uitgestorven, dan is zulk een protest geheel onbegrijpelijk. Nu is het geschied, en de zaak is niet meer in mijne handen. God zal zorgen! Zwaar zie ik het in indien ik eens alle die preeken moest horen.
Naauw was ik te huis en nam Krumm [Krummacher] weder in de hand of het leven keerde weder. Ik wist nu weder wie Christus was. Het was mij aan tafel zoo koud. Ik heb mede gebeden, mede genoten, en toch er kwam geen straal in mijn hart. Nooit hoorde ik ook Huet zoo Zwingliaansch. Christus zag uit den hemel, hoe wij avondmaal hielden. Niets van het grote Mysterie Dit is mijn ligchaam. Heb ik nu in het geloof gegeten. Ik weet het niet. O de waarheid is zoo eenvoudig. Met twee woorden kan men zoo veel zeggen.
En nu van den anderen kant daar staat de afgescheiden kerk, zoo afgetrokken in zijne vormen zoo beperkt buiten de vrijheid Gods, in eigen heiligheid. Neen de Heere zal zorgen. De Heere wil toch aansluiting maar waaraan. Doch ik sta nog in de Waalsche kerk en ik moet eerst losgemaakt worden! En met dat alles geraak ik misschien nog vaster!
Afscheid v Freyss
'S midd kwam Freyss afscheid nemen die nu naar Amersfoort. Zijne positie is zeer veranderd, en dit bleek toch op de wijze waarop hij de ontdekkingen van Haarlem beoordeelde, de bitterheid tegen Ainsw [Ainworth] en de zucht om v d Bosch te verontschuldigen.
Avond bij d C. [da Costa] Jes 61 Gespr. d C & Koenen.
Ik ging Henry afhalen om nog bij dC te gaan. Wij hadden het daar regt goed. Voor het begin kwamen wij nog even boven bij een, en nu merkte ik dat d C & Koenen aan dezelfde tafel als ik aangezeten hadden. Beide hadden gevonden dat er toch behoefte bij Huet door straalde, doch d C vond ook in zijn preek
louter Pelagianismus. Zoeken wij wezentlijk in de kerk genot voor ons hart dan moeten wij uit de kerk gaan, maar dan verliezen wij ook ons Israelitisch standpunt. Veel belangstelling boezemde hem de zaak van het ouderlingschap in. Ja zeide hij ik geloof zeker dat gij in de kerk zult blijven maar uw zaak staat zuiver, en zoo dit voor u een weg tot de scheiding moest zijn dan gaan wij met u mede, want uw weg is zuiverder en overtuigender voor mij dan mijn raisonnementen.
Treffend was mij het gebed van d C [da Costa] waarbij mijn gehele hart los kwam; het zingen van de 72 psalm, en de behandeling van Jes 61 heerlijk over de H Geest de toekomst der Joden, de heiligmaking regt waar de zonde blijft ons aanhangen tot den dood, maar gelijk wij hem vroeger kenden als een Vriend kennen wij hem nu als een vijand. Ik deed het gebed niet zonder opgewektheid. Gehoord hebbende dat de oefeningen bij Strostman & anderen verstoord waren wachte ik nog al dat er iets diergelijks bij d C gebeurde. Het had dunkt mij gelijkheid en leven gegeven.
Vis M West flaauwte mijner zuster
Verwonderd was ik te horen mijn lieve zuster Westendorp een toeval gehad had. Wij waren nog bij Thijs, die in een lieve en overgegevene stemming was. Het schijnt slechts eene flaauwte te zijn geweest.
Slot v de avond
De avond was verder gezegend. Mijne ziele was levendig en verheugde zich in God. Het Evangelie was mij het eenige, het hoogste belang. Wij spraken uitstortende. De lieve Margo was weder beneden geweest.
Maandag 8. Jany
Wel wat koude gevat, doch echter nog vol moed en opgewektheid. Zoo Hebr 5. aan de mijnen voorgedragen. Schok met den brief v Poelman. Hoe ver gaat de list. Geweigerd Morel in absentie van V d H [van der Houven] te spreken.
'S avonds Kamerling. Eerst moest ik mijn
DECLERCQ025_UBARAFXXV_006
DECLERCQ025_UBARAFXXV_006