Instelling
ALGEMEEN | |
---|---|
Naam | Bedrijfsvereniging voor de Chemische Industrie |
naam, varianten | geen |
periode van bestaan | 1952 - 1967 |
organisatie en inrichting |
ontstaan en karakter
bij de inwerkingtreding van de Ziektewet in 1930 konden de werkgevers kiezen of zij de uitvoering daarvan opdroegen aan publiekrechtelijke Raden van Arbeid of aan de privaatrechtelijke bedrijfsverenigingen aan deze laatste werd nu wel de eis gesteld, dat zij door werknemers- en werkgeversorganisaties gezamenlijk waren opgericht al bestaande bedrijfsverenigingen werden erkend als ‘onvolwaardige bedrijfsverenigingen’ in 1930 verkregen in totaal 7 agrarische bedrijfsverenigingen erkenning als uitvoeringsorgaan van de Ziektewet deze waren vanaf 1909 ontstaan en sedert 1922 belast met de uitvoering van de Land- en Tuinbouwongevallenwet in 1929 werd door de centrale organisaties van werkgevers en werknemers de Federatie van Bedrijfsverenigingen voor de Ziekengeldverzekering opgericht (FBZ) de bedrijfsverenigingen werkten hierin samen in 1941 werd ook de uitvoering van de kinderbijslag aan de bedrijfsverenigingen opgedragen de Organisatiewet Sociale Verzekering van 1952 verschafte de bedrijfsverenigingen voor het eerst een wettelijke basis zij was weliswaar bedoeld om het sociale zekerheidsstelsel te vereenvoudigen de wet leidde tot een hergroepering van bedrijfsverenigingen in bedrijfstakken na enige jaren ontstond de z.g. boedelscheiding, waarbij de bedrijfsverenigingen de werknemersverzekeringen (WW, ZW en later de WAO) uitvoerden en de Sociale Verzekeringsbank met de Raden van Arbeid de volksverzekeringen de kinderbijslag voor loontrekkenden bleef echter tot het domein van de bedrijfsverenigingen behoren de bedrijfsverenigingen waren de verwezenlijking van het door de confessionele partijen en de werkgevers gekoesterde idee van het ‘zelf doen’ bestuursstructuur iedere bedrijfsvereniging kende een ledenraad, waarvan de helft bestond uit leden van de werkgeversvakverenigingen, de andere helft uit leden van de werknemersvakverenigingen de ledenraad was van formele aard en had geen invloed op de samenstelling van voornaamste organen van de bedrijfsvereniging, het bestuur, het dagelijks bestuur en de kleine commissie het bestuur was paritair samengesteld leden werden door leden van de vakverenigingen van werkgevers en werknemers aangewezen in de regel waren er een voorzitter en een tweede voorzitter, welke functies bij toerbeurt vervuld werden door een lid van werkgevers- en een van werknemerszijde het dagelijks bestuur werd uit het bestuur gekozen de Kleine Commissie was samengesteld uit een werkgeversbestuurslid, een werknemersbestuurslid en de administrateur van de bedrijfsvereniging in deze commissie werd over speciale gevallen van wetstoepassing, in het bijzonder weigering van uitkering, beslist de grote meerderheid van de gevallen werd afgedaan door de administratie onder leiding van de directeur of de administrateur administratie de administratie, een belangrijk en bewerkelijk onderdeel van de uitvoering, kon worden uitgevoerd door de bedrijfsverenigingen zelf of door het Gemeenschappelijk Administratiekantoor (GAK) hoewel in de Organisatiewet van 1952 was opgenomen, dat de bedrijfsverenigingen in principe hun administratie aan het GAK moesten opdragen, waren zij daartoe niet verplicht en een substantiële groep bleef dan ook de eigen administratie voeren. |
taak, activiteiten |
de taken van de bedrijfsverenigingen waren drieërlei: ten
eerste de uitkeringsverzorging, ten tweede beheersing van het
uitkeringsvolume en het verzekerde risico en ten derde de handhaving
