© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Marloes Huiskamp, Osieck, Johanna Elisabeth, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Osieck [05/10/2017]
OSIECK, Johanna Elisabeth, vooral bekend als Betsy Westendorp-Osieck (geb. Amsterdam 29-12-1880 – gest. Amsterdam 1-3-1968), aquarelliste, schilderes, grafisch kunstenares. Dochter van Philip Willem Osieck (1838-1915), koopman, en Catharina Agnes Briel (1853-1920). Johanna Elisabeth Osieck trouwde op 21-6-1917 in Amsterdam met Herman Karel Westendorp (1868-1941), bankier en effectenhandelaar, verzamelaar van Aziatische kunst. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Johanna Elisabeth Osieck werd geboren als vierde kind in een welvarend evangelisch-luthers koopmansgezin. Ze had twee broers en twee zusjes, van wie er een als kind stierf. Betsy bracht haar jeugd door op achtereenvolgens de Oudezijds Achterburgwal, de Prinsengracht en het Frederiksplein. Na de lagere school bezocht ze de Franse school, later een Duitse kostschool. Aanvankelijk wilde Betsy concertpianiste worden, maar toen dat niet realistisch bleek, koos ze in 1898 voor de opleiding l.o.-tekenen aan de Dagtekenschool voor Jonge Dames.
Na het behalen van haar onderwijsakte ging ze rond 1902 enkele jaren in de leer bij de schilderes Lizzy Ansingh. Van 1905 tot 1910 bezocht ze de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar ze les kreeg van onder anderen August Allebé en in de laatste jaren als ‘loge-leerling’ werkte onder Antoon Derkinderen. Zij nam in deze tijd uitgebreid deel aan het Amsterdamse sociale leven. Ook reisde ze naar onder andere Londen, Wenen en Berlijn om daar het werk van grote meesters te bestuderen. Zij rondde haar leertijd af met een verblijf van een aantal maanden in Parijs, waar zij in het Louvre werk van Velázquez kopieerde.
Kunstenares
Nog tijdens haar academiejaren, in 1909, kreeg Betsy Osieck de eervolle opdracht de oorkonde te maken bij de door Karel de Bazel ontworpen wieg die de Amsterdamse vrouwen en meisjes bij de geboorte van prinses Juliana aan koningin Wilhelmina schonken. Het jaar daarna exposeerde ze voor het eerst, bij kunstenaarsvereniging St. Lucas, en werd ze lid van Arti et Amicitiae.
Osieck had al snel succes met haar stillevens, portretten en landschappen. Met haar Zelfportret won zij in 1913 een zilveren medaille op de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913. Twee jaar later ontving zij de Willink van Collenprijs van Arti et Amicitiae. In de loop der jaren zouden daar nog verschillende onderscheidingen bijkomen. Betsy Osieck exposeerde vele malen bij St. Lucas, Arti et Amicitiae en later ook bij Pulchri Studio, vaak samen met de andere ‘Amsterdamse Joffers’. Osieck was de jongste van deze groep bevriende kunstenaressen, onder wie Lizzy Ansingh, Coba Ritsema en Nelly Bodenheim. De Joffers kwamen regelmatig bijeen, voor de gezelligheid of voor museumbezoek, maar ook om elkaars werk kritisch te beoordelen.
Huwelijk
In 1917 trouwde Betsy Osieck met Herman Karel Westendorp, die ze een jaar eerder bij de openingstentoonstelling van Kunstzaal Kleykamp aan de Scheveningseweg in Den Haag had ontmoet. Deze bankier en effectenhandelaar zou zich vanaf 1926 volledig wijden aan zijn passie voor de Aziatische kunst en stond aan de wieg van het in 1932 opgerichte Museum van Aziatische Kunst. Betsy Westendorp-Osieck vergezelde haar man op zijn reizen naar onder andere Nederlands Indië, China, Japan, Cambodja en Ceylon. De indrukken die ze onderweg opdeed – van het Aziatische leven, het toneel, de tempels, enzovoorts – verwerkte ze in schetsen en aquarellen. Ook reisde ze naar verschillende Europese landen, Noord-Afrika en de Verenigde Staten.
Vanaf 1922 bewoonden Betsy Westendorp-Osieck en haar man een luxe appartement in flatgebouw Westhove aan de De Lairessestraat (tegenwoordig: Jan van Goyenkade 27-30), dat zij en andere investeerders zelf hadden laten bouwen. Hier ontvingen ze veel gasten. Met haar verre reizen en mondaine levensstijl onderscheidde Westendorp-Osieck zich van de meeste andere Joffers. Hoewel haar kunstenaarschap tijdens haar huwelijk op een laag pitje stond, bleef ze werken en exposeren. Haar atelier had ze bovenin het appartement, grenzend aan de daktuin. Behalve individuele kunstwerken maakte ze in deze tijd ook twee reeksen etsen die in boekvorm werden uitgegeven: een over Amsterdamse tuinhuizen (1923) en een over gevelstenen (1932).
Na 1941
In 1941 – het jaar waarin haar echtgenoot overleed – kreeg Betsy Westendorp-Osieck de opdracht om voor de Collectie Dreesmann een serie portretten van vooraanstaande Amsterdammers te tekenen. Omdat ze geen lid werd van de Kultuurkamer kon ze tijdens de Tweede Wereldoorlog niet exposeren, maar bij de tentoonstelling Kunst in Vrijheid (Rijksmuseum 1945) was ze er weer bij. Kort daarna werd ze lid van de Hollandse aquarellistenkring.
