Typebeschrijving
ALGEMEEN | |
---|---|
Naam | Armenraad Amsterdam |
naam, varianten | na 1945 noemden de Armenraden zich Sociale Raden |
periode van bestaan | 1913 - 1964 |
organisatie en inrichting |
de Armenraden konden krachtens de Armenwet van 1912 worden ingesteld
en bestonden uit vertegenwoordigers van instellingen van weldadigheid
de oprichting geschiedde bij KB de burgerlijke instellingen van weldadigheid moesten deelnemen, de overige instellingen konden daar zelf over beslissen de leden van de raad traden om de vier jaar af, maar waren terstond herkiesbaar de voorzitter werd gekozen uit of buiten de leden de raden hadden een ambtelijk bureau met aan het hoofd een door de minister van Binnenlandse Zaken benoemde en betaalde secretaris de oudste armenraad is die van Den Haag die op 22 januari 1913 werd geïnstalleerd de drie andere grote steden, Amsterdam en Rotterdam, volgden zeer spoedig daarna in Den Haag en Amsterdam bestonden al particuliere organisaties die op vrijwillige basis als een armenraad functioneerden in 1923 bestonden er 31 Armenraden, in 1934 waren dat er 29 meestal waren zij gevestigd in de grote steden tijdens het Interbellum pleitten sommigen er tevergeefs voor om het land te verdelen in districten met aan ieder een armenraad als gevolg van de bezuinigingswet van 1935 werden met ingang van 1 mei 1936 opgeheven de armenraden in: Breda, Dordrecht, Enschede, Gouda, ’s-Hertogenbosch, Den Helder, Meppel, Zaandam en Leeuwarden (KB van 14 januari 1936) de vijf grootste raden waren in 1939: Amsterdam (206 aangesloten instellingen), Den Haag en Rotterdam (ieder 173), Utrecht (110) en Haarlem (109)] tijdens de oorlog heeft een door Romme geleide commissie plannen beraamd voor een omvorming van de Armenraden tot uitkeringskantoren onder leiding van een bestuur bestaande uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en kroonleden hiervan kwam echter niets terecht (zie Breedveld en Van Galen, Gaius. De onverstoorbare gang van W.F. de Gaay Fortman, p. 112) bij de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet per 1 januari 1965 werden de Sociale Raden opgeheven. |
taak, activiteiten |
art. 56 van de Armenwet geeft een taakomschrijving
de voornaamste taken waren: 1) doen van onderzoek naar de omstandigheden van personen die hulp hadden aangevraagd 2) aanleggen van een register met ingewonnen inlichtingen en andere gegevens 3) verstrekken van inlichtingen verkregen door 1) en 2) aan onder meer instellingen van weldadigheid 4) zich op de hoogte stellen en houden van het armwezen in het ambtsgebied 5) geven van advies, gevraagd en ongevraagd, aan overheden en instellingen van weldadigheid over de armenzorg 6) ?bespreken van gemeenschappelijke belangen en het beramen van maatregelen tot bevordering van goede armenverzorging, in het bijzonder het steunen en bevorderen van samenwerking van alle instellingen van weldadigheid, in het ambtsgebied werkzaam.? 7) uitbrengen van een jaarverslag volgens een door de minister van Binnenlandse Zaken bepaalde vorm registers van inlichtingen konden door burgemeester en wethouders ook worden aangelegd in plaatsen waar geen armenraad bestond ook particuliere organisaties konden dit doen, zoals in Assen waar het gemeentebestuur, organisaties voor de armenzorg en zelfs particuliere personen in de periode 1882-1891 een z.g. Kamer van Navraag hadden armbesturen konden informeren bij de raad of de aanvrager van een uitkering reeds door anderen bedeeld werd de grote armenraden legden een uitgebreide documentatie aan over instellingen zie voor de functies die een armenraad behoorde te hebben ook de drie artikelen van J. Everts uit 1916-1919 in de literatuurlijst hieronder. |
voorloper |
in enkele steden waaronder Amsterdam bestonden voor 1912 al
particuliere verenigingen van armenzorginstellingen die hetzelfde doel
hadden; in Den Haagg overlegden de kerkelijke armbesturen al vanaf 1797
over de verdeling van de armengelden en de organisatie van collecten,
dit laatste om opeenhoping te voorkomen; van deze Algemene
Armenvergadering is nog een klein archief bewaard; in kleinere steden
zal vaak informeel, niet genotuleerd overleg gevoerd zijn, maar legio
zijn ook de klachten van tijdgenoten dat armbesturen juist niet met
elkaar samenwerkten, zodat slimme mensen van meerdere fondsen konden
trekken
|
opvolger |
geen
|
literatuur |
voorgeschiedenis tot 1913
(in chronologische volgorde) Pekelharing, A. “Algemeene armenraden”, in: Sociaal Weekblad , 11 (1897), p. 263-264, 271-273, 277-279 en 301-303 NN “Vereeniging van Armbesturen”, in: Sociaal Weekblad , 13 (1899), p. 350-352 [nieuwe vereniging van bijna alle armbesturen opgericht in Amsterdam] + reactie door J. Hermans jr. “Armbestuur en Diaconie”, in: Sociaal Weekblad , 13 (1899), p. 395-396 Redactie “Inrichting en Werkkring van plaatselijke Armenraden”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 11 (1910), p. 9-16, 17-24 en 25-28 [tekst van het verslag van een vergadering van de Vereniging van Armbesturen te Amsterdam gehouden op 13 december 1909 met tekst van de “aangenomen grondslagen”] Boas, Lod. S. “De Armenraad in de Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 10 (1909), p. 243-245 + reactie door J.R. Snoeck Henkemans, p. 252-253 Hoop Scheffer, J.G.N. de “Armenraad”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 10 (1909), p. 281-285 [inleiding geschreven door de oud-voorzitter van de Vereniging van Armbesturen te Amsterdam voor een vergadering van deze vereniging over dit onderwerp] + verslag van deze vergadering door J.R. Snoeck Henkemans, p. 292-293 Welke is de taak der overheid in zake armenzorg?, J.G.L. Nolst Trenité, D.A.P.N. Koolen. Inrichting en werkkring van het plaatselijke armenraden, L.J. van Wijk, J. Everts Haarlem, 1909, 128 p., [Geschriften van de Nederlandsche vereeniging voor armenzorg en weldadigheid te Amsterdam, 2. Praeadviezen voor de algemeene vergadering, 1909] Verslag over de bespreking van het onderwerp: inrichting en werkkring van de plaatselijke armenraden benevens inleiding tot die bespreking, opgesteld door J. G. N. de Hoop Scheffer [Z.pl.], 1910, 108 p. [Snoeck Henkemans, J.R.] “Armenraden”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 13 (1912), p. 369-374 [rede gehouden voor de Vereniging van Armbesturen te Amsterdam) Redactie “Veertiende en laatste verslag van de Vereeniging van Armbesturen te Amsterdam (1 Januari 1912 tot Ultimo Juni 1913)”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 14 (1913), p. 253-260 [overzicht van wat in deze periode bereikt is gegevens over het Centraal Kaart-Register de vereniging maakte plaats voor de Armenraad] Snoeck Henkemans, J.R. Het werk der armenraden. Inleiding ... Haarlem, 1913. Samenstelling van Armenraden Serie artikelen waarin de samenstelling van de bestaande armenraden en de namen van de bestuursleden worden vermeld met opgaven van het gemiddeld bedrag der uitgaven in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 14 (1913) p. 150-152 (Den Haag) p. 161-162 (Utrecht) p. 169-171 (Amsterdam) p. 174-176 (Arnhem en Groningen) p. 185-187 (Middelburg, Leeuwarden en Zaandam) p. 198-201 (Rotterdam) p. 240-241 (Leiden en Dordrecht) p. 248-250 (Maastricht, Vlaardingen en Vlaardinger-Ambacht, Gouda) p. 474-478 (Deventer, Opsterland, Smallingerland, Schiedam en Haarlem) p. 480-483 (Nijmegen, Den Helder, ’s-Hertogenbosch en Breda) p. 488 (Vlissingen) p. 497 (Princenhage, Teteringen, Ginneken en Bavel) p. 505 (Hilversum) p. 513—514 (Roermond) + Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 15 (1914) p. 37 (Meppel) p. 54 (Hoogezand, Sappemeer en Foxham) p. 79-80 (Delft, Hof van Delft, Vrijenban, Rijswijk en ’t Woud) p. 194 (Alkmaar) + Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 16 (1915) p. 159 (Enschede) + Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 17 (1916) p. 111-112 (Heerlen en omgeving) p. 117-118 (opheffing Schiedam) + Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 18 (1917) p. 258-259 (alfabetische lijst