de uitkeringsverzorging omvat de claimbeoordeling, de uitvoeringsbeslissing en de uitbetaling de termen volume- en risicobeheersing waren gericht op voorkoming van een beroep van verzekerden op de uitkering, ter begeleiding van de uitkeringsgerechtigden en ter bevordering van een terugkeer van uitkeringsgerechtigden in het arbeidsproces de handhaving omvat een breed scala aan instrumenten die ten doel hebben het oneigenlijk gebruik en misbruik van de uitkeringen te voorkomen, op te sporen en te sanctioneren. In de periode 1902-1952 voerden de bedrijfsverenigingen de volgende sociale verzekeringen uit: Ongevallenwet van 1901 en 1921 Ziektewet (1913/1929) in concurrentie met de Raden van Arbeid Kinderbijslagwet (1939) in concurrentie met de Raden van Arbeid de Organisatiewet Sociale Verzekeringen (1952) deelde de uitvoering van alle sociale verzekeringen toe aan de bedrijfsverenigingen in de jaren daarna vond de z.g. boedelscheiding plaats, als gevolg waarvan de Raden gedurende de rest van de onderzoeksperiode in principe de volksverzekeringen uitvoerden, terwijl de bedrijfsverenigingen de werknemersverzekeringen deden in de praktijk werd hiervan echter enigszins afgeweken zo voerden de Raden van Arbeid de Kinderbijslagwet voor Loontrekkenden, een werknemersverzekering, uit in 1967 hadden de Raden de volgende wetten in beheer: Algemene Ouderdomswet (1956), Algemene Weduwen- en Wezenwet (1959), Algemene Kinderbijslagwet (1962), Ouderdomswet (1919) en de Kinderbijslagwet voor Loontrekkenden (1939) de invaliditeits- en ongevallenwetten waren toen in liquidatie de bedrijfsverenigingen voerden in 1967 uit: Ziektewet (1929), Werkloosheidswet (1949) en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (1966). |
voorloper | |
opvolger | |
literatuur (NCC) |
algemeen
Zieken-statistiek van 18 bedrijfsverenigingen geadministreerd door "Centraal Beheer" Amsterdam, 1937-1939 Diagnose-statistiek bedrijfsverenigingen (omslagleden) ... Centraal Bureau voor de Statistiek ? [1958 - 1990] Zeist, 1963-1990 Rapport inzake de indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in verband met de uitvoering der wettelijk geregelde werkloosheidsverzekering door bedrijfsverenigingen 's-Gravenhage [Stichting van den Arbeid], [1949]. 35 p. Eind-rapport inzake de indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in verband met de uitvoering der wettelijk geregelde werkloosheidsverzekering door bedrijfsverenigingen 's-Gravenhage [Stichting van de Arbeid], 1950. 30 p. Beijer, P. Uitvoering der Ongevallenwet 1921 door bedrijfsvereenigingen Amsterdam, 1936. 158 p. Bölger, B. "De uitvoering der Ongevallenwet door bedrijfsvereenigingen", in: Economisch-Statistische Berichten , 21 (1936), p. 263-264 Buning, R.R.T. “De Centrale Onderlinge en de uitvoering van de Ziektewet”, in: De Vakbeweging , 18 (1938), p. 318-319 + reactie door: Vries, B. de “De uitvoering van de Ziektewet”, in: De Vakbeweging , 18 (1938), p. 342-343 Drop, W. “Risico-overdracht en de sociale ongevallenverzekering”, in: De Vakbeweging , 14 (1934), p. 529-537 + discussie naar aanleiding hiervan tussen F.E. Posthuma en W. Drop, in: De Vakbeweging , 15 (1935), p. 36-42 en 126-130 Fortanier, G.F. Bijdrage omtrent de uitvoering van de ziektewet door bedrijfsvereenigingen Amsterdam, 1934. 190 p. Fortanier, G.F. Reorganisatie der sociale verzekeringswetgeving, verdere uitvoering door bedrijfsvereenigingen 's-Gravenhage [Bureau van den Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond], [1936]. 42 p. Fortanier, G.F. “Jubileumbijeenkomst van de kring van directeuren en administrateurs van bedrijfsverenigingen”, in: Sociaal Maandblad Arbeid , 12 (1957), p. 435-438 [deze kring werd opgericht in 1932] Frank, H. “Bedrijfsvereenigingen als risicodragende organen bij de sociale verzekering”, in: Katholiek Sociaal Weekblad , 28 (1929), p. 145-147 en 161-163 Hiemstra, P. “De bedrijfsvereeniging”, in: De Vakbeweging , 8 (1928), p. 104-108 Keuskamp, W.J. “Het rechtskarakter der bedrijfsvereniging”, in: Sociaal Maandblad , 6 (1951), p. 228-242 [schrijver is juridisch secretaris van Centraal Beheer zijn conclusie: de bedrijfsvereniging is geen publiekrechtelijk lichaam, maar “een organisatievorm sui generis” een bedrijfsvereniging is ook geen vereniging volgens de wet van 1855] Keuskamp, W.J. “Het zelfdoen en zijn grenzen”, in: Sociaal Maandblad Arbeid , 6 (1951), p. 246-253 Kruithof, K. Uitvoering van de Ongevallenwet door overheidsorganen of bedrijfsvereenigingen [Z.pl.], 1935. 