Ook achter de schermen was Westendorp-Osieck actief in de kunstwereld. Zo was ze in 1942 jurylid van de Prix de Rome en maakte ze in 1949 deel uit van de commissie die de Nederlandse inzending voor de Women's International Art Club in Londen selecteerde.
Betsy Westendorp-Osieck bleef doorwerken, ook toen ze op latere leeftijd invalide werd. In haar laatste jaren maakte ze vooral stillevens en schetste ze, voor haar eigen plezier, snelle portretten van mensen die ze op televisie zag. Betsy Westendorp-Osieck stierf op 1 maart 1968 in Amsterdam.
Werk en receptie
Betsy Westendorp-Osieck heeft gewerkt in veel technieken (olieverf, pen, pastel, aquarel, ets) en ze koos allerlei onderwerpen (stillevens, portretten, landschappen, figuren, stadsgezichten, architectuur, dieren). Haar op het impressionisme voortbouwende stijl vormde zich al vroeg en veranderde in de loop der jaren weinig. Haar levendige en kleurige stukken spraken een groot publiek aan en ze wist haar vrije werk dan ook gemakkelijk te verkopen. Veel portretten maakte ze in opdracht.
Recensenten prezen vooral het kleurgebruik en de elegantie van Westendorp-Osieck. De in enkele rake penseelstreken neergezette, spontane schetsen in aquarel, soms gecombineerd met pen of potlood, kregen veel lof. Een enkele keer werd haar een gebrek aan diepgang verweten. Betsy Westendorp-Osieck had tijdens haar leven diverse solotentoonstellingen, waarvan de laatste in 1967 plaatsvond in expositiecentrum Aemstele in Amstelveen.
Naslagwerken
Jacobs; Persoonlijkheden; Petteys; RKD; Scheen; Thieme; Waller.
Archivalia
- Amsterdams Stadsarchief: Burgerlijke Stand, huwelijk; Archiefkaart; Bevolkingsregisters 1874-1893; Overgenomen delen.
- Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag,: PDO.
- Noord-Hollands Archief, Haarlem: Studentenregisters van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam.
Werk
Werk van Osieck is o.a. te vinden in: Amsterdam, Rijksmuseum; Amsterdam, Stadsarchief; Amsterdam, Stedelijk Museum; Den Haag, Gemeentemuseum; Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum; Parijs, Musée du Jeu de Paume; Rotterdam, Museum Boijmans-van Beuningen; Utrecht, Centraal Museum.
Zie ook: Den Haag, RKD.
Uitgegeven werk:
- B. Westendorp-Osieck, Oude Amsterdamsche tuinhuizen: tien etsen (Amsterdam 1923).
- B. Westendorp-Osieck, Oud-Hollandsche gevelsteenen: etsen ('s-Gravenhage 1932).
- H. K. Westendorp, Japan: geïllustreerd met 6 aquarellen (…) (Nijmegen z.j. [1933]).
Literatuur
- Albert Plasschaert, Korte geschiedenis der Hollandsche schilderkunst (Amsterdam 1923) 277.
- Albertine de Haas, ‘De Amsterdamsche schilderessen’, Op de Hoogte 9 (1925) 312-315.
- H. [: M.F. Hennus], ‘Tentoonstelling van werken van Betsy Westendorp-Osieck in “Voor de Kunst” te Utrecht’, Maandblad voor Beeldende Kunsten 15 (1938) 122-124.
- M. F. Hennus, ‘Mevr.B. Westendorp-Osieck. Bij haar herdenkings-tentoonstelling 1880-1940’, Maandblad voor Beeldende Kunsten 18 (1941) 97-101.
- Henri van Calkar, In het atelier van den schilder (…): bezoeken bij Nederlandsche beeldende kunstenaars van dezen tijd (Amsterdam 1941) 283-288.
- Johan H. van Eikeren, De Amsterdamse joffers: Maria E. van Regteren Altena, Ans van den Berg, Jo Bauer-Stumpff, Nelly Bodenheim, Lizzy Ansingh, Coba Ritsema, Coba Surie, Betsie Westendorp-Osieck (Bussum 1947) 23-24.
- [H.F.E. Visser], Betsy Westendorp-Osieck: aquarellen, tekeningen en pastels (Den Haag 1951).
- Erna van den Berg, ‘De jongste Joffer is nòg jong’, De Telegraaf, 7-12-1963.
- Monique Floor, ‘Vitale Amsterdamse “Joffer” van 85 jaar. Betsy Westendorp schildert nog dagelijks’, De Typhoon, 28-12-1966.
- Adriaan Venema, De Amsterdamse Joffers (Baarn 1977) 127-138, 154.
- Mieke Gerritsen-Kloppenburg en Henriëtte Coppes, De kunst van het beschutte bestaan: vijf schilderessen aan het begin van deze eeuw: Thérèse Schwartze, Betzy Rezora Berg, Jacoba van Heemskerck, Ans van den Berg, Betsy Osieck (Heerlen 1991) 32-36.
- Jan Frederik Heijbroek e.a., Kleykamp – de geschiedenis van een kunsthandel ca. 1900-1968 (Zwolle/Den Haag 2008) 24, 42, 80, 189.
- [URL: http://www.artindex.nl/noordholland/default.asp?id=6&num=0073900359011050093270037003860920501901, geraadpleegd 14-10-2015] (met overzicht van o.a. tentoonstellingen, onderscheidingen, literatuur).
Illustratie
Betsy Osieck, Zelfportret, 1942 (Collectie Atlas Dreesmann, Stadsarchief Amsterdam).
Auteur: Marloes Huiskamp
laatst gewijzigd: 05/10/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.