van alle armenraden) NN “Alphabetische Opgave van de op 1 Januari 1923 bestaande (31) Armenraden, met opgave van ieders datum van instelling, quotiënt en getalsterkte, benevens de namen en kwaliteiten der Voorzitters en Secretarissen”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 2 (1923), bijlage geplaatst na p. 48 In bovengenoemd tijdschrift werden regelmatig lijsten geplaatst van armenraden. Deze zijn hier verder niet opgenomen. Redactie “Lijst van armenraden”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 18 (1939), p. 312-313 [20 armenraden volgende gegevens: plaats, datum KB met de oprichting, aantal vertegenwoordigde instellingen, aantal vertegenwoordigers, aantal bestuursleden, naam voorzitter, naam secretaris, bureau-uren, adres en telefoonnummer] overige publicaties periode 1913-1945 Adriani, J.H. “Om den naam en om het wezen”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 17 (1916), p. 149-150 [schrijver stelt een andere naam voor armenraden voor: Centraal Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon] Everts, J. “De taak der Armenraden bij opheffing der Steuncomites”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 17 (1916), p. 25-29 en 33-35 [inleiding gehouden op de 3de vergadering van de Algemene Armencommissie en de secretarissen van Armenraden gevolgd door discussie] Everts, J. “De taak van den Armenraad als Studiecentrum”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 19 (1918), p. 2-5 [tekst van de lezing gehouden voor de Amsterdamse Armenraad] + reactie van C. Los (ingezonden stuk in “De Telegraaf”), p. 6 Everts, J. “De Armenraad als centrum van organisatie”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 20 (1919), p. 15-19 [voordracht gehouden voor de Armenraad te Amsterdam] + reactie door G.C. van Kerkhof, p. 37-39 Everts, J. “Overzicht van de verrichtingen der Armenraden in verband met de koudeperiode 1928-1929”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 9 (1930), p. 2317-2319 [tekst van een rapport uitgebracht aan de Vereniging van Secretarissen van Armenraden] Everts, J. “De uitgaven der armenraden en de financieele resultaten van hun bemoeiingen met betrekking tot den onderhoudsplicht”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 14 (1935), p. 4525-4526 [met een statistiek van de uitgaven van de armenraden] Everts, J. “Het 25-jarig bestaan van den Armenraad te Utrecht”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 17 (1938), p. 64-68 Lechner, J. C.Szn. “De Armenraad te Schiedam opgeheven”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 17 (1916), p. 129-130 + reacties van J.F.L. Blankenberg, J.H. Adriani en A.J.L. van Beeck Calkoen, p. 133-134, 141-143, 151, 158-159 en 166-167. Lier, Th. van “Taak en belang der Armenraden”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 17 (1916), p. 349-352 [schrijver is secretaris van de Armenraad in Heerlen] Muller-Lulofs, M.G. “Opheffing der armenraden”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 14(1935), p. 4365-4371 Quarles van Ufford, C.G.C. “De taak der armenraden in den strijd tegen demoralisatie als gevolg van armoede en werkloosheid”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 18 (1939), p. 177-183 [samenvatting van een voordracht gehouden op de jaarlijkse vergadering van de Algemene Armencommissie en de voorzitters en secretarissen van Armenraden op 15 mei 1939 gevolgd door de tekst van een circulaire van de Ned. Ver. voor Armenzorg en Weldadigheid aan de besturen van instellingen van weldadigheid over dit onderwerp] Westerman Holstijn, H.J.E. “Uitbreiding van het ambtsgebied der kleinere Armenraden tot Districts-Armenraden”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 21 (1920), p. 199-201 [referaat gehouden voor de Ver. van Secretarissen van Armenraden] Redactie “Overzicht der antwoorden der armenraden op de vragen, gesteld in de vragenlijst der Algemeene Armencommissie van juni 1918”, in: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming , 20 (1919), p. 59-63 [de vragen hadden betrekking op de invloed van de Eerste Wereldoorlog en de toen gegeven werklozensteun op het werk en op de uitgaven van de armenzorginstellingen] Redactie “De R.K. Charitas Centrale Hoorn”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 5 (1926), p. 921-922 [samenwerking tussen katholieke organisaties in Hoorn, waar geen Armenraad bestaat] Redactie “Wat opheffing der armenraden zou beteekenen (alleen hoofdzaken)”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 14 (1935), p. 4381-4396 [kort artikel gevolgd door de teksten of gedeelten daaruit van adressen aan de Tweede Kamer van verscheidene instellingen gericht tegen de opheffing van Armenraden onder andere van FIOM, het Centraal Archief en Inlichtingenbureau inzake Maatschappelijk Hulpbetoon voor Nederland, de Nederlandse Vereniging voor Armenzorg en Weldadigheid berichten in de dagbladpers en de vakbladen + meer over dit onderwerp en de begeleidende discussies, p. 4399-4406, 4415-4416 [onder meer tekst van het adres van de Algemene Synodale Commissie der Ned. Hervormde Kerk aan de Tweede Kamer van 27 mei 1935] Redactie “Het 25-jarig bestaan van den Armenraad te ’s-Gravenhage”, in: Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming , 17(1938), p. 33-39 Is het in het algemeen wenschelijk aan het instituut van schoolvoeding (schoolkleeding) uitbreiding te geven? Door H. Bijleveld en L. N. Roodenburg . De armenraden. J. R. Snoeck Henkemans en J. Everts Haarlem, 1920, 169 p. [Geschriften van de Nederlandsche vereeniging voor armenzorg en weldadigheid te Amsterdam, 28. Praeadviezen voor de algemeene vergadering, 1920] Is het wenschelijk en mogelijk het instituut der armenraden dienstbaar te maken voor het geheele land? Prae-adviseurs: J.H. Adriani, H.M.L.H. Sark Haarlem, 1932, 64 p. [Geschriften van de Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid te Amsterdam, 54. Prae-adviezen voor de algemeene vergadering, 1932 bepleit werd om het gehele land in te delen in districten met in ieder een armenraad dit plan vond geen doorgang met de Bezuinigingswet van 1935 werden zelfs enkele armenraden opgeheven] overige publicaties, periode 1945- Na de oorlog kregen de armenraden de naam van Sociale Raden. Cloeck, H.P. Wettelijk georganiseerde samenwerking in het Instituut van de Sociale Raad (Armenraad) Amsterdam [Vereniging van Secretarissen van Sociale Raden], [1954], 12 p. Cloeck, H.P., e.a. (red.) Vijftig jaar Sociale Raden, 1913-1963 Alphen aan den Rijn, Samsom, 1963, 46 p. [Speciaal nummer van het Tijdschrift voor Maatschappelijk Werk , jrg.17, nr 1] Vries, W. de "Uit de geschiedenis van de Armenraden" Tijdschrift voor Maatschappelijk Werk , 20.5.1954, 145-151. |
typering | |
zuil | |
doelgroepen | |
ARCHIEF | |
periode archieven |
1913-1965
soms zoals in Den Haag werden de na 1 januari 1965 resterende taken overgedragen aan een stichting |
vindplaatsen |
in het algemeen de archieven van de gemeenten waar de Armenraad was
gevestigd
|
openbaarheid |
Amsterdam:
meestal openbaar, behalve de registers van inlichtingen en de eventuele bijbehorende cliëntendossiers voor de raadpleging waarvan toestemming moet worden gevraagd Den Haag hier het register verloren voor de rest van het archief moet voor raadpleging van stukken jonger dan 75 jaar toestemming worden gevraagd bij het College van Burgemeester en Wethouders van Den Haag. |
omvang; inventarisnummers |
Amsterdam: 102 meter (inclusief het archief van de Vereniging van
Armbesturen)
Den Haag: 17,5 meter 784 inv. nrs. ’s-Hertogenbosch: 1 meter, niet geinventariseerd |
informatiedrager |
papier
|
vernietigd |
Amsterdam: het archief is goed bewaard
Den Haag: bij een bombardement in 1944 werd het bijna het hele archief met inbegrip van het centraal register van ondersteuningen vernietigd in kleinere steden zoals ’s-Hertogenbosch ging het archief soms ook verloren. |
toegang(en) |
Amsterdam: inventaris zonder inleiding door P. Boeijkens, E.O. van
der Goot en P.J. Hofland (1967/1999).
Den Haag: inventaris door R. Spork met historische en archivistische inleiding (1992) ’s-Hertogenbosch: niet geïnventariseerd |
kenmerk toegang |
Amsterdam: nr. 400
Den Haag: nr. 277 ’s-Hertogenbosch: niet van toepassing |
indices op toegang |
Amsterdam: geen
Den Haag: geen ’s-Hertogenbosch: niet van toepassing |
originele archivalia van archiefvormer in andere archieven |
voor zover bekend geen
|
originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven |
Amsterdam: het archief van de Vereniging van Armbesturen [in
Amsterdam], een voorloper uit de periode 1899-1913, is gedeponeerd in
het archief van de Armenraad
Den Haag: archief van de Stichting voor Opleiding tot Sociale Arbeid te Haarlem, periode 1950-1964 (inv. nrs. 775-782) NB: deze in 1939 opgerichte stichting leidde maatschappelijk werksters/werkers op voor de sociale diensten in de wandelgangen bekend als de ‘Stichting Haarlem’ omvat onder meer de notulen en ingekomen en uitgegane stukken, beide uit de periode 1950-1963 ’s-Hertogenbosch: onbekend. |
opmerkingen |
geen
|
INHOUD | |
structuur archief |
de oorspronkelijke structuur van het archief is onbekend
|
structuur toegang |
de Amsterdamse inventaris heeft de volgende indeling:
notulen, inv. nrs. 1-17 ingekomen en uitgegane stukken, inv. nrs. 18-73 statistiek, inv. nrs. 74-155 overige stukken, inv. nrs. 156-360 documentatie over instellingen van weldadigheid, inv. nrs. 361-1236 overige documentatie, inv. nrs. 1237-1284 |
bijlagen bij de toegang |
geen
|
statistische gegevens |
financiële statistieken van armenzorg en maatschappelijk
hulpbetoon zijn aanwezig voor de periode 1936-1943
financiële statistiek van de steunverlening, 1927-1939 maandstatistieken van de ondersteuning gegeven door de voornaamste instellingen, 1920-1935 statistieken over de werkzaamheden van de informatiedienst van de Armenraad, 1926-1936 de inv. nrs. 74-131 bestaan uit tabellen die na door de instellingen te zijn ingevuld, werden opgestuurd naar de Armenraad het betreft alleen kleine instellingen, periode ca. 1910 - ca. 1960 toelichtingen op de tabellen, 1913-1936. |
inhoud overig |
organisatie van de Armenraad
oprichting in 1913 vertegenwoordiging van instellingen in de Armenraad, 1913-1962 samenstelling, 1921-1962 \ in Den Haag zijn dossiers bewaard over de bestuurssamenstelling en de vertegenwoordiging van instellingen in de Armenraad over de periode 1929-1962 centraal register van bedeelden mogelijk heeft men zich in Nederland laten inspireren door Duitse voorbeelden daar bestonden in 1883 in Dresden en in 1893 in Berlijn centrale registers met gegevens over bedeelden het Amsterdamse register is bewaard, maar wordt niet vermeld in de inventaris naar schatting is ongeveer de helft van de dossiers in het verleden vernietigd, vermoedelijk omdat de zaak was afgedaan zie verder het veld ‘openbaarheid’ in het archief zijn verder nog te vinden: aanwijzing voor het invullen van de kaarten, 1921-1935 en stukken over de inrichting van een centraal register van de Armenraad, 1940 op 31 december 1905 telde het Amsterdamse register 26.633 kaarten, waaruit 9.573 werden verstrekt de klacht was toen dat het register te weinig gegevens verschafte de redactie van het Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming verdedigde de opzet: aan een meer uitgebreid dossier waren immers “groote bezwaren verbonden” het register gaf alleen antwoord op de vraag of de persoon die steun aanvroeg bij andere instellingen bekend is bij een bevestigend antwoord moest het armbestuur zelf contact zoeken met die instelling men kreeg alleen toegang tot het register met een toegangsbiljet (zie: Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming, 14 april 1906, p. 91) het Haagse centraal register werkte aanvankelijk niet goed, omdat niet alle armbesturen meewerkten na een reorganisatie van het bureau van de Armenraad in 1930 gingen alle instellingen meewerken, waardoor het aantal kaarten toenam tot 150.000 in 1938 het register was gebaseerd op een register van de particuliere Vereniging Armenzorg in 1944 ging het bij een bombardement verloren in Arnhem hield de Vereniging “Armenzorg” zelf een register bij dat in 1905 meer dan 4.000 namen bevatte correspondentie met de volgende personen of instanties: Algemene Armencommissie ministerie van Binnenlandse Zaken wethouder die armenzorg in de portefeuille had International Migration Service Gemeente Vervoerbedrijf Unie van Verenigingen voor Ongehuwde Moeders (UVOM) Federatie van Instellingen voor de Ongehuwde Moeder en haar kind (FIOM) correspondentie en dossiers over de volgende groepen of onderwerpen: Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, 1940-1943 oude en herleefde Joodse instellingen, 1945-1951 mobilisatieslachtoffers, 1934-1946 Luchtbescherming, 1937-1940 distributiemaatregelen, 1940-1949 United Nations Appeal for Children (UNAC), actie in Amsterdam, 1947-1950 bejaardenzorg, 1947-1950 gerepatriëerden uit Indonesië, diverse commissies, 1952-1963 Hongaarse vluchtelingen, diverse organisaties, 1956-1961 onderzoek naar aanpassingsproblemen van migranten in Amsterdam, 1954-1961 ‘Actie Ruijschstraat’, 1953 NB: hulp aan de slachtoffers van een ontploffing in de Ruijschstraat kinder- en zomerzegels, 1953-1960 commissies collectecommissie, 1928-1935 commissie onderhoudsplicht, 1939-1962 personeel dossiers van personeelsleden, sollicitatiestukken, arbeidsvoorwaarden financiën boekhouding rekening en verantwoording, 1913-1947 bijlagen bij de rekening, 1923-1962. documentatie het grootste deel van het archief namelijk de inv. nrs. 361- 1236 bestaat uit dossiers over instellingen, die zich met armenzorg en caritas in brede zin van het woord bezighielden het betreft Amsterdamse en landelijke instellingen ook instellingen voor kinderen en vrouwen en tal van bijzondere groepen vermeldenswaard zijn de dossiers over andere Armenraden (inv. nrs. 831-858 en 1170-1175) knipselboeken over de armenzorg, afkomstig van de Evangelisch Lutherse Diaconie, ca. 1900 jubilea en bijzondere gelegenheden 40-jarig jubileum, 1953 50-jarig jubileum, 1963 |
verwijzingen naar wetten, maatregelen en/of de uitvoering daarvan |
Armenwet (1912), artikelen 41-62
KB van 18 juli 1912 (Staatsblad 264) (uitvoeringsbesluit Armenwet, artikelen 22-46 regelen de Armenraad) KB van 23 november 1912 (Staatsblad 352) (uitvoeringsbesluit Armenwet, regelen begroting en jaarrekening van armenraden) |
verwijzing naar andere archiefvormers |
geen
|
geografische verwijzingen |
gemeenten, met name de grote steden
|
internationaal |
niet van toepassing
|
opmerkingen |
dit format is gebaseerd op de Amsterdamse Armenraad aangevuld met
gegevens over enkele andere armenraden
tenzij anders vermeld betreffen de gegevens over de inhoud van het archief Amsterdam |