-blad De Proletarische Vrouw en hield overal lezingen over algemeen en vrouwenkiesrecht, huisindustrie, vrouwenarbeid, sociale verzekeringen, gemeentepolitiek en onderwijs. Op grote betogingen was zij vaak de enige vrouwelijke spreker. In 1910 verving ze haar vriendin Mathilde Wibaut, de voorzitster van de BSDVC, op de tweede internationale conferentie van socialistische vrouwen in Kopenhagen, de vergadering die 8 maart aanwees als internationale vrouwendag. Hier raakte ze bevriend met Clara Zetkin, voor wie ze in Die Gleichheit ging schrijven. In het voorjaar van 1914 bereidden ze samen in Berlijn de derde vrouwenconferentie voor. Toen de oorlog uitbrak, werd deze afgelast. In de oorlogsjaren verzorgde Ankersmit het contact tussen de Britse en de Duitse vrouwenbeweging. Op den duur mocht ze Duitsland niet meer in en toen ze in maart 1915 naar de internationale socialistische vrouwenconferentie in het neutrale Bern wilde reizen, werd ze zeer wantrouwend bejegend. De douane onderzocht zelfs haar haarknotje. Ze steunde de linkse slotverklaring van de conferentie van Zimmerwald (september 1915), die ze na weigering door het SDAP-blad Het Volk publiceerde in Het Weekblad met een nawoord van Van der Goes. Toen de SDAP in februari 1918 besloot te streven naar een coalitieregering met ‘burgerlijke’ partijen, trad Ankersmit af als secretaris van de BSDVC. In juli bedankte ze als lid van de SDAP.
Vanaf eind 1918 publiceerde Heleen Ankersmit regelmatig in De Voorbode, het blad van de in 1916 door Henriette Roland-Holst opgerichte Revolutionair-Socialistische Vrouwenbond (RSVB). Ook was ze in die tijd bestuurslid van de Nederlandsche Montessori-Vereeniging en van de Bond van Revolutionair-Socialistische Intellectueelen. Toen het West-Europees Bureau van de Komintern in februari 1920 in Amsterdam een conferentie hield, trad ze samen met Augusta de Wit op als tolk en secretaris. Ook Zetkin was hier van de partij. Op haar uitnodiging nam Ankersmit in juni 1921 deel aan de tweede internationale communistische vrouwenconferentie in Moskou, waar ze werd voorgesteld aan de vrouw van Lenin. Zetkin wilde dat Ankersmit internationaal secretaris werd van een nieuwe vrouwenbond die de plaats van de RSVB moest innemen, maar dit plan ging niet door.
Wel trad Ankersmit na haar terugkeer in Nederland toe tot de Communistische Partij Holland (CPH). Ze kwam in het bestuur van de Internationale Arbeiders Hulp (IAH) en werkte mee aan het in 1928 door de IAH uitgegeven Kultuur en Wetenschap in het Nieuwe Rusland. Haar inkomen kreeg ze uit een baan als administrateur van de verpleegstersvakbond ‘Nosokómos’, waarvoor Liede Tilanus haar had voorgedragen. In 1929, op haar zestigste, nam ze afscheid van dit werk. Ze maakte een reis door de Sovjet-Unie, waarover ze in 1930 een juichend verslag publiceerde. Het verslag van haar volgende reis in 1935 was matter van toon. Ze beschreef de persoonsverheerlijking van Stalin en van Lenins weduwe. Inmiddels woonde ze in het Nieuwe Huis, een coöperatief flatgebouw voor alleenstaanden aan het Roelof Hartplein in Amsterdam. Ze werkte op de studiezaal van de in 1933 opgerichte Marxistische Arbeiders School, waar ze bekend stond als ‘tante Lee’. Tijdens de Duitse bezetting dook ze onder.
Heleen Ankersmit overleed op 75-jarige leeftijd in Rhenen. Haar vriendin Mathilde Wibaut herdacht haar als ‘een begaafde, zelfstandige en zeer ontwikkelde vrouw’, als leerlinge van Frank van der Goes en als ‘een warme natuur en een spontane spreekster’.
Naslagwerken
BWSA; Overijsselse biografieën.
Publicaties
Behalve artikelen in De Proletarische Vrouw, Die Gleichheit, De Voorbode en De Tribune:
- ‘De arbeid der vrouwen bij den opbouw van den Sovjet-staat’, in: Kultuur en Wetenschap in het Nieuwe Rusland (Rotterdam 1928) 79-88.
- Het wezen der school in Sovjet-Rusland zooals het uit den arbeid der kinderen tot ons kwam (Amsterdam 1931). Een maand in de Sowjet-Unie (Amsterdam 1936).
Literatuur
- Brecht van den Muijzenberg-Willemse, ‘Heleen Ankersmit’, Vrouwen voor Vrede en Opbouw 9 (1956) nr. 8, 14-16.
- Horst Lademacher, Die Zimmerwalder Bewegung 1 (Amsterdam 1967) 538-539.
- W. Eildermann, ‘Unveröffentlichte Briefe Clara Zetkins an Heleen Ankersmit’, Beiträge zur Geschichte der deutschen Arbeiterbewegung 9 (1967) 659-692.
- Joyce Outshoorn, Vrouwenemancipatie en socialisme (Nijmegen 1973).
- Ulla Jansz, Vrouwen ontwaakt! Driekwart eeuw sociaal-democratische vrouwenorganisatie tussen solidariteit en verzet (Amsterdam 1983).
- Ulla Jansz, ‘Van wetenschap naar verstrooiing: een afgebroken biografisch onderzoek’ in: Mieke Aerts e.a. red., Naar het leven. Feminisme & biografisch onderzoek (Amsterdam 1988) 128-137.
- Bas van Dongen, Revolutie of integratie. De Sociaal Democratische Arbeiders Partij in Nederland (SDAP) tijdens de Eerste Wereldoorlog (Amsterdam 1992).
- Nederland’s Patriciaat 79 (1996) 10-12.
Illustratie
Heleen Ankersmit houdt toezicht in de leeszaal van de Marxistische Arbeidersschool. Door onbekende fotograaf, ca. 1934 (Collectie IAV-Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis).
Auteur: Redactie (dit lemma is o.a. gebaseerd op een schets van Johanna M. Welcker in BWSA).
laatst gewijzigd: 09/08/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.