39 p. Rippen, F. “De uitvoering van de Ziektewet. Onderlinge verhoudingen tussen de bedrijfsverenigingen”, in: De Vakbeweging , 17 (1937), 5 en 19 augustus 1937 + reactie door W. van der Hoeven e.a. van de “Centrale Onderlinge” in aflevering van 30 september 1937 Smissaert, H. Rijksverzekeringsbank of bedrijfsvereeniging? : het "amendement-Kuyper" / uiteengezet en beoordeeld 's-Gravenhage, 1899. 44 p. Uden, C.W.A. van Enige sociale en juridische aspecten van de bedrijfsvereniging voorheen en thans [Z.pl.] [Algemene R.K. Ambtenarenvereniging], [ca.1955]. 51 p. Vries, B. de “Is het met de uitvoering van de ziektewet wel in orde ?”, in: De Vakbeweging , 18 (1938), p. 202-203 + reactie door: Posthuma, F. “Uitvoering der Ziektewet”, in: De Vakbeweging , 18 (1938), p. 246-247 + repliek door B. de Vries, p. 268-269 dupliek door Posthuma, p. 302-303 tripliek door B. de Vries, p. 303 chemische industrie Verslag, Bedrijfsvereniging voor de Chemische Industrie ? [195/52-1966] Amsterdam [Gemeenschappelijk Administratiekantoor], 1950-1966 De BV Chemie doet een boekje open. 12 1/2 jaar Bedrijfsvereniging voor de Chemische Industrie Amsterdam, 1965. 52 p. |
typering | |
zuil | |
doelgroepen | |
ARCHIEF | |
periode archief | 1949 - 1967 |
vindplaats |
Nationaal Archief, Den Haag
|
openbaarheid |
deze archieven zijn eind 2001 overgedragen door het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis aan het Nationaal Archief
overgedragen
in afwachting van ordening en bewerking zijn zij thans nog niet toegankelijk gegadigden kunnen het beste contact opnemen met het Nationaal Archief dit archief zal worden bewerkt volgens de selectielijst handelingen van de minister van Sociale Zaken c.a., het CTSV en rechtsvoorgangers en andere onder de minister vallende actoren, zoals deze is vastgesteld op 18 februari 2002 en is afgedrukt in de Staatscouranten van 6, 7 en 8 mei 2002, nrs. 85, 86 en 87 nog niet te zeggen is, wanneer deze bewerking zal zijn voltooid. |
omvang; inventarisnummers |
2,69 m.
36 inv.nrs. |
informatiedrager |
papier
|
vernietigd |
onbekend
|
toegang(en) |
Inventaris van het archief van de Bedrijfsvereniging voor de
Chemische Industrie (BV Chemie), 1949-1992, door Wim Leendertse, 2000,
met inleiding (2 p.)
|
kenmerk toegang |
geen
|
indices op toegang |
geen
|
originele archivalia van archiefvormer in andere archieven |
onbekend
|
originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven |
geen
|
opmerkingen |
personen van wie in verband met de uitvoering van de sociale
verzekeringswetten in de stukken de namen genoemd worden, dienen strikt
anoniem te blijven
|
INHOUD | |
structuur archief |
onbekend
|
structuur toegang |
onderverdeeld in stukken van algemene en stukken van bijzondere
aard
|
bijlagen bij de toegang |
geen
|
statistische gegevens |
geen
|
inhoud overig |
statuten,reglementen en andere besluiten, resp. voorschriften
1951-1962, 1965 (inv.nr. 32).
|
verwijzingen naar wetten, maatregelen en/of de uitvoering daarvan |
Beroepswet (1902)
Ziektewet (1913/1929) Ongevallenwet (1921) Kinderbijslagwet (1939) Kinderbijslagwet voor rentetrekkers (1948) Werkloosheidswet (1949) Wet op de Bedrijfsorganisatie (1950) Noodwet Kinderbijslag Kleine Zelfstandigen (1951) Organisatiewet Sociale Verzekering (1952) Beroepswet (1955) Wet op de Sociale Verzekeringsbank en de Raden van Arbeid (1956) Interimwet Invaliditeitsrentetrekkers (1962) Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (1966). organisatie Organisatiewet Sociale Verzekering (1952) in het bijzonder hoofdstuk II Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 8 december 1952 (Ned. Staatscourant 1952, nr. 242) (werkkringen bedrijfsverenigingen) |
verwijzing naar andere archiefvormers | |
geografische verwijzingen |
Nederland
|
internationaal |
niet van toepassing
|
opmerkingen |
